Site-archief

October

Top Naeff

.

De in Dordrecht geboren Top Naeff (1878-1953) is niet alleen de schrijfster van een van de bekendste meisjesboeken van Nederland, ‘School-idyllen’ ze schreef ook verhalen, brieven, toneelspelen en boeken voor volwassenen. En daarnaast was ze dichter. Naeff was het grote voorbeeld van die andere bekende schrijfster van meisjesboeken Cissy van Marxveldt (1889-1948) bekend van haar boeken rond Joop ter Heul.

In 1947 verscheen van Naeff de bundel ‘Klein witboek’ verzen 1940-1945. Deze bundel bevat oorlogsgedichten zo lees ik op de website schrijversinfo.nl en het gedicht ‘October’ dat ik nam uit ‘Facetten der Nederlandse poëzie’ van Kloos tot Elsschot, uit de Nimmer dralend reeks, enkel deel no. 68, komt uit die bundel. Aan de tijdsaanduiding in de vijfde strofe lijkt dit gedicht geschreven te zijn in 1944.

.

October

.

De ramen rillen heel den langen dag,

De kamer is zo stil, haast zonder leven.

Het is, of de oude aarde staat te beven.

Ademloos wachtend den genadeslag.

.

Ik doe mijn best een boeiend boek te leze:

De letters lees ik, mij ontgaat de zin.

De stilte vol bedreiging spint mij in,

Schrikbeelden komen voor mij opgerezen:

.

Nog ver is ’t groot geschut – de lafaard vreest –

Maar vrienden en bekenden die daar wonen,

Ginds, in die al bereikte helse zone,

Zweven, in doodsnood vluchtend, voor mijn geest.

.

Dan scheurt de lucht met knetterende slagen

Een kort alarm – het is alweer voorbij.

Mijn hart zingt zacht een doden-litanei,

De stilte valt nog moeilijker te dragen.

.

In het plantsoen de laatste herfstsering.

De dagen ijlen als verwarde dromen…

Wij wachten lang tot de kanonnen komen.

Wordt dit de vierde overwintering?

.

— — — — — — — — — — — — — — — — —

,

Terwijl de wereld in haar puin verzinkt

En wij niet weten waar we ’t zoeken moeten,

Daalt van Gods troon op strompelende voeten

De kleine Vrede, bloedend en verminkt.

.

 

 

Apollo’s reis door Nederland

Een verzameling geografische gedichten

.

In 1956 verscheen bij Nijgh & Van Ditmar in de Nimmer Dralend Reeks (nummer 56) ‘Apollo’s reis door Nederland’ een verzameling geografische gedichten samengevoegd door Laurens van der Waals. Gedichten over plaatsen, forten, duinen, sloten, weiden, molens, rivieren en dorpen. Door dichters als Aafjes, Achterberg en Marsman maar ook Jan Walch, E. den Tex en J. Jac Thomson. Ruim 140 pagina’s gedichten en poëzie over Nederland in al haar facetten.

Ook over het deel van Den haag waar ik woon staat een gedicht in de bundel, daarom mijn keuze voor dit gedicht van J.C. Bloem.

.

Scheveningen: mistige wintermiddag

.

Doodstille decemberdag,
Nevel en stilte overal.
Geen enkel geluid maakt gewag
Van een wereld van schijn en schal.

Landwaarts is het kil, maar de kust
Is zoel als een najaarsnoen,
Betogen door een rust
Als van een eeuwig seizoen.

Na de ijdele praal van feest
Schijnt het wanstaltig vertoon
Van bouwsels en plompen geest
Verheven en bijna schoon.

De zwarte brug in de zee
Reikt naar den wolkenden gloor
Van een zon, die niet blonk, en verglee’
In den zilveren mist teloor.

Wat vissers langs ‘t eenzaam strand,
En kindren, spelend op straat —
En de golven, spoelend aan land,
Het geruis, dat hen nooit verlaat.

O meisje, o jonge bruid,
Uw lippen zijn warm en rood,
Het leven dat niemand stuit,
Bloeit eens uit uw wachtenden schoot,
Gij lacht, en uw stap klinkt luid —
Maar het eind van dit al is de dood.

.

apollos-reis-door-nederland-42052209