Categorie archief: dichter van de maand
Hemelbed
Peter Verhelst
.
Voor de op een na laatste keer deze maand een gedicht van Peter Verhelst als dichter van de maand december. Dit keer het gedicht ‘Hemelbed (het mijne) dat komt uit de bundel ‘Witte bloemen’ uit 1991 dat bijzonder is door de vorm, een sonnetachtige vorm, maar ook door de inhoud. De bundel ‘Witte bloemen’ is geen doorsnee dichtbundel maar een rond de esthetiek van het geweld opgebouwde bundel die vergelijkbaar is met films als Blue velvet, Wild at heart en Twin Peaks. Als je meer hierover wil lezen kijk dan op https://www.dbnl.org/tekst/_poe007199101_01/_poe007199101_01_0091.php
.
Hemelbed (het mijne)
.
Voor het vergeten
Peter Verhelst
.
Vandaag, zondag, dus de dichter van de maand december, het gedicht ‘Voor het vergeten’ uit zijn bundel ‘Wij totale vlam’ uit 2014. Later, in 2018, zou Peter Verhelst (1962) deze titel gebruiken voor de roman over het onverwachte overlijden van zijn moeder. Het boek wordt bekroond met de Ultima Letteren 2018.
.
Voor het vergeten
.
Zolang we niet vergeten, gaat niets verloren.
Laten we dus vergeten, maar alleen
zoals we door te praten iets uiterst traag kunnen laten verdwijnen – daar,
zie je het, zie je het nog nauwelijks, tegen de zon in?
Zolang we niet vergeten dat iets van ons niets verloren mag gaan, eindelijk –
zoals er een zwijgen bestaat dat tegelijk een vorm is van zingen
dat een vorm is van dragen, een lichaam zo te dragen
dat het door ons heen, alsof het uiterst traag voorover valt, iets als glas
onder vel, broos glas, misschien is dat het lichaam
dat als een wijnglas zingend
zwijgend gedragen wil worden, dat wij het zo in de lucht heffen
dat het almaar lichter wordt – daar, zie je het, zie je het nog, nauwelijks,
tegen de zon in?
Misschien brengen de kleuren waarin het licht breekt
ons naar huis terug.
.
Dichter van de maand
Peter Verhelst
.
Zondag in december dus opnieuw een gedicht van de dichter van deze maand de Vlaamse dichter Peter Verhelst (1962). Dit keer koos ik voor het gedicht ‘De dag dat we van de berg afdaalden’ uit de bundel ‘Zing zing’ uit 2016. Wie een uitgebreide analyse van dit gedicht wil lezen verwijs ik graag naar de website van Meander, onder de kop Meander klassiekers werd in 2018 een analyse van dit gedicht door Joost Dancet gepubliceerd https://meandermagazine.nl/2018/12/klassieker-226-peter-verhelst-de-dag-dat-we-van-de-berg-afdaalden/ .
.
De dag dat we van de berg afdaalden
_
We hoopten als na een lawine
helemaal opnieuw te beginnen.
_
We namen in onze voetstappen plaats – die leistenen
schoenen, kwarts, topaas, zirkoon.
We voelden vertrouwde kniepijn, raapten van de grond
wat we tijdens het klimmen hadden achtergelaten
of wat we ons niet langer herinnerden.
_
Bij de rivier brak het onzichtbare koor
zich in de stroming telkens weer in scherven.
_
De hele afdaling hadden we het gevoel
niet helemaal en tegelijk nooit eerder zo dicht te zijn gekomen.
Een kudde galoppeerde achter struiken en grassen,
okeren stofwolk, drijvende avondlucht.
_
We stampten onze voetstappen van ons af –
onyx, amethist, saffier.
_
Heel even dacht ik in de achteruitkijkspiegel te zien
hoe we op de achterbank – wang tegen de ruit
onszelf op de berg dachten te zien.
_
Glimlachend.
Nooit eerder
reden we zo traag van ons weg.
.
Dichter van de maand
Peter Verhelst
.
In de maand december zal ik elke zondag weer de dichter van de maand presenteren met een gedicht. Dichter van de maand december is de Vlaamse dichter Peter Verhelst. Peter Roger Arthur Marcel Verhelst (1962) is een Vlaams dichter, romancier en theatermaker.Verhelst is een gelauwerd dichter, zo ontving hij onder andere de Paul Snoekprijs, De Gedichtendagprijs, de Jan Campert-prijs, de Herman de Coninckprijs en de Ida Gerhardt Poëzieprijs voor zijn werk en werken.
Vandaag een gedicht van zijn hand uit de bundel ‘Wij totale vlam’ uit 2014 getiteld ‘Ik had je hier niet verwacht’.
.
Ik had je hier niet verwacht
.
Wil je even bij me zitten?
De wrijvende beweging van je vingers.
.
Ik heb nooit eerder aan iemand verteld hoe ik … toen ik klein was …
.
We zijn altijd op zoek geweest naar andere kleine dingen
die kleine dingen die pijn doen onschadelijk maken. het meest broze.
.
Je vingernagels glanzen alsof iemand ze in mijn mond heeft genomen.
.
We waren zo graag een bloem geweest,
een vliegtuigje, een reiger. Iets warms.
Alles zouden we proberen.
.
Net als je dacht te weten hoe iets te gebruiken, ging het stuk.
.
Rede van Pascal
Dichter van de maand
.
