Site-archief

Al die mooie beloften

Rutger Kopland

.

Uitgeverij van Oorschot heeft in de afgelopen decennia heel wat dichtbundels uitgegeven in de zo bekende zeer sobere stijl. Omslagen met de naam van de dichter en de titel van de bundel in een steunkleur. Niets meer en niets minder. Tegenwoordig haalt geen uitgever het meer in zijn hoofd om een dichtbundel zo sober uit te geven. Altijd wanneer ik zo’n bundel zie moet ik goed nadenken of ik de titel al heb of niet (dat komt door die zelfde sobere stijl, vaak is alleen de kleur van de omslag een indicatie). Maar deze bundels bieden eigenlijk altijd waar voor hun geld.

De bundel ‘Al die mooie beloften’ van Rutger Kopland (1934 – 2012) in stemmig grijsbruin uit 1978 is zo’n bundel. En hoewel de omslag en de publicatie van uitgeverij van Oorschot als geheel wat gedateerd aandoet, is de inhoud nog steeds springlevend.

Uit deze bundel koos ik het titelloze gedicht dat een mooi weemoedige inhoud kent.

.

Wie zal de vriend zijn van mijn vriendin,

de baas voor mijn hond, het kind in mijn jeugd,

de oude man bij mijn dood, wie zal dat zijn als

ik het niet ben? Jij? Ach kom, jij bent niets

.

dan twee ogen, die zien wat ze zien, jij

bent niets dan het uitzicht: een zon schijnt,

een appelboom bloeit, een stoel staat in

het gras; vreugde, verdriet, weet jij veel,

.

uitzicht, Maar wie zal mijn liefste grijs en

ziek laten worden, er voor zorgen dat de hond

jankt, het kind huilt, en de dood komt? Wie

zal de appelboom laten verkommeren, de stoel

voorgoed laten staan in de regen? Iemand toch

zal moeten zien dat alles voorbij gaat.

.

Twee kerkhoven

Dichter van (de rest van) de maand

.

Ik lees in de bundel ‘Voor het onweer’ van de Duitse dichter Michael Krüger in vertaling van Cees Nooteboom uit 2012, en ik kom tot de conclusie dat ik zijn poëzie bijzonder krachtig en mooi vind. Reden om Krüger de rest van de maand augustus dichter van de maand te maken. Dus de komende zondag een gedicht van zijn hand op dit blog.

Vandaag het gedicht ‘Twee kerkhoven’, een niet heel verrassende keuze voor mensen die mij een beetje kennen. Kerkhoven zijn om meerdere reden plekken waar ik graag kom; om de rust en stilte, als plek van bespiