Site-archief

Kom met een gesis van vleugels

Leda

.

Aan de vormgeving van dichtbundels wordt over het algemeen vrij veel aandacht besteed. Omdat de vorm en omvang van een dichtbundel meestal gering is, is een opvallende vormgeving, kwaliteit en aantrekkelijkheid belangrijk om op te vallen. Ik zie met enige regelmaat nog dichtbundels, meestal in eigen beheer uitgegeven of bij een ‘uitgeverij’ die het niet zo nauw neemt met de vormgeving of de druk/papiersoort/inhoud, waar ik niet heel blij van word. En het is echt niet zoveel moeite om voor niet al teveel geld iets moois te maken.

Aan de andere kant van het spectrum zijn er bundels die niet alleen met heel veel zorg voor de vormgeving en de kwaliteit (ja ook in eigen beheer uitgegeven bundels zitten hierbij) zijn uitgegeven maar nog iets extra’s brengen. Door omvang, papierkeuze, illustraties en door hun kunstzinnige vormgeving. Zo’n bundel is ‘Kom met een gesis van vleugels’ uit 1987, uitgegeven door Athabasca met tekeningen van Charlotte Mutsaers.

In deze bundel zijn 10 gedichten opgenomen over het thema Leda en de zwaan. De bundel werd samengesteld door Jan Gielkens en Pauline Tonkens en typografisch verzorgd door Herman Dommisse. Deze bundel op A4 formaat verscheen in een oplage van 1500 stuks en 200 werden er Romeins genummerd en gesigneerd door Mutsaers. En er werd een gesigneerde zeefdruk in kleuren aan toegevoegd. Helaas heb ik een exemplaar van de 1500 maar desalniettemin is het een prachtig boek dat werd gedrukt op 200 gram Velasques papier (voor de kenners).

In de bundel staan dus 10 gedichten, allemaal voorzien van illustraties en in het geval van buitenlandse dichters ook voorzien van de tekst in de oorspronkelijke taal. De dichters zijn niet te eerste de beste: W.B. Yeats, Getrud Kolmar, Christine D’haen, H. Marsman, Aleksandr Puskin, D.H. Lawrence, Rainer Maria Rilke, Antoine-Vincent Arlnault, Paul Eluard en Marin Sorescu.

Nog even om het geheugen op te frissen of de kennis bij te spijkeren: Leda is bekend door het verhaal van ‘Leda en de zwaan’. De Griekse oppergod Zeus was verliefd op haar, maar kon haar niet overtuigen met hem geslachtsgemeenschap te hebben, hiertoe veranderde hij zichzelf in een zwaan en overweldigde Leda. Beschaamd om wat er gebeurd was, had Leda gemeenschap met haar man die avond en na negen maanden kreeg zij kinderen, die volgens zekere overleveringen uit een ei kwamen.

Zoals ik al schreef, de gedichten zijn van beroemde dichters en stuk voor stuk de moeite waard. Ik koos voor het gedicht van de Franse dichter Antoine-Vincent Arnault (1766-1834) met het gedicht ‘Sur Leda’ of zoal;s het in de Nederlandse vertaling van J. van Dijk heet ‘Over Leda’.

.

Over Leda

..

Waarom gelooft u niet dat Leda,

die eens de duivel zelf verleidde,

met een zilvervleugelige minnaar vrijde

op een ochtend, heel tevreden?

.

Helaas bestaat ze nog, die zeldzame

manier van lieven om elkander te behagen.

’t Verschil is dat het heden ten dage

Uilskuikens zijn in plaats van zwanen.

.

Leda en de zwaan

William Butler Yeats

.

Iedereen kent, of heeft weleens gehoord van ‘Leda en de zwaan’ een verhaal uit de Griekse Mythologie. Terwijl ik dit typ realiseer ik me dat waarschijnlijk maar weinig mensen dit verhaal kennen. Leda is de echtgenote van de Spartaanse koning Tyndaeros. De Griekse oppergod Zeus was verliefd op haar, maar kon haar niet overtuigen met hem geslachtsgemeenschap te hebben, hiertoe veranderde hij zichzelf in een zwaan en overweldigde Leda. Beschaamd om wat er gebeurd was, had Leda gemeenschap met haar man die avond en na negen maanden kreeg zij kinderen, die zo gaat het verhaal, uit een ei kwamen. Pollux en Helena waren deze kinderen van Zeus.

In 1933 publiceerde William Butler Yeats (1865 – 1939) in de bundel ‘The Poems of W.B. Yeats’ het gedicht over dit verhaal van Leda getiteld ‘Leda and the Swan’. In de bundel ‘de mooiste van William Butler Yeats’ samengesteld door Koen Stassijns en Ivo van Strijtem, staat een vertaling van dit gedicht door Paul Claes getiteld ‘Leda en de zwaan’.  Deze vertaling werd op haar beurt genomen uit de bundel ‘De liefste. Onsterfelijke liefdesverzen’ uit 1990.

.

Leda and the Swan

.

A sudden blow: the great wings beating still
Above the staggering girl, her thighs caressed
By the dark webs, her nape caught in his bill,
He holds her helpless breast upon his breast.
.
How can those terrified vague fingers push
The feathered glory from her loosening thighs?
And how can body, laid in that white rush,
But feel the strange heart beating where it lies?
.
A shudder in the loins engenders there
The broken wall, the burning roof and tower
And Agamemnon dead.
                                  Being so caught up,
So mastered by the brute blood of the air,
Did she put on his knowledge with his power
Before the indifferent beak could let her drop?
.
.
Leda en de zwaan
.
Opeens een slag: nog klappen wieken boven
Het wankelend meisje, dijen worden zwart
Gestreeld door vliezen, bek om nek geschoven,
Hij houdt haar weerloos hart tegen zijn hart.
.
Hoe kunnen die verschrikte vingers vaag
De veren pracht slaan van haar dij die zwicht?
En hoe zou vlees onder dit wit gevlaag
De vreemde hartslag voelen waar het ligt?
.
Een lendensiddering wekt daar als vrucht
De wal in puin, toren en tin vol rook
En Agamemnon dood.
                                     Zo opgepakt,
Zo overmand door ’t brute bloed der lucht,
Verkreeg zij met zijn kracht zijn kennis ook,
Eer zij de achteloze bek ontzakt.
.
                                                                                                                                    Schilderij: Valdemar Alekson