Site-archief

Met niets is alles begonnen

Ellen Lankman

.

In 2014 debuteerde Ellen Lanckman (1975) met de bundel ‘Over deugd en andere mankementen’, in 2015 gevolgd door ‘Dagen van glas’ die ze samen met fotograaf Hendrik Boxy maakte. In 2016 verscheen de bundel ‘vogel-jong’ en in 2018 kwam haar voorlopig laatste bundel ‘Met niets is alles begonnen’ uit. Bij haar fans staat Ellen Lanckman bekend als de ‘koningin van de melancholie’. Ze schrijft toegankelijke poëzie, die haar kracht verleent aan de eenvoud. Ellen heeft weinig woorden nodig om de juiste snaar te raken.

Ellen publiceerde geregeld in literaire en kunsttijdschriften, nam al deel aan talrijke tentoonstellingen, waar haar poëzie vaak gekoppeld wordt aan een andere kunstvorm. In de zomer van 2019 was een van haar gedichten te zien op Kunstenfestival Watou. Tegenwoordig is de poëzie wat op de achtergrond geraakt, is ze verpleegkundige en schrijft ze op haar blog Nursing over haar werk in de palliatieve zorg.

In de bundel ‘Met niets is alles begonnen’ verkent Ellen Lanckman alle kleuren van de melancholie, kantelend tussen nacht en dag, verleden en heden, illusie en waarheid. Lanckman creëert in haar nieuwe gedichten een weemoedige, wat spookachtige maar ook zeer herkenbare sfeer, die je bij de keel grijpt en niet meer loslaat. Dat is wat de uitgeverij ons beloofd op de achterflap. Herkenbaar? Zeker. Lees het gedicht zonder titel uit de bundel en oordeel zelf.

.

Hoe je kneedt en knijpt

om jezelf terug te halen

uit de mist van de ochtend

en een oude droom.

.

Hoe het beeld in de spiegel

steeds scherper wordt

en het zachte in je gezicht

wordt weggeveegd.

.

Ze lieten je geloven

dat breekbaarheid een zwakte is.

.

Biologica

Leo Vroman

.

Het thema van de Poëzieweek mag dit jaar dan Natuur zijn, in 2018 verscheen van dichter Leo Vroman (1915-2014) postuum de bundel ‘En toch is alles wat we doen natuur’ de mooiste gedichten over het leven in en rondom ons. Vroman was een Nederlands-Amerikaans dichter, (toneel)schrijver, tekenaar, schilder, bioloog en hematoloog. In Nederland is hij echter vooral bekend als dichter. Zelf beschouwde hij zich allereerst als wetenschapper. Vroman woonde en werkte vanaf 1947 in de Verenigde Staten en werd in 1951 Amerikaans staatsburger. Desalniettemin geldt hij als een van de belangrijkste Nederlandse dichters van de vorige eeuw.

Vromans werd tijdens zijn leven meerdere malen bekroond. Zo ontving hij onder andere in 1950 de  Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs voor ‘Gedichten, vroegere en latere’ in 1964 de P.C. Hooft-prijs voor zijn oeuvre, en in 1996 de VSB Poëzieprijs voor ‘Psalmen en andere gedichten’.

Vromans gedichten zijn levendig en herkenbaar, al sinds zijn debuut in 1946. Hij behoort tot geen enkele stroming binnen de literatuur, maar heeft een speelse, grillige, soms surrealistische stijl. Criticus Kees Fens noemde Vroman ooit ‘de vlakbijste dichter’ van Nederland, wat iets zegt over de toegankelijkheid van zijn poëzie.

Zoals gezegd verscheen in 2018 de bundel ‘En toch is alles wat we doen natuur’ en uit deze bundel koos ik het gedicht ‘Biologica’ dat eigenlijk voor zichzelf spreekt.

.

Biologica

.

Ik was altijd al omgeven

door al die schattige vormen

van het aardse leven.

Neem nou die regenwormen.

Als kind al, hoe mij zo’n regen-

worm dringend moest doorboren

tussen mijn vingertjes door en

terug naar de natte grond,

daar kon ik gewoon niet tegen.

Drukte ik niet vaak met mijn meest

innige liefde mijn mond

zoetsappig op zo’n beest?

Hoe dieren elkander vinden!

Eerst even snuffelen,

dan elkaar knuffelen

en dan verslinden.

Heerlijk te worden omgeven

door al dat leven.

.

Iemand moet altijd gemist worden

Recensie van een dichtbundel van Antoinette Sisto

.

