Site-archief
Slaapliedje
Gert Vlok Nel
.
Al eerder schreef ik over de Zuid Afrikaanse dichter/troubadour Gert Vlok Nel (1963). Naast twee muziekalbums schreef Gert Vlok Nel één dichtbundel. De bundel ‘Om te lewe is onnatuurlik – Eenvoudige spoorwegstories’ bevat een aantal persoonlijke gedichten, waarvoor hij de Ingrid Jonkerprijs kreeg. Maar ondanks die ene bundel vond Gerrit Komrij zijn poëzie belangrijk genoeg en hij nam dan ook niet minder dan 8 van Vlok Nel’s gedichten op in zijn gedichtenbundel ‘De Afrikaanse poëzie in 1000 en enige gedichten’.
Gert Vlok Nel is een bijzonder mens, verlegen en bescheiden. De Zuid Afrikaanse liedjeszanger Riku Lätti schreef over hem: “Weinig mensen weten dat die liedjes, waarvan er veel door mainstream artiesten bekend zijn geworden, zijn geschreven door de mediaschuwe Gert Vlok Nel. Gert Vlok Nel is bij een select publiek in betrekkelijk korte tijd uitgegroeid tot een cultfiguur. Er hangt een geheimzinnig aura rondom deze zanger, wat er toe leidt dat zijn zeer weinige optredens gewoonlijk stampvol zitten met fanatieke fans die elk woord kunnen meezingen. Als er een prijs was voor vreemdste en ongenaakbaarste artiest van Zuid Afrika dan zou Gert Vlok Nel beslist als eerste in aanmerking komen. Zijn bijzondere en unieke schrijfstijl raakt je diep van binnen en bezorgt je telkens weer kippenvel. Kortom, je moet hem gaan zien als je de kans krijgt.”
De laatste keer dat Gert Vlok Nel Nederland aandeed was in 2018. Van zijn album ‘Beaufort-Wes se beautiful woorde’ het lied/gedicht ‘Hillside lullaby’ en in vertaling van Robert Dorsman ‘Hillside slaapliedje’.
.
Hillside lullaby
.
Ek bly hier in die dorp waar die treine fluit
& die sjanters nag na nag die treine op
Spore skuif
& ek is heel allright
Onthou die dag toe jy by my sou bly…
Hoe het ons storie toe verder verloop?
Treine wat sjant, treine wat bly
Treine wat altyd hier in kringe ry
.
Droom van my & laat my vry vannag
.
Vanoggend vroeg was daar ’n harde slag
Onder by die kant van die railwaybrug
Maar als was heel allright
Dit is net dat ek so na jou verlang
& in die meantime maak alles my bang
Al my woorde lê leeg in my hand
Want my hart slaap by jou waar die treine
Sjant
.
Droom van my & laat my vry vannag
.
Hillside slaapliedje
.
Ik woon hier in het dorp waar de treinen fluiten
& de rangeerders nacht na nacht treinen op
Sporen zetten
& met mij gaat het heel goed
Weet je nog de dag dat je bij mij zou blijven…
Hoe is ons verhaal toen verder verlopen?
Rangerende treinen. treinen die blijven
Treinen die hier altijd in kringetjes rond blijven rijden
.
Droom van mij en laat me vrij vannacht
.
Vanochtend vroeg was er een harde klap
Daar onder aan de kant van de spoorbrug
Maar er was helemaal niks aan de hand
Het is alleen dat ik zo naar je verlang
& ondertussen maakt alles me bang
Al mijn woorden liggen leeg in mijn hand
Want mijn hart slaapt bij jou waar de treinen
Rangeren
.
Droom van mij en laat me vrij vannacht
.
Antjie Krog
Zuid Afrika
.
Ik schreef hier al eerder over Gert Vlok Nel, een Zuid Afrikaans dichter. Bij het programma Wie is de Mol werd ook aandacht besteed aan de Zuid Afrikaanse poëzie tijdens een dictee van een gedicht van Ingrid Jonker. En wie kent Breyten Breytenbach niet de beroemde Zuid Afrikaanse dichter die jarenlang gevangen zat. Hier nu een gedicht van nog zo’n grote naam uit de Zuid Afrikaanse literatuur Antjie Krog. Antjie Krog (1952) is de dochter van een boer Willem Krog en een bekend Zuid Afrikaans schrijfster Dot Serfontein.
