Site-archief
Villon vervolgd
Geplaatst door woutervanheiningen
Rondeel
.
Vandaag sta ik voor mij boekenkast en pakte ik, zonder te kijken, de bundel ‘Villon vervolgd’ Bargoense en apocriefe verzen van François Villon Nederlands van Ernst van Altena, uitgegeven 1985. Voor de oorspronkelijke vertaling van de ‘Verzamelde gedichten’ van François Villon ontving Ernst van Altena in 1965 de Martinus Nijhoffprijs voor de beste vertaling. In deze heruitgave uit 1985 zijn ook de 12 balladen in het Bargoens of roverlatijn toegevoegd.
Ik opende de bundel zonder te kijken en kwam op pagina 119 uit en daar staat het gedicht ‘VI. Rondeel’ waarin François Villon (1431/1432 – na 1463) zijn liefde (en de daarbij behorende frustratie wanneer die liefde niet wordt beantwoord) voor een onbereikbare vrouw beschrijft.
.
VI. Rondeel
.
Als liefde dit is, kan ’t mij niet bekoren;
Ik dien een vrouw die hoogst welgeboren
bevredigen zou aan hof of kanselarij.
En ik bemin haar zeer, maar niet zij mij.
Dies roem ik haar hier niet met rode oren.
.
Hoezeer haar lijf in schoonheid ook mag gloren,
mijn ode aan haar dien ik hier nu te smoren,
neem ’t me niet kwalijk, maar het is voorbij:
als liefde dit is, kan ’t mij niet bekoren.
.
Als ik haar zeg, dat ik slechts naar behoren
met hart en ziel aan haar wil toebehoren,
wijst ze me af en zonder medelij.
Dus weet ik wat te doen nu met die prij:
ze raakt mijn spel en erewoord verloren.
Als liefde dit is, kan ’t mij niet bekoren.
.
Geplaatst in (bijna) vergeten dichters, Dichtbundels, Favoriete dichters, Franse dichters, Liefdespoëzie, Uit mijn boekenkast
Tags: (1431/1432 - na 1463), 12 balladen, 1965, 1985, Bargoens, Bargoense en apocriefe verzen, beste vertaling, Blind gepakt, dichtbundel, dichter, Ernst van Altena, Francois Villon, Frankrijk, Franse dichter, frustratie, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, liefde, Liefdesgedicht, liefdespoëzie, Martinus Nijhoffprijs, onbeantwoorde liefde, oorspronkelijke uitgave, poëzie, poëziebundel, Rondeel, roverlatijn, Uit mijn boekenkast, vertaler, Vertaling, Verzamelde gedichten, VI. Rondeel, Villon vervolgd




