Site-archief

Nog lang niet halverwege

Wout Waanders

.

Dichter, schrijver en performer Wout Waanders (1989) is heel actief. Niet alleen met zijn Literaire Boyband (die hij samen met Laurens van de Linde, Jelko Arts, Martin Rombouts en Koen Frijns vormt) maar ook door de publicatie van zijn nieuwe dichtbundel ‘We zijn nog lang niet halverwege’.

Voor het collegejaar 2008/2009 werd hij benoemd tot campusdichter toen hij studeerde aan de Radbout universiteit in Nijmegen. Hij was hoofdredacteur van literaire tijdschrift Op Ruwe Planken en won in 2012 de prestigieuze Poëzieprijs van de Stad Oostende. In 2015 publiceerde hij bij productiehuis Wintertuin het chapbook ‘Olifantopia’.

In 2020 debuteerde Wout als dichter met zijn bundel ‘Parkplan’, waar hij in 2021 de C. Buddingh’ prijs voor ontving, en in 2022 verschenen gedichten van hem in MUGzine #13. In 2023 werd hij als dichter en alumnus / artist in residence door de Radbout universiteit gevraagd om uit 100 proefschriften die in de afgelopen 100 jaar zijn verschenen (uit elk jaar dat de universiteit bestaat 1 proefschrift), poëtische zinnen of ideeën te halen en daar 10 nieuwe gedichten van te maken.

En nu is er dus een nieuwe dichtbundel van zijn hand verschenen. De bundel ‘We zijn nog lang niet halverwege’ is volgens de uitgever: “Een bundel in het schemergebied tussen poëzie en fantasy, waar verdriet de vleugels heeft van een fabeldier en de zon een pinguïn is. Voor iedereen die ervan houdt soms te ontsnappen naar een wereld waar dieren kunnen praten, en waar je je zorgen als luchtballonnen op kan laten. Een bundel over reizen, maar vooral over reiken, naar anderen, want je verhouden tot een ander is een uitstapje op zichzelf.”

Ik ben benieuwd. Als voorproefje alvast het gedicht ‘Op reis’ dat ik al bladerend koos, gewoon omdat ik net op reis ben geweest.

.

Op reis

.

Vrienden van me hebben nieuwe fietsen gekocht.

Ze willen ermee naar India. En mijn buurman

vertrekt binnenkort naar de Noordpool, hij zegt

blijf niet te lang hangen, niet op dezelfde plek.

.

Maar later raak ik met een meisje in gesprek

voor het stoplicht aan de Jacobslaan, amper twee straten

bij mij vandaan. Pas bij groen vraag ik het aan haar,

.

waar ik dan heen moet gaan, welk

eiland verafgelegen. Ze lacht eerst even, en gaat dan

op de trappers staan, terwijl ze zegt: ontmoeten

is een machtige vorm van bewegen.

.

Zijn jas

Rutger Kopland

.

Uitgeverij Maarten Muntinga gaf van 1983 tot 2012 de befaamde Rainbow pockets uit. De reeks is genummerd en was jarenlang ook herkenbaar aan een duidelijk geelkleurige rug met zwarte letteropdruk. Aanvankelijk werden de Rainbow Pockets uitgegeven als goedkopere herdruk van een reeds bestaand werk dat al een goede verkoop had gekend en waar nog vraag naar was. Later verschenen er ook uitgaven die door uitgeverij Muntinga samengesteld of geredigeerd werden, zoals de bloemlezing ‘Doen en laten’ uit het werk van de dichter Judith Herzberg.

De Rainbow pockets kom ik nog regelmatig tegen in kringloopwinkels en tweedehandsboekenzaakjes. Hoewel het merendeel van de serie proza betreft, zitten er toch ook een aantal poëziepockets tussen. Zo heb ik uit de reeks nummer 172 ‘Doen en laten’ van Judith Herzberg, 662 ‘Vergeet mij niet’ gedichten over afscheid en herinnering, 758 ‘Daar zijn woorden voor’ van Toon Tellegen en 940 ‘Op reis, de mooiste reisgedichten voor onderweg’.

