Site-archief
Genieten van kunst
Dubbelgedicht
.
Dat er veel onderwerpen zijn waarover dichters schrijven is duidelijk. Feitelijk kan een dichter over alles schrijven. Opmerkelijk is het dat bepaalde onderwerpen dan juist weer veel voorkomen, waarschijnlijk omdat het veel mensen aanspreekt (liefde, dood, het dichterschap). Ook over kunst of eigenlijk over losse kunstwerken wordt veel gedicht. Zelf heb ik me daar ook ‘schuldig’ aan gemaakt (bijvoorbeeld mijn gedicht ‘Mae West Sofa’ over het gelijknamige kunstwerk van Salvador Dali https://www.deoptimist.net/2012/09/vers-in-de-etalage-17/ ).
Het is eigenlijk veel leuker om te kijken hoe dichters in algemene zin naar kunst kijken en erover schrijven, dus niet over een bepaald kunstwerk maar over de kunsten in brede zin. Daarover gaat dit dubbel gedicht.
Het eerste gedicht is van Willem Wilmink (1936 – 2003) en is getiteld ‘Kunstgenot’. Een gedicht waarin beschreven wordt hoe er van kunst (in dit geval klassieke muziek) genoten wordt door mensen die van kunst houden. het gedicht komt uit ‘Zeven liedjes voor een piek’ uit 1972.
In het tweede gedicht wordt door dichter Jules Deelder (1944 – 2019) ook de vraag gesteld wie er van kunst houdt, maar hier neemt het gedicht toch een heel andere wending. Het gedicht ‘Kunst’ komt uit ‘Renaissance; gedichten ’44 – ’94’ uit 1994.
.
Kunstgenot
(Wijze: Beethoven’s Negende, Slotkoraal)
Zij die vielen
Jules Deelder, laatste keer dichter van de maand
.
Ten tijde van het Europees Kampioenschap voetbal in Duitsland schreef Jules Deelder het gedicht ‘Nationaal gedicht’ waarin hij een verwijzing naar een ander gedicht van hem gebruikte namelijk het gedicht ‘Zij die vielen’ uit de bundel ‘Renaissance gedichten ’44-’94’, uit 1994.
Waar het eerste gedicht over voetbal en de oorlog gaat, is het tweede volledig gewijd aan de oorlog. Zoals je van Deelder mag verwachten.
.
Nationaal gedicht
(21-6-’88)
Oooooooo!
Hoe vergeefs
des doelmans hand
zich strekte
naar de bal
die één minuut
voor tijd
de Duitse doel-
lijn kruiste
Zij die vielen
rezen juichend
uit hun graf
.
Zij die vielen
.
Op een glooiing langs de weg
Eergens tussen Verdun en Metz
Liggen onder zwarte kruizen
Naast vele ‘unbekannte’ Duit
Schers ook Max Rust en Karl
Knoche voor lul het Laatste
Oordeel af te wachten met
.
Naast zich Kurt Engel en
Oswald Granat en Friedrich
Held en Emil Waghals dáár
Weer naast en iets verderop
Heinz Pardon en Oskar Fried-
Hof en Gottlob Puf die uit-
Gerekend kanonnier was en
.
In ’t enige door bloemen ge-
Markeerde graf Otto Blümchen
Geflankeerd door – zonder
Dollen – Ernst Kopfschutsz
En Franz Schlemiel met dáár
Weer naast – o ironie – the
One and only Jakob Krieg
.





