Site-archief

Glas

Voorbij de laatste stad

.

Van sommige dichtbundels heb ik meerdere exemplaren. Dat komt aan de ene kant doordat ze heruitgegeven worden met een totaal andere kaft of omdat ik ze cadeau krijg. De bundel ‘Voorbij de laatste stad’ van Gerrit Achterberg (1905 -1962) heb ik drie maal in mijn kast staan. Zowel een eerste druk uit 1955 als twee derde drukken uit 1962. Hoewel allebei als Ooievaar pocket uitgegeven prefereer ik de eerste druk met de geel/blauw/zwarte omslag. De achterflap van de derde druk is dan wel weer aardig, daar is een foto van Paul Rodenko (samensteller en inleider van deze bloemlezing) met Gerrit Achterberg afgedrukt. Twee heren in pak, met stropdas, de een een pijp in de hand (Rodenko) en de ander een sigaret (Achterberg).

De bundel ‘Voorbij de laatste stad’ staat vol prachtige, soms intellectuele en soms moeilijk te doorgronden poëzie (Achterberg werd tot een exponent van de Experimentele Poëzie gerekend die rond 1950 op kwam in Nederland) maar is altijd heel leesbaar. Zoals in het gedicht ‘Glas’

.

Glas

.

Ik ben van zoveel glas,

dat elke harde stem

een steen is en een barst.

Ik moet u spiegelen

zo breekbaar ver,

dat gij gaat wiegelen

voor ik u her-

over als ster,

en weer versmelt tot schuim en dras,

om in dit zingen op te gaan,

een zeepbel, groot; langzaam.

.

paviljoen De Witte

Gedichten in de buitenruimte

.

Een tijdje geleden ben ik benaderd door Kila van der Starre om bijdragen te leveren aan http://www.straatpoezie.nl, een PhD-onderzoek van deze student aan de Universiteit van Utrecht. Doel is om alle gedichten in de openbare ruimte in kaart te brengen in Nederland en Vlaanderen. Omdat ik via mijn rubrieken Gedichten op vreemde plekken en Gedichten in de openbare ruimte al veel voorbeelden heb verzameld was het bijna logisch dat ze ook bij mij terecht kwam. Deze week werd ik door John Jansen van Galen van ‘Met het oog op morgen’ op radio 1 (de poëzierubriek) gebeld met de vraag of ik wist of er ooit onderzoek gedaan was naar poëzie in de buitenruimte?

Voor zover ik weet is dat niet het geval, veel voorbeelden zijn plaatselijk en in hun soort redelijk uniek. Vaak zijn het voorbeelden van stadsdichters ter verfraaiing van de buitenruimte en maar een enkele keer gaat het om, wat Kila noemt, canonieke gedichten, gedichten die in het collectief geheugen van de Nederlander (en Vlaming) zitten.

Tweede kerstdag was ik in Beelden aan zee, een museum op de duinrand van Scheveningen met beeldhouwwerk (en een tentoonstelling van  Picasso) dat voor een deel onder paviljoen De Witte is gesitueerd. Op 18 november 1827, de verjaardag van koningin Wilhelmina van Pruisen, namen koning Willem I en zijn vrouw namen met feestelijk vertoon een strandpaviljoen in gebruik dat de koning speciaal voor haar had laten bouwen. Zij leed aan slapeloosheid, en men hoopte dat veelvuldig verblijf aan zee hierin verbetering zou brengen.

In de jaren tachtig van de twintigste eeuw waren de exploitatiekosten van het paviljoen sterk opgelopen. De eigenaar, Littéraire Sociëteit De Witte, zocht daarom naar andere inkomstenbronnen. Op 17 september 1990 keurde de algemene ledenvergadering van Sociëteit de Witte een plan voor een beeldenmuseum in het pand goed. In 1994 werd museum Beelden aan zee door koningin Beatrix geopend.

Aan de Pellenaerstraat kant van het paviljoen is ‘De Transparant’ een glazen afscheiding tussen straat en paviljoen van 65 meter lang. Op zestien panelen staan stukken tekst en gedichten over kunst, glas en de zee/het strand.

Hieronder een paar voorbeelden met gedichten van Jan Wolkers, Leo Vroman en Gerrit Kouwenaar.

.

g1

g4

g5

Met dank aan http://www.denhaag.wiki/index.php/cultuur/monumenten/278-paviljoen-von-wied

Gedicht op een kas

Jos Vandebergh

.

Van Jos Vandebergh kreeg ik via de mail deze foto toegestuurd. Dit gedicht (of deel van het gedicht) van Geert de Kockere staat geschreven op de ruit van een kas van de Kinderboerderij van Kiewit bij Hasselt in België.

Geert de Kockere (1962) is een Vlaams schrijver van vooral kinderboeken. Maar hij schreef ook verschillende poëziebundels. Hij kreeg verschillende literaire prijzen voor zijn kinderboeken  en in 1995 kreeg hij de Prijs Letterkunde van de Vlaamse Provincies voor kinderliteratuur voor zijn poëziebundel ‘Een fruitje van zilver’. Geert werkte ook mee aan de Vlaamse ‘Man bijt hond’ en ‘Woestijnvis’.

.

gedicht op kas

geertdekockere

Viewfinder

Behind the Barracks

.

Via via kom je soms van de ene op de andere site en loop je tegen gedichten op vreemde plekken op. Zo ging het ook bij het gedicht ‘Viewfinder’ van Alice Lyons, dat zich naast de Barracks, in Cootehall, County Roscommon (Ierland) bevind op een glazen raam. Via een gedicht op een trap kwam ik op de website http://www.alicelyons.blogspot.ie/

‘Viewfinder’ maakt deel uit van AFTER, een serie openbare kunstwerken die de ongekende gevolgen van de  (in 2008) economische boom van Ierland op het landschap als onderwerp hebben. Deze kunstwerken werden mogelijk gemaakt door TRADE, het international artist in residence programma.

.

Viewfinder

In the shed beside the Barracks
in the shade of it, damp and February cool I feel
I am standing in a camera
The shed walls frame a picture
of the river and across it
sunlit luxury bungalows
all lined up to face The View

Here where a boy squatted
overheard the father’s plot
(This was in “Korea”)
to sell his son downriver

.

viewfinder

viewfinder2

viewfinder3