Pauw
De mooiste gedichten
.
In 2019 was de burgemeester van Rotterdam, Ahmed Aboutaleb, te gast bij het televisieprogramma Pauw van BNN/VARA, om een bundel met zijn 50 favoriete gedichten te presenteren, ter ere van de start van het 50ste poëziefestival Poetry International in Rotterdam. Naar aanleiding daarvan vroeg de redactie van Pauw wat volgens de kijkers het allermooiste Nederlandstalige gedicht ooit is en waarom. Op de webpagina van dit programma staat een selectie van de inzendingen.
Opvallend genoeg zijn het niet alleen maar de bekende gedichten van de bekende dichters. Die staan er ook tussen, zoals ‘De Dapperstraat’ van J.C. Bloem maar ook een gedicht van P.N. van Eyck getiteld ‘De tuinman en de dood’ zit bij deze selectie.
Ance Willems zegt over dit laatste gedicht: “Dit gedicht vat de essentie van het leven samen: Je kunt je lot niet ontlopen, ook al nemen anderen het voor je op. Doe gewoon wat je moet doen (en geniet van de rozen).
Pieter Nicolaas van Eyck (1887 – 1954) was een dichter, criticus en hoogleraar aan de Universiteit Leiden. Hij ontving in 1947 de Constantijn Huygensprijs voor zijn hele oeuvre. Zijn gedicht ‘De tuinman en de dood’, dat hij plagieerde van een gedicht van de Franse kunstenaar en leeftijdgenoot Jean Cocteau (1889 -1963) uit diens roman ‘Le Grand Écart’ is vermoedelijk gebaseerd op een soefi-anekdote van bekende Perzische dichter Roemi.
.
De tuinman en de dood
.
Mijn woning in: ‘Heer, Heer, één ogenblik!
.
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
.
Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
.
Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!’ –
.
Van middag – lang reeds was hij heengespoed –
Heb ik in ’t cederpark de Dood ontmoet.
.
‘Waarom,’ zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
‘Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?’
.
Glimlachend antwoordt hij: ‘Geen dreiging was ‘t,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
.
Toen ‘k ’s morgens hier nog stil aan ’t werk zag staan,
Die ‘k ’s avonds halen moest in Ispahaan.’
.
Geplaatst op 19 november 2022, in Favoriete dichters, Franse dichters en getagd als 1887, 1889, 1947, 1954, 1963, 2019, 50 favoriete gedichten, 50ste editie, allermooiste Nederlandstalige gedicht, Ance Willems, BNN/VARA, burgemeester Aboutaleb, Constantijn Huygensprijs, criticus, De Dapperstraat, De tuinman en de dood, dichter, Frans dichter, gedicht, gedichten, hoogleraar, J.C. Bloem, Jean Cocteau, Jeroen Pauw, Le grand écart, Leiden, P.N. van Eyck, Pauw, Perzische dichter, Pieter Nicolaas van Eyck, plagiaat, poëzie, Poetry Internatiional, Roemi, Rotterdam, soefi anekdote, televisieprogramma, Universiteit. Markeer de permalink als favoriet. 2 reacties.
Dit is op Jan Bontje – CULTUUR herblogd.
Zeer bekend gedicht. Als wij een gedicht van buiten moesten leren, waren er twee dei er uitsprongen: D e moeder van Geerten Gossaert en ‘De tuinman en de dood’van P.N. van Eijck, helder, begrijpelijk en kort. Het eerste was nog korter. Toch kozen de meesten dit gedicht omdat ze het heel helder zagen: je kunt het noodlot niet ntvluchte.o