Site-archief
Eindspel
Marc Reugebrink
.
In augustus van dit jaar schreef ik over Marc Reugebrink (1960), de in Nederland geboren maar al jaren in Gent woonachtige dichter, essayist en schrijver. Ik eindigde dit bericht met een gedicht uit zijn laatste bundel uit 1991. Wat schetst mijn verbazing toen ik in de boekhandel een nieuwe bundel van hem tegenkwam, getiteld ‘Om honing gaat het niet’.
Deze derde bundel van Marc Reugebrink verschijnt ruim dertig jaar na zijn vorige. De toon van zijn poëzie is in al die jaren dezelfde gebleven, intiem en warm, licht zangerig in de melancholie en met een zweem van milde ironie. Hij zegt hier zelf over op zijn website: “Het is intussen een vreemde ervaring: plotseling weer een dichtbundel te hebben. Ik meende (heb zelfs op publieke plekken gezegd) dat ik van het dichterschap wel min of meer afscheid had genomen.”
Ik koos uit de bundel voor het gedicht ‘Eindspel’ omdat het een intiem gedicht is van de dichter die een bezoek brengt aan zijn grootvader en een potje schaap speelt met hem.
.
Eindspel
.
Zo’n koningin die wit verloren staat,
en dat hij komt, het zwarte paard.
Zijn hand zweeft over de velden,
het licht dooft op de gang.
.
Verliezen is het ergste niet,
maar dat hij zelfs in het verlies
van mij bleef winnen. Hijgend
wees hij op mijn lopers.
.
Je ziet het niet, zegt hij. Ik zag,
er is hier geen ontkomen,
de dag loopt op zijn einde,
de nachtzuster komt aan.
.
Zijn hand zweeft over de velden,
raakt aan en zet. Mijn dame valt.
Hij wint, ik leg mijn koning om.
Zijn hand ligt open op het bed.
.
Buddingh’en Waskowsky
Dichter over dichter
.
Er zijn aankopen waar ik heel blij van word. En dat zijn geen aankopen van nieuwe dingen zoals een nieuwe fiets of televisie maar aankopen van bijvoorbeeld dichtbundels waar ik van weet dat ze bestaan, waar ik nieuwsgierig naar ben en waar ik niet over beschik. Een van die bundels is de bundel ‘Gedichten 1974-1985′ van C. Buddingh’ uit 1986. Inmiddels heb ik de bundel in bezit en al lezend word ik vrolijker en vrolijker van dit werk. Buddingh’ (1918-1985) behoorde al lang tot mijn favoriete dichters, door zijn puntigheid, zijn humor, zijn citaten en aforismen en zijn nonsenswoorden, en nu is een groot deel van zijn gedichten voorhanden.
Lezend in de bundel kom ik veel moois tegen waaronder een gedicht dat hij schreef over de Rotterdamse cultdichter Riekus Waskowsky (1932-1977). In de categorie ‘dichters over dichters’ vind ik dat deze niet mag ontbreken.
.
Denkend aan Riekus Waskowsky
.
De laatste keer dat we samen schaakten
(in ‘De Lantaren’ in Rotterdam)
won je warempel van me.
.
Je dood beroofde me van mijn revanche.
En wat had ik je graag nog een paar keer ingemaakt,
al was het alleen maar om klaarheid te scheppen:
juist achter het bord moet er standsverschil zijn.
.
Maar wat zou ik nu iedere week
graag een paar keer van je verliezen.
.
Schaakmeisje
The Queen’s Gambit
.
Momenteel loopt er op Netflix een serie die een hele generatie meisjes naar het schaakbord doet grijpen: The Queen’s Gambit. Deze serie gaat over een weeshuis in de jaren ’50 waar een jong meisje ontdekt dat ze een groot schaaktalent is. Ze wordt onverwacht een ster terwijl ze worstelt met haar drugs- en alcoholverslaving en emotionele problemen. Deze Amerikaanse dramaserie is gebaseerd op de gelijknamige novelle van Walter Tevis uit 1983. De hoofdrol van Beth Harmon wordt gespeeld door Anya Taylor-Joy.
Toen ik het pas geleden over een gedicht had dat ik lang geleden schreef zei een vriendin dat dit zo goed paste bij deze serie. Ze doelde hierbij op het gedicht ‘Schaakmeisje’ en deze serie. Het gedicht ‘Schaakmeisje’ schreef ik in 2008 of 2009 maar is in het licht van deze serie heel actueel. In 2012 schreef ik dit blogbericht erover https://woutervanheiningen.wordpress.com/2012/01/26/schaakmeisje/. Daarom, en omdat ik het destijds niet op dit blog heb gedeeld hier ‘Schaakmeisje’.
.
Schaakmeisje
.
Vlindervlug vloog je mijn verhalen binnen
Je dienaren nederig in je verblindende nabijheid
Je nam bloemen mee en honing
Waarmee je mij de mond snoerde
.
Je bracht je legers onder bij vrienden
Liet ze jagen op onooglijke vijanden
Tegenstanders van schoonheid en jeugd
Maar mij had je al ingelijfd
.
Je groeide door naar grote hoogten
Wurmde je los uit zoveel geschiedenis
Zocht je geluk en vond het in een ander gevecht
En liet mij achter, dankbaar en geïnspireerd
.
Eens was je een schaakmeisje
Onschuldig en zoekend naar de prins
Niet het paard, maar nu, zoveel later
Toon je mij een ware koningin
.









