Site-archief

Er staat nog een stoel

Marijke Hooghwinkel²

.

Afgelopen vrijdag kwam ik Marijke Hooghwinkel tegen bij een voordracht in Breda. Thuis gekomen nam ik haar bundel ‘er staat nog een stoel’ er weer eens bij die ze in oktober 2016 publiceerde bij uitgeverij MeerPeper. Het was de wens van Derrel Niemeijer, de ons helaas ontvallen dichter en naast Lea Theunissen, medeoprichter van de uitgeverij, om Marijke bij MeerPeper te laten debuteren.

Marijke is autonoom beeldend kunstenaar, dichter, schrijver en ze organiseert het 1m² Podium. Een van haar thema’s is Onderweg en Ruimte. In de bijzonder fraai en met zorg uitgegeven bundel ‘er staat nog een stoel’ staan 28 gedichten, allemaal zonder titel en allemaal persoonlijk van toon zoals ook het volgende gedicht.

.

waar realiteit

lekt

vallen kelders

.

hier blijf ik staan

op de

.

drempel

.

zie ik jou in mij zie ik

mij in jou wij ballen ons

samen

.

hier blijf ik staan

naar andere diepten

waar jij zult verlangen

naar mij

.

of zal ik deze spiegel metéén

leegvegenwant

jij kijkt vanuit jouw taal

.

mijn blik kruist ooit

vooruit met jou mee

.

Ginder

Onderweg

.

De bundel ‘Enkelvoud’ uit 1991 van Herman de Coninck bestaat uit drie delen of hoofdstukken. ‘Het meervoud van geluk’, ‘Zonder’ en ‘Onderweg’. Het laatste gedicht uit de bundel is ‘Ginder’ en volgt na twee gedichten Hier [1] en Hier [2]. Hoewel de titels van de drie gedichten enige samenhang suggereren heb ik die niet kunnen ontdekken. Wel tussen de gedichten Hier [1] en [2] maar niet met Ginder.

Omdat ik al gekozen had voor ‘Ginder’ houden jullie de andere twee gedichten tegoed. Of je leest ze zelf in ‘Enkelvoud’ natuurlijk.

.

Ginder

.

Ik zoek een dorp.

En daarin een huis. En daarin een

kamer, waarin een bed, waarin een vrouw.

En in die vrouw een schoot.

.

Buiten maakt de rivier zich breed

om ver te gaan, de zilvergeschubde,

vissenhebbende, botendragende,

zeezoekende, hierblijvende.

.

Zo zoekt een vergelijking

een gedicht voor de nacht,

een man een vrouw,

een leeslint een vouw.

Nacht klapt het boek dicht.

.

rivier 2

 

Iemand moet altijd gemist worden

Recensie van een dichtbundel van Antoinette Sisto

.

Afgelopen zaterdag presenteerde Antoinette Sisto haar derde dichtbundel ‘Iemand moet altijd gemist worden’. Na de bundels ‘Het verre huis’ uit 2006 en ‘Dichter bij de dagen’ uit 2013 nu dus haar derde bundel bij uitgeverij Oorsprong.

Ik was een van de dichters die Antoinette had uitgenodigd om de presentatie extra glans te geven maar door een ongelofelijke stomme fout van mijn kant (vergissen in de dag) was ik er niet bij. Ik kan aanvoeren dat ik een hele drukke week achter de rug had en me de hele week al niet lekker voelde maar feit blijft dat ik Antoinette in de steek heb gelaten en daar baal ik enorm van. Desondanks was de presentatie een groot succes met bijdragen van Herbert Mouwen, Peter W.J. Brouwer, Jos van Daanen, Wilma van den Akker en niet in de laatste plaats Antoinette zelf.

Dan de bundel.

´Iemand moet altijd gemist worden´ bestaat uit 7 delen of hoofdstukken met als titel: Onderweg, Focus, Achter glas, Iemand moet altijd gemist worden, De man in het gedicht, Schrijven als anderen slapen en Zicht op de stad.

De poëzie van Antoinette laat zich het best omschrijven als observerend waarbij ze gebruik maakt van elegante taal. In het hoofdstuk ‘Onderweg’ is de afwezigheid van de ander steeds aanwezig, in een vorm van melancholisch herinneren. In ‘Focus’ staat  liefdespoëzie die ik het liefste lees, tussen de regels doorlezen op zoek naar waar de liefde zich bevind. Maar ook hier overvalt me soms een zekere triestheid bij het lezen. ‘Achter glas’ lijkt het keerpunt in deze bundel. In de eerste twee hoofdstukken moeten zaken uit het verleden worden beschreven, verwerkt  om in ‘Achter glas’ met een schone lei, opnieuw  te kunnen beginnen. Dit hoofdstuk ademt een nieuw positief gevoel uit, een nieuwe start (lentezon, het jonge gras).

In het gedicht ‘Keukenprinses’ straalt een nieuwe ik, ondeugend en klaar voor iets nieuws. Of in het gedicht ‘Tomeloos’ waarin de herfst tot de nieuwe lente wordt gemaakt, waarna dit in het gedicht ‘Mantra’s’ nog eens wordt bevestigd.

In ‘De man in het gedicht’ legt Antoinette uit hoe het zit met de man en de vrouw in haar poëzie. Misschien had ze hier mee moeten beginnen maar aan de andere kant, het verklaard maar veranderd niet, het bevestigd mijn idee dat deze bundel een bundel van hoop is, van verandering.

In ‘Schrijven als anderen slapen’ laat Antoinette zien dat dat is wat ze doet, ze geeft een proeve weg van haar poëzie over een aantal onderwerpen die los staan van de eerdere hoofdstukken, om te eindigen met ‘Zicht op de stad’ waarin gedichten over de stad. Een voorzet voor een volgende bundel wellicht?

Al met al moet ik zeggen dat ik de bundel met veel plezier heb gelezen. Sommige gedichten moet je een paar keer lezen om ze echt goed te kunnen duiden maar de poëzie van Antoinette is heel toegankelijk en rustig van toon. Het enige dat je mist bij het lezen is de stem van Antoinette, haar te horen voordragen voegt werkelijk iets toe aan de beleving van haar poëzie.

De bundel is binnenkort te koop via de boekhandel of bij uitgeverijoorspong.nl

.

Een gedicht dat ik had willen voordragen bij de presentatie uit het hoofdstuk ‘Onderweg’ is ‘Maandag, 15.29u, Antwerpen Centraal’.

.

maandag, 15.29u, Antwerpen Centraal

.

Een snellere dienstregeling

heeft de oude verdrongen

tijd in kiosken wordt weggebladerd

lucht door optrekkende treinen verplaatst

.

een roltrap daalt naar drie niveau’s diepte

betonnen perrons onder de grond

uit mijn blikveld haasten zich reizigers

naar richtingen uiteenlopend onbekend.

.

Wie sla ik hier gade?

de man die op zijn vrouw wacht

de vrouw die verlangt naar haar minnaar

de moeder die zoekt

naar een lang gemiste zoon

.

de émigré die slechts stationsgeur

hier komt ruiken, geknars van remmen

wil beluisteren

als muziek zonder welke hij niet slapen kan.

.

sisto1

%d bloggers liken dit: