Site-archief
Puntig licht
Inge Boulonois
.
Dichter Inge Boulonois ken ik al sinds 2008 toen ik samen met haar (en nog enige anderen) mocht voordragen in het huiskameratelier van Alja Spaan tijdens Alkmaar Anders. Sindsdien volg ik haar en schreef ik onder andere over haar laatste bundel Voor waar genomen uit 2021. In MUGzine was ze één van de vier light verse dichters die nummer 8 vulde en nu is er een nieuwe bundel met light verse gedichten van haar verschenen.
In deze nieuwe bundel ‘Puntig licht’ staan maar liefst 100 nieuwe, luchtige gedichten. De onderwerpen zijn divers: van kunst tot vakantie, van lockdown tot mei, van wandelende tak tot kamasoetra. En zoals we gewend zijn van Inge komt een verrassende diversiteit aan versvormen aan de orde in de bundel.
In het voorwoord schreef light verse dichter (ook in nummer 8 van MUGzine) Frank van Pamelen over haar gedichten: ‘Ik heb inmiddels heel wat werk van haar tot mij genomen, en steevast gaat dat gepaard met een gelukzalige glimlach’. Uit deze nieuwe bundel het gedicht ‘De goeie ouwe tijd’.
.
De goeie ouwe tijd
.
Bezwaren tegen asbest had geen hond,
Roundup werd door de boeren luid bezongen,
tabak gold als ontspanning voor de longen,
lang in de zon was nuttig én gezond.
.
Dus welke wijsheid nu ook wordt beweerd:
wat goed is, blijkt soms later goed verkeerd!
.
Ietsnut
Wim Meyles
.
De poëzie is een veelkoppig, maar meestal vriendelijk, monster. Of misschien moet ik schrijven dat de poëzie vele gezichten heeft. Eén van die gezichten is de light verse. Ik schreef al vaker over light verse zoals over Het Vrije Vers,en MUGzine nummer 8 stond volledig in het teken van deze meestal vrolijke vorm van poëzie.
In diezelfde MUGzine waren gedichten opgenomen van Wim Meyles (1949). Naast dichter is Wim beeldhouwer, schrijver, ontwerper van spellen, en heeft hij veertig jaar in het voortgezet onderwijs gewerkt als schooldecaan en docent Engels.
In 2020 kwam zijn bundel ‘Ietsnut’ uit bij Elikser uitgeverij. Naast vele light verse gedichten bevat de bundel ook twee minicursussen ‘Zelf plezierdichten’ en ‘Spelen met taal’.
Uit deze bundel nam ik het gedicht ‘Uitgevogeld’. Aan de ene kant omdat ik deze week al schreef over de Spreeuw en aan de andere klant omdat ik pas geleden nog sprak met Alek Dabrowski over zijn nieuwe boek ‘Mannen met hobby’s’ waarin de vogelaar zeker voorkomt.
.
Uitgevogeld
.
Ik zocht naar een hobby die echt bij me past.
Ja vogeltjes kijken! Ik werd enthousiast.
Ik zag met mijn kijker de mus en de zwaan,
maar nergens een glimp van een korhoen of -haan.
Ik spotte geen zwartkop, geen roodborsttapuit
en hoorde noch goudvink-, noch blauwborstgefluit.
Van roerdomp tot geelgors, van tjiftjaf tot uil
hield al het gevederde zich voor mij schuil.
Ik kan het niet vatten, dus zegt u het maar.
Misschien ben ik domweg een pechvogelaar.
.