Antjie Krog debuteert als 17-jarige in een jubileumuitgave van het schoolblad met het gedicht ‘Kyk, ek bou vir my ’n land’ (zie hieronder). Haar eerste dichtbundel, Dogter van Jefta, verschijnt in 1970. Hierna volgt een indrukwekkende reeks teksten van haar hand, zowel poëzie als proza, fictie en non-fictie.
Van 1996 tot 1998 doet Antjie Krog radioverslag van de zittingen van de Waarheids- en Verzoeningscommissie. Naar aanleiding hiervan schrijft zij het boek Country of my skull, dat in 1998 verschijnt.
,
land van genade en verdriet
I
tussen jou en my
hoe verskriklik
hoe wanhopig
hoe vernietig breek dit tussen jou en my
soveel verwonding vir waarheid
soveel verwoesting
so min het oorgebly vir oorlewing
waar gaan ons heen van hier?
jou stem slinger
in woede
langs die kil snerpende sweep van my verlede
hoe lank duur dit?
hoe lank vir ’n stem
om ’n ander te bereik
in díe land so bloeiende tussen ons
*
land van genade en verdriet
I
tussen jou en mij
hoe verschrikkelijk
hoe wanhopig
hoe vernietigend breekt het tussen jou en mij
zoveel verwonding in ruil voor waarheid
zoveel verwoesting
zo weinig is overgebleven om voor te overleven
waar gaan we heen van hier?
je stem slingert
woedend
langs de kil snerpende zweep van mijn verleden
hoe lang duurt het?
hoe lang voor een stem
een ander bereikt
in dit land dat zo bloedend tussen ons ligt
Uit: Kleur komt nooit alleen,
Heel veel meer over Antjie Krog lees je op http://boeklezen2.blogspot.nl/
Gedicht van Gert Vlok Nel
Grasui
Op zondag 9 september organiseerde de werkgroep Weekend van de Cultuur in Maassluis een Picknick in het Park.. Stichting Ongehoord! verzorgde die middag het dichterspodium.
Op dit dichterspodium stonden onder andere Rob Dijkstra en Jan van der Lans ofwel Grasui.
Grasui draagt gedichten voor van Zuid Afrikaanse dichters met de Nederlandse vertalingen van deze gedichten.
Een van de dichters waarvan zij gedichten voordroegen was Gert Vlok Nel, een tot dan toe voor mij onbekende dichter.
Ik was echter zo onder de indruk van hetgeen zij voordroegen dat ik Rob gevraagd heb een speciaal gedicht (dat ik bijzonder mooi vond) aan mij toe te sturen om te publiceren op dit weblog. Het betreft hier het gedicht ‘nee nee nie dit nie. nie noodwendig dit nie’ of zoals het in de Nederlandse vertaling heet ‘Nee nee dat niet, dat niet noodzakelijk’. De vertaling is van Robert Dorsman en komt uit de bundel ‘Het is onnatuurlijk om te leven’.
.
nee nee dat niet, dat niet noodzakelijk
.
op zijn veertiende zei zijn vader tegen hem
schoffel dat stuk grond in de voortuin.
waarom? boontjes, erwtjes of zo, iets wat groeien wil.
bloemen groeien toch ook? of kan je bloemen niet eten?
van bloemen kan je dat nooit werkelijk weten.
wát niet weten? of ze giftig zijn of niet? is het dat dan niet?
nee nee dat niet, dát niet noodzakelijk.
.
dertig was hij op de dag dat hij als laatste de kerk uitkwam.
met een vaag besef en evenveel vermoedens als de confetti.
wat nu? vroeg zijn vrouw, waarom staan je ogen zo somber.
is mijn jurk soms niet wit genoeg? en ze lachte de vraag de menigte in.
over mensen kom je nooit echt iets te weten.
wát niet? of ze groeien-of-nut-hebben-of-goed-zijn?
nee nee dat niet, dát niet noodzakelijk
.








