Site-archief
Gedicht voor Hyenahaters
Alexander Franken
.
Op zoek naar gedichten (en bundels!) kom ik bundels tegen die ik niet zoek maar waar ik wel blij van word. Gewoon omdat het alweer een tijd geleden is dat ik ze las of omdat ik vergeten was dat ik ze in bezit had. Dat laatste geldt niet voor de bundel ‘Binnenstadboogie’ van dichter en muzikant Alexander Franken uit 2015. Alexander ken ik al jaren en we komen elkaar regelmatig tegen op podia en bij voordrachten. In 2017 zaten we samen met M (spoken word artiest) in de jury van de Kunstbende onderdeel Taal en was Alexander jurylid van de gedichtenwedstrijd van poëziestichting Ongehoord! (samen met Jaap Montagne en Mark Boninsegna) en in 2015 schreef ik al over deze bundel omdat er zo’n heerlijk gedicht over mijn voormalige woonplaats Zoetermeer in staat.
Maar terug naar zijn bundel. In deze bundel staan gedichten en liedteksten die gaan over levenslust, over de zee, over een hond, over ouder worden, over goden en godinnen, over dansen, over puberen en over seks (want seks verkoopt) en dus over Zoetermeer. In een geheel eigen stijl met vrolijk makende gedichten en teksten leest deze bundel als een trein. Omdat ik regelmatig met hem op podia heb gestaan ken ik zijn liedjes en bij het lezen van bijvoorbeeld ‘Paus, Paus’ hoor ik de stem en de muziek van Alexander erbij.
Hoewel er veel gedichten in de bundel staan die ik hier graag zou willen delen beperk ik me tot twee gedichten. De eerste is een gedicht waarvan de titel langer is dan het gedicht en de tweede is een mooi voorbeeld van de stijl van Alexander.
.
Een waarlijk ontzettend klein liefdesgedichtje voor Marianne Thieme, partijleidster van de Partij voor de Dieren
.
Kus me Marianne
dan word ik een kikker
.
Gedicht voor hyenahaters
.
In de westelijke Sahara
zag ik een verwarde naakte man
met een geladen waterkarabijn
een hyena achterna zitten
.
In oostelijke richting
.
Vrouwen jagen niet
geweld zit niet in hun genen
verward lijken ze ook nooit
behalve als ze richting zoeken
Ongehoord Gedichtenwedstrijd 2020 bundel
E-bundel
.
In 2014 werd naar aanleiding van de Ongehoord Gedichtenwedstrijd 2014 een digitale bundel gemaakt met de gedichten van de shortlist. Ook in 2020 leek het het bestuur van Ongehoord! een goed idee om een digitale bundel te laten maken. In de bundel staat het algemene juryrapport en daar kunnen ook dichters die niet op de shortlist stonden nog iets van leren of aan hebben. Daarnaast staat het juryrapport van de winnende gedichten in de bundel en uiteraard alle gedichten.
Ik heb even getwijfeld welk gedicht ik hier zou plaatsen maar toen ik me herinnerde welk gedicht de publieksprijs kreeg tijdens de feestelijke uitreiking in Kasteel Rhoon, wist ik het. Het is het gedicht ‘hond’ van Dick van der Veen.
Via onderstaande link naar de website van https://mugbookpublishing.wordpress.com/ is de bundel gratis te downloaden.
.
hond
.
als je dood bent
neem ik een hond
je bent onbeschaamd
en ik haat je, zei ze
wat zou ik daarop kunnen zeggen?
het is niets bijzonders, dat we samen zijn
of
de kracht van de hartstocht is raadselachtig
of
reden genoeg om de tegenwind te koesteren
in elk geval leek het
een avondvullende voorstelling te worden
als je dood bent
neem ik een hond, zei ze
een hond zou dat nooit zeggen…
.
.
Eerst de hond
Dubbel-gedicht
.