In nummer 662, ‘Vergeet mij niet’ uit 2003, staat een prachtig gedicht van Rutger Kopland (1934-2012) over een nog maar pas overleden vader getiteld ‘Zijn jas’.

.

Zijn jas

.

Mijn vader J was nog maar net

gestorven toen mijn moeder A

zijn nieuwe regenjas voorzichtig

van de kapstok nam. Pas eens,

zei ze, hij was er zo trots op.

.

Daar stond ik dan en voelde

aan de mouwen en bij het sluiten

van de knopen hoe dood hij was

en hoe ver weg mijn jeugd. Oud

en zwak zou ik worden, in deze

plooien zou mijn huid gaan hangen

om mijn knoken.

.

Magneetbord vol memorabilia

Ellen Vedder

.

Uit de bundel ‘Op reis’ van de 2e nationale poëziewedstrijd Hillegom uit 2011 het gedicht ‘Magneetbord vol memorabilia’ van Ellen Vedder speciaal voor de thuisblijvers.

.

Magneetbord vol memorabilia

.

kleine stoffen Gandhi, ja hij past

tussen een puntje echt lijkende brie,

een minikrat wijnflesjes en een kameel

.

vol nep briljanten. ’t Koekoeksklokje

van plastic, een sprinkhaan gevangen

in glas en twee peperdure paardjes

.

handgesneden en beschilderd, import

folklore. Een gummi hart verstopt zich

tussen een dolfijn en bolle boeddha

.

zonder hoofd. Daarnaast de souvenirs

van trouwen in Rome en een aanzet

tot poëzie in magnetische letters.

.

De klimmer, een berg

Sander Koolwijk

.

Poëzie hoeft niet altijd heel ingewikkeld te zijn, hoogdravend of doorwrocht, poëzie kan ook helder en duidelijk zijn. Wanneer je het leest weet je waar het over gaat. Dan is het idee, of de manier van opschrijven wat het interessant maakt. In de bundel ‘Op reis’ de mooiste reisgedichten voor onderweg, samengesteld door Henk van Zuiden, uit 2009 en uitgegeven als Rainbowpocket, staat zo’n gedicht.

Van Sander Koolwijk is het gedicht ‘De klimmer, een berg’ opgenomen dat eerder verscheen in ‘Bergstraat 55’ in 2002 bij Sillen Media Projecten.

.

De klimmer, een berg

.

Aan het einde van de vlakte

staat een berg, een hoge berg.

.

Voor de berg

staat een persoon, een klimmer.

.

Bovenop de berg

staat niemand.

.

Maar dat komt nog wel, want

voor de berg

.

staat een klimmer.

.

Autoroute du soleil

Elly de Waard

.

Van mijn dochter kreeg ik voor Vaderdag de fijne bundel ‘Op reis’ de mooiste reisgedichten onderweg. Ik ben gek op verzamelbundels rond een thema, daar staan vaak gedichten in die je nergens anders meer leest (naast vaak gedichten die je overal leest maar dat terzijde). In deze Rainbow Pocket uit 2009 kwam ik het gedicht ‘Autoroute du soleil (A7)’ tegen van Elly de Waard. Dit gedicht werd oorspronkelijk gepubliceerd in ‘Het zij’ uit 1995 en bracht mij even terug naar de lange autoreizen over deze bekende route van Lyon naar Marseille.

.

Autoroute du soleil (A7)

.

Waar

kantige bergen oprijzen

.

uit de nevelige verten

en wolken van gouden brem

.

zijn neergeslagen in de berm –

de averechts stijgende

.

puntcipressen de indruk van

vulkanen bevestigen

.

en een ongebreidelde hitte

zwavelt er de lucht – alleen

.

tussen toppen en als wolken

daaronder te liggen, rots-

.

klauwen, bavianekoppen

en te verlangen naar alle verre

.

en onbekende jonge vrouwen

omgeven door majoraan

.

waarvan de blaadjes in het gele

hangende gras groen overeind

.

zijn blijven staan en die gaan

geuren als we ze aanraken, als

.

we ze kneuzen – de zo zacht

behaarde die weer zijn zoals

.

nabije en bejaardere

vrouwenwangen

.