Het is alweer de laatste zondag van augustus dus nog eenmaal de Duitse dichter van de maand augustus Michael Krüger in een vertaling van Cees Nooteboom. Deze keer een kort gedicht getiteld ‘Rede van Pascal’. In de bundel ‘Voor het onweer’ staan een aantal ‘redes’ waaronder dus ‘Rede van Pascal’.
.
Rede van Pascal
,
Dieren kennen geen bewondering.
De snelste haas krijgt
niet meer voedsel dan de traagste,
het paard van de vele overwinningen
staat in de stal naast de verliezer
die zijn taal met hem deelt.
Domheid of deugd?
Deugd.
.
Dichter op bezoek
Dichter van de maand
.
Wanneer je de titel van dit stukje leest denk je misschien; is dit een nieuw initiatief in tijden van Corona? En kan dat dan of moet de dichter (op bezoek) dan een mondkapje voor? Maar nee, het gaat hier niet over een nieuw initiatief (wat trouwens best een goed idee is bedenk ik me nu, dichter op bezoek, waarom ook niet?) maar het betreft hier een gedicht van de dichter van de maand augustus, de Duitse dichter Michael Krüger.
In vertaling van opnieuw Cees Nooteboom koos ik vandaag voor het gedicht met de titel ‘Dichter op bezoek’ uit de bundel ‘Voor het onweer’ uit 2012.
.
Dichter op bezoek
.
Hij komt onaangekondigd, zoals altijd,
en vertelt het verhaal van de rivier
die zijn naam tegemoet stroomt
maar hem nooit bereikt.
.
Ik ben de rivier, zegt de dichter,
alsof wij dat niet allang wisten.
Alles verzwelgt hij, je moet echt oppassen,
zijn honger naar dingen is niet te stillen.
.
Wat hem aan waardigheid herinnert of
verering verlangt, vindt hij pijnlijk,
dan heeft hij het over watervlooien en riet.
.
Drie dagen stroomt hij door ons huis,
.
en drie dagen lang kijken we elkaar aan
zonder te weten wie we zijn.
.
Twee kerkhoven
Dichter van (de rest van) de maand
.
Ik lees in de bundel ‘Voor het onweer’ van de Duitse dichter Michael Krüger in vertaling van Cees Nooteboom uit 2012, en ik kom tot de conclusie dat ik zijn poëzie bijzonder krachtig en mooi vind. Reden om Krüger de rest van de maand augustus dichter van de maand te maken. Dus de komende zondag een gedicht van zijn hand op dit blog.
Vandaag het gedicht ‘Twee kerkhoven’, een niet heel verrassende keuze voor mensen die mij een beetje kennen. Kerkhoven zijn om meerdere reden plekken waar ik graag kom; om de rust en stilte, als plek van bespiegeling en beschouwing en om de cultuurhistorische waarde, kerkhoven zijn ook altijd een weerspiegeling van een tijd en een cultuur. Sommige zijn sober en ingetogen en andere zijn uitbundig en vol ‘leven’. Kruger beschrijft dit prachtig in onderstaand gedicht. Bezoek maar eens een willekeurige begraafplaats buiten Nederland of zelfs in een ander deel van Nederland en je begrijpt wat ik bedoel.
.
Twee kerkhoven
.
Vandaag ben ik langs twee kerkhoven gekomen.
Het ene lag afwijzend onder de gloeiende zon
en zei met al zijn houten kruisen: Nee!
Het andere prees zich aan met duizendhandige ahorn
en vogelgezang voor zijn gepolijst marmer.
Ik kon niet kiezen. Voor alle twee viel veel te zeggen.
Ook de doden konden me niet verder helpen,
vergeten dichters en scheikundeprofessoren,
hun gespeelde ernst verwarde me.
Toen voelde ik het potlood in mijn jaszak,
mijn vriend op alle reizen, en ik maakte me klein
en verdween.
.
Begraafplaats in Sighișoara, Transsylvanië (Roemenië) Foto: WvH
Nog maar wat korte gedichten
Gedichten van de maand April
.
Vandaag is het de laatste zondag in April dus weer (voor de laatste keer) een aantal korte gedichten. In volgorde van lezen allereerst het gedicht ‘Geluk’ van Chris van Geel uit zijn bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1993. Het tweede korte gedicht is van Nachoem M. Wijnberg, is getiteld ‘Vreemdeling’ en komt uit zijn bundel ‘Alvast’ uit 1998. Het derde gedicht is van Anneke Reitsma en is getiteld ‘Verstrooiing’. Dit gedicht is genomen uit haar bundel ‘Wadlopen’ uit 1983.
.
Geluk
.
Een steen tegenkomen in een hap krentenbrood
zonder er eerst op gebeten
te hebben. Een groot geluk, vol diepe geruststelling.
.
Vreemdeling
.
De vreemdeling zegt: ‘Jullie zijn toch zelf vreemdeling
[geweest,’
en zij zeggen: ‘Nee, wij niet, wij waren altijd hier,
in het kale donker wachtend op het binnen gedragen lichaam
van een die er altijd was en die een vreemdeling ontmoette.’
.
Verstrooiing
.
U bent mijn vader en ik ben uw kind.
Ik weet wat u verloren in mij vindt:
De woorden die gij sprak zend ik uiteen
tot zij zich voegen in de sporen en de wind.
.