Als er een thema is waarover veel gedichten zijn gemaakt (naast de dood en de liefde) dan is het wel het dier. En van alle dieren zijn er denk ik het meeste gedichten over katten, gevolgd door gedichten over honden. Voor het dubbelgedicht koos ik voor de laatste vooral omdat de twee gedichten die ik koos zo totaal verschillend zijn.
Het eerste gedicht is van Kees Stip (1913 – 2001). Onder het pseudoniem Trijntje Fop publiceerde hij vele nonsensversjes. In de bundel ‘De peperbek en andere beesten’ dat werd gepubliceerd onder zijn officiële naam C. Stip uit 1967 staan allerlei gedichten over dieren waaronder het gedicht ‘op een tekkel’.
Het tweede gedicht is van de Poolse dichter, toneelschrijver en essayist Zbigniew Herbert (1924 – 1998). Het gedicht ‘Eerst de hond’ komt uit de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1999 en werd vertaald door Gerard Rasch. In Polen wordt Herbert beschouwd als een klassiek dichter, hoewel hij maar weinig steunt op metrum en rijm. Hij is klassiek in zijn waarnemingen, zowel van de broosheid van mensen als van de trouw der dingen. Zijn poëzie wordt gekenmerkt door beheersing, beknoptheid, eerlijkheid en soberheid, soms ook door een speels-filosofische toon.
.
op een tekkel
.
Een tekkel volgde trouw te Dordt
een man met een reclamebord
waarop stond: PIETERS’PILLEN ZIJN
GEWELDIG TEGEN ZENUWPIJN.
het beest sprak enigszins verlegen:
‘Daar ben ik ook geweldig tegen.’
.
Eerst de hond
.
De hond zal dus als eerste gaan
daarna het varken of de ezel
in wart gras treden ze een paadje uit
en daarover schiet de eerste mens
die met ijzeren hand de druppel angst
verstikt die op zijn glazen voorhoofd zweet
.
als eerste dus de hond een brave hond
die nooit van ons is weggelopen
van een bot aardse lantaarns droomt
in zijn wervelende hok in slaap valt
zijn arme bloed raakt aan de kook verdampt
.
daarna gaan wij met een andere hond
die ons aan de lijn zal voeren
met onze witte astronautenstok
stoten wij onhandig sterren aan
niets zien we en niets horen we
we beuken op de donkere ether
en op alle golven klinkt gejank
.
al wat je mee op reis kunt nemen
door het koudvuur van de zwarte wereld –
de naam van mens de geur van appel
een noot van klank een kwart van kleur
.
heb je nodig voor de terugreis
voor het vinden van de snelste weg
wanneer de blinde hond je leidt
naar de aarde blaft als naar de maan
.
Vogelgedicht
Gedichten in vreemde vormen
.
Op Pinterest kwam ik weer een aantal aardige voorbeelden van gedichten in vreemde vormen tegen. In dit geval gaat het om poëzie of gedichten die door hun vormgeving de tekst versterken in een afbeelding. Het betreft hier een gedicht in de vorm van een (loop)vogel, een tennisbal in de bek van een hond en twee handen ineen.
.
DOG!
The laughing housewife
.
Op haar blog http://thelaughinghousewife.wordpress.com/tag/poetry/ schrijft deze lachende huisvrouw Tilly Bud, over een project van The Stockport Art Gallery. Bij dit project konden gedichten worden ingezonden en de beste werden verwerkt in een kunstwerk van kunstenares Nicola Dale. Omdat het gedicht van Tilly Bud ‘On the park’ als zodanig al een bijzondere vorm heeft schenk ik er hier graag aandacht aan. Het uiteindelijke kunstwerk van Nicola Dale vind ik eigenlijk minder interessant dan de oorspronkelijke vorm van het gedicht omdat het kunstwerk feitelijk niets meer is dan het gedicht verwerkt in een wordcloud in de vorm van een hond.
Hieronder allereerst het gedicht van Tilly en daaronder het kunstwerk van Nicola Dale.
.













