Site-archief

Moedermomenten

Sylvie Marie

.

Over moeders zijn bijna net zoveel gedichten geschreven als over de dood, de liefde en de poëzie zelf (vermoed ik). Een dankbaar onderwerp voor veel dichters. Of het nu gaat over moeders en zoons, moeders en roken, de moeder de vrouw of de moeder als muze (en zo kan ik nog wel even doorgaan) veel moeders zijn bezongen in gedichten. Er zijn zelfs bloemlezingen gemaakt met louter gedichten over moeders.

Ik schrijf dit omdat ik in de bundel ‘Zonder’ uit 2009 van Sylvie Marie (1984) een gedicht lees dat anders is, dat nu eens niet over een moeder is geschreven vanuit een soort van verering maar dat is geschreven zonder gene en mededogen. Het gedicht ‘Moedermomenten 10’ lijkt een soort aanklacht te zijn tegen een overheersende moeder. Er zijn overigens inderdaad 10 moedermomenten beschreven die eerder verschenen in Het Liegend Konijn, jaargang 6 uit 2008.

.

Moedermomenten 10

.

je impact is groter dan ooit in dromen.
hoe je je hebt vastgeklonken in ons
vlees met je hakentanden, je hangt
er al jaren en wij scheuren langzaam
bloedend open. je drinkt, wij schreeuwen
maar je blijft drinken of je verdrinkt.
en je blijft ook hangen. overal
hebben we je meegesleept, waren
we gedwongen je voor te stellen
en in elk gesprek sluimerde je repliek.
je impact is groter, onze harten
te klein om alarm te slaan..
.

Tweede kerstdag

Willem Wilmink

.

Op deze tweede kerstdag een vrolijk stemmend (nou ja) troostrijk gedicht van dichter Willem Wilmink over de twee dagen van Kerst. Uit Bzzlletin, jaargang 6 (1977-1978)

.

Troostlied voor wie met Kerst alleen zijn

.
Wees niet zo bang voor Kerst. ’t Zijn maar twee dagen,
dat is niet meer dan achtenveertig uur.
En uren, ’t ene vlug, het and’re trager,
uren vervliegen op den duur.
.
Raak niet verloren in herinneringen,
wees toch een beetje wijzer, deze keer.
Zing maar van ‘Stille Nacht’, als je kunt zingen,
want stil zal ’t zijn, die nachten. Zeer.
.
Zing in jezelf: ‘De witte vlokken zweven’,
terwijl de regen langs de pannen ruist.
Het kind is niet in Bethlehem gebleven:
het is naar Golgotha verhuisd.
.
Denk maar eens aan de dieren die daar knagen
in veld en beemd, of hippen langs de sloot.
Die hebben meer dan jij reden tot klagen:
het grote vreetfeest is hun dood.
.
Zeg ‘nee’ als mensen je te eten vragen,
want in een andermans gelukkige gezin
daar is de kerstboom enkel te verdragen
met een uitslaande brand erin.
.
Wees niet zo bang voor Kerst. ’t Zijn maar twee dagen.
.
.

Een aardappel is geen gedicht

J. Bernlef over C. Buddingh’s ‘Ars Poetica’

.

Struinend over de zeer informatieve website https://www.dbnl.org/  kwam ik een stuk tegen dat dichter/schrijver J. Bernlef schreef in Bzzlletin jaargang 6 (1977-1978) over het gedicht ‘Ars Poetica’ van dichter C. Buddingh’ en dan vooral over de slotzin.

Wat ik zo bijzonder leuk vind aan dit stuk tekst is hoe waar het is wat Bernlef hier schrijft. Gedichten schrijven tijdens het aardappels schillen. Misschien herkennen de dichters onder ons dit wel, ik in ieder geval wel, het schrijven van gedichten in je hoofd tijdens een werkje dat A: langdurig is, B: repetitief is en C: waar je je hoofd er niet echt bij hoeft te houden. Aardappels schillen is zo’n werkje. Ik herinner mij dat ik het deed tijdens het vouwen van luiers (ja katoenen luiers, zo oud ben ik al) tijdens de afwas of tijdens schilderen van mijn slaapkamermuur pas geleden.

Wat Bernlef ook schrijft is dat je dan zo op kan gaan in je bezigheid dat de gedichten die je vormt in je hoofd al bijna automatisch gaan over waar je mee bezig bent. Ook dat herken ik maar ik weet ook dat dat niet de gedichten zijn die blijven hangen. Bernlef eindigt zijn zeer vermakelijke stuk dan ook met twee waarheden: Een gedicht is alleen maar een gedicht, een gedicht bestaat uit woorden. En: De beste gedichten schrijft men al woorden schillend. En dat laatste kan ik alleen maar bevestigen. Tijdens werkjes waar je niet bij hoeft na te denken, die repetitief zijn en langdurig kunnen je gedachten alle kanten op gaan maar uiteindelijk zijn het de woorden die je aan die gedachten verbind, een mogelijke opmaat voor een gedicht. Die gedichten schrijf je nadat je klaar met zo’n werkje. Of dat nou aardappels schillen is, luiers vouwen of de afwas doen.

Het artikel van Bernlef vind je hier https://www.dbnl.org/tekst/_bzz001197701_01/_bzz001197701_01_0122.php Het gedicht ‘Ars Poetica’ van C. Buddingh’ komt uit de bundel ‘Gedichten 1938 – 1970’ uit 1971.

.

Ars Poetica
.
ik weet het nog als de dag van gisteren
(ik was misschien 22): ik zat
te broeden op een gedicht, en mijn moeder
zat bij het raam de aardappels te schillen
.
het vers wilde maar niet lukken: het zweet
stond op mijn rug en vol ergernis dacht ik:
hoe kan men in godsherenaam dan ook
poëzie schrijven in een kamer waar
iemand aardappels zit te schillen?
.
die avond, toen iedereen sliep, maakte ik het
vers af: het was een bijzonder slecht vers
.
en pas veel later begreep ik: de beste
gedichten schrijft men al aardappels schillend
.