Afgelopen zaterdag presenteerde Antoinette Sisto haar derde dichtbundel ‘Iemand moet altijd gemist worden’. Na de bundels ‘Het verre huis’ uit 2006 en ‘Dichter bij de dagen’ uit 2013 nu dus haar derde bundel bij uitgeverij Oorsprong.

Ik was een van de dichters die Antoinette had uitgenodigd om de presentatie extra glans te geven maar door een ongelofelijke stomme fout van mijn kant (vergissen in de dag) was ik er niet bij. Ik kan aanvoeren dat ik een hele drukke week achter de rug had en me de hele week al niet lekker voelde maar feit blijft dat ik Antoinette in de steek heb gelaten en daar baal ik enorm van. Desondanks was de presentatie een groot succes met bijdragen van Herbert Mouwen, Peter W.J. Brouwer, Jos van Daanen, Wilma van den Akker en niet in de laatste plaats Antoinette zelf.

Dan de bundel.

´Iemand moet altijd gemist worden´ bestaat uit 7 delen of hoofdstukken met als titel: Onderweg, Focus, Achter glas, Iemand moet altijd gemist worden, De man in het gedicht, Schrijven als anderen slapen en Zicht op de stad.

De poëzie van Antoinette laat zich het best omschrijven als observerend waarbij ze gebruik maakt van elegante taal. In het hoofdstuk ‘Onderweg’ is de afwezigheid van de ander steeds aanwezig, in een vorm van melancholisch herinneren. In ‘Focus’ staat  liefdespoëzie die ik het liefste lees, tussen de regels doorlezen op zoek naar waar de liefde zich bevind. Maar ook hier overvalt me soms een zekere triestheid bij het lezen. ‘Achter glas’ lijkt het keerpunt in deze bundel. In de eerste twee hoofdstukken moeten zaken uit het verleden worden beschreven, verwerkt  om in ‘Achter glas’ met een schone lei, opnieuw  te kunnen beginnen. Dit hoofdstuk ademt een nieuw positief gevoel uit, een nieuwe start (lentezon, het jonge gras).

In het gedicht ‘Keukenprinses’ straalt een nieuwe ik, ondeugend en klaar voor iets nieuws. Of in het gedicht ‘Tomeloos’ waarin de herfst tot de nieuwe lente wordt gemaakt, waarna dit in het gedicht ‘Mantra’s’ nog eens wordt bevestigd.

In ‘De man in het gedicht’ legt Antoinette uit hoe het zit met de man en de vrouw in haar poëzie. Misschien had ze hier mee moeten beginnen maar aan de andere kant, het verklaard maar veranderd niet, het bevestigd mijn idee dat deze bundel een bundel van hoop is, van verandering.

In ‘Schrijven als anderen slapen’ laat Antoinette zien dat dat is wat ze doet, ze geeft een proeve weg van haar poëzie over een aantal onderwerpen die los staan van de eerdere hoofdstukken, om te eindigen met ‘Zicht op de stad’ waarin gedichten over de stad. Een voorzet voor een volgende bundel wellicht?

Al met al moet ik zeggen dat ik de bundel met veel plezier heb gelezen. Sommige gedichten moet je een paar keer lezen om ze echt goed te kunnen duiden maar de poëzie van Antoinette is heel toegankelijk en rustig van toon. Het enige dat je mist bij het lezen is de stem van Antoinette, haar te horen voordragen voegt werkelijk iets toe aan de beleving van haar poëzie.

De bundel is binnenkort te koop via de boekhandel of bij uitgeverijoorspong.nl

.

Een gedicht dat ik had willen voordragen bij de presentatie uit het hoofdstuk ‘Onderweg’ is ‘Maandag, 15.29u, Antwerpen Centraal’.

.

maandag, 15.29u, Antwerpen Centraal

.

Een snellere dienstregeling

heeft de oude verdrongen

tijd in kiosken wordt weggebladerd

lucht door optrekkende treinen verplaatst

.

een roltrap daalt naar drie niveau’s diepte

betonnen perrons onder de grond

uit mijn blikveld haasten zich reizigers

naar richtingen uiteenlopend onbekend.

.

Wie sla ik hier gade?

de man die op zijn vrouw wacht

de vrouw die verlangt naar haar minnaar

de moeder die zoekt

naar een lang gemiste zoon

.

de émigré die slechts stationsgeur

hier komt ruiken, geknars van remmen

wil beluisteren

als muziek zonder welke hij niet slapen kan.

.

sisto1

%d bloggers liken dit: