Site-archief

De kamsalamander

Harry Man

.

Via een herinnering op Facebook die Odile Schmidt met mij deelde 7 jaar geleden werd ik herinnerd aan een optreden van de Engelse dichter Harry Man (1982). Ik heb destijds een blogbericht gewijd aan deze dichter en bladerend door het internet kwam ik vertaalde gedichten van deze dichter tegen op de website tijdschriftterras.nl

Harry Man is dichter en auteur van de bundels ‘Lift’ (2014) en ‘Finders Keepers’ (2016). VoorLift’ won hij de Bridges of Struga Award. Zijn debuut geeft blijk van een speelse nieuwsgierigheid naar hedendaagse fenomenen, van sciencefiction tot social media en ruimtevaart tot computerspellen. In ‘Finders Keepers’ staan bedreigde diersoorten centraal en verkent de dichter de levens van wilde dieren in de moderne westerse wereld. Voor deze bundel werkte hij samen met kunstenares en illustrator Sophie Gainsley. De gedichten op Terras zijn vertaald door Jeske van der Velden (1987).

Van de website nam ik het gedicht ‘De kamsalamander’ dat werd genomen uit zijn bundel ‘Finders Keepers’.

.

De kamsalamander

.

Armen langszij gleed ik door het leven na uitkomst,
krauwde zandribbels in de koele bries van de kreek,
leerde denken in de kleuren van je droom.

.

Met het paramedisch instinct van hernieuwde liefde
vouw ik een dak van halmen voor onze kroost,
leg watersluiers af, kwikdruppeltjes regen

.

onder de bouwlampen, schietmotten ook.
Alles waaraan ik behoefte had was
wat zwemruimte, een theoretisch ander leven.

.

 

Profiel van een generatie

Wim Gijsen

.

In een tweedehandsboekenwinkel kwam ik ‘Paradox, profiel van een generatie’ tegen. Een bloemlezing uit de poëzie van de Zestigers, samengesteld door Peter Berger. Een bundel uit 1964. Op zichzelf is dit al vreemd dat je een groep dichters bij elkaar zet onder de naam Zestigers terwijl het decennium nog maar 4 jaar op stoom is. W. Raaijmakers maakt er in ieder geval gehakt van in een artikel in Streven uit 1964/1965 (jaargang 18).

Op Wikipedia worden de Zestigers als volgt beschreven: Met de Zestigers wordt een literaire beweging in Nederland uit de jaren zestig aangeduid. Na de vrije opvattingen van de literaire beweging de Vijftigers, predikten zij een nieuw realisme. De belangrijkste vertegenwoordigers hadden zich geschaard rond het tijdschrift Gard Sivik en De Nieuwe Stijl en het Amsterdamse tijdschrift Barbarber.

Het gegeven dat we nog steeds over de Vijftigers praten en er nog steeds aandacht voor de denkbeelden is van deze generatie dichters, terwijl we eigenlijk vrijwel nooit (meer) iets horen over de Zestigers zegt iets over de samenhang en de richting van deze laatste groep. De vijftigers waren een duidelijke groep jonge dichters die zich afzetten tegen kunstopvattingen van hun voorgangers (met name de oorlogs- en vooroorlogse generatie dichters). De Zestigers zetten zich af tegen Vijftigers, met een neorealistische stroming, waarin de realiteit als vorm van kunst werd gepresenteerd. Zij waren fel gekant tegen de ‘verbale experimenteerkunst van de Vijftigers’. Beeldspraak en de persoonlijke gevoelens van de kunstenaar werden afgewezen. Verwant met het Amerikaanse popart zocht men zijn inspiratie in de werkelijkheid, en vond dit bijvoorbeeld in reclameteksten.

De vertegenwoordigers van deze stroming die destijds als literaire avant-garde beweging werd gezien, was in zijn tijd invloedrijk, maar is later juist bekritiseerd als geperverteerd door commercie.  Hoe dan ook is het lezen van ‘Paradox’ interessant. Ik ben het wel eens met W. Raaijmakers die in zijn artikel schrijft dat er een aantal zeer goede dichters in deze bundel zijn opgenomen (Hamelinck, Hazeu, Bernlef en Oosterhuis) maar dat er ook nogal wat dichters in zijn opgenomen die de waardering van Raaijmakers niet krijgen. Natuurlijk is dit, zoals Raaijmakers terecht stelt, een persoonlijke voorkeur, maar ik begrijp wel wat hij bedoelt.

Een naam die zeker tot de eerste groep behoort is Wim Gijsen (1933-1990). Ik kende hem eigenlijk als schrijver van Science Fictionromans maar hij was ook hoorspelacteur en dichter. Hij publiceerde gedichten in Maatstaf, Ontmoeting, De Nieuwe Stem,  Bzzlletin en DW & B. In 1962 publiceerde Nijgh en Van Ditmar de bundel ‘Tot de tanden gewapend – Weerloos’ van Gijsen.

Uit deze bundel is een gedicht opgenomen in ‘Paradox’ getiteld ‘Ballade van de dodelijke regen’ waarin de voorliefde van Gijsen voor science fiction doorsijpelt.

.

Ballade van de dodelijke regen

.

nergens was ik sterk genoeg om tot de goden te bidden

maar ik zag de wereld nooit ouder dan vandaag,

een grijsaard die overal tekort schiet.

.

daar waren hele volkeren

liggende aan de gezaghebbende bronnen

onder bekoring der vooruitgang,

zij hoereerden op zeer wetenschappelijke wijze

en de felpijlige zonen

deze kinderen van ontucht

namen de wijk naar de ruimte.

van hun ouders

kregen zij niets mee dan een handvol erts

onherkenbaar – en bollen waarmee zij

de wereld van zichzelf konden bevrijden.

.

– desondanks – ieder volk had tovenaars

waarvan de oudsten zich in rimpels verscholen hielden

– onder hen heerste een groot gebrek aan haar –

en soms ontplofte een enkeling

in een stofwolk van duiven

(later als loos sprookje uitgegeven

deed hij zijn werk opnieuw en stierf niet meer)

.

De fatale bres

Günter Kunert

.

De titel van een boek kan soms tot verwarring leiden. Neem nou de bundel ‘de fatale bres’ vertaalde hedendaagse duitse poëzie. Bij het kopen van dit bundeltje dat de dichter A. Marja als vertaler kent, dacht ik hedendaagse Duitse poëzie te gaan lezen. Totdat ik erachter kwam dat het boekje in 1962 werd uitgegeven. Hedendaags wordt op die manier ineens poëzie uit de jaren ’50 en ’60. De dichters die worden opgevoerd hebben dan ook geboorte jaren tussen 1881 en 1937. Desalniettemin staan er prachtige en goeie gedichten in. Zowel in het Duits als in het Nederlands.

Dichters waarvan ik er maar een paar van naam ken zoals Paul Celan, Ingeborg Bachmann en Peter Hamm. Een dichter die ik niet kende is Günter Kunert (of Guenter Kunert zoals hij in deze bundel wordt opgevoerd).

Kunert (1929) woonde en werkte in de DDR en was lid van de communistische partij. Toen hij in 1976 een petitie tekende omdat de partij Wolf Biermann (een collega schrijver) het lidmaatschap van de partij wilde afnemen, werd hem ook het lidmaatschap afgenomen. In 1979 kon hij door het verkrijgen van een visum naar West Duitsland reizen en daar vestigde hij zich.

Kunert wordt gezien als één van de meest veelzijdige en belangrijkste hedendaagse Duitse schrijvers. Naast poëzie schreef hij essays, autobiografisch werk, aforismen, satires, sprookjes, science fiction, speeches, reisverhalen, film scripts, en romans. Hij werd in verschillende literaire tijdschriften gepubliceerd en hij is daarnaast ook schilder en grafisch ontwerper.

Het gedicht dat uit de bundel ‘de fatale bres’ komt is getiteld ‘Wenn ihr mal kniet vor einem’ of in de vertaling van A. Marja ‘Als u knielt’.

.

Als u knielt

.

Op deze steen

heeft Willem de Veroveraar

en later Napoleon

gezeten-

ook nog Saint-Just

en twee al lang vergeten

koningen – een

de Vijfde en een

de Zestiende.

.

Maar vergeet nooit

dat de steen telkens

warm werd van een paar

levende billen.

.

En niet van een naam.

.

Wenn ihr mal kniet vor einem

.

Auf diesem Stein

sass William de Eroberer

und später Napoleon.

Es hockten Saint-Just

auf ihm und zwei längst

vergessene Könige – ein

Fünfter und ein Sechzehnter.

.

Vergesst bitte nicht,

das der Stein jeweils durch

einen lebenden Hintern

erwärmt wurde.

.

Nicht durch einen Namen.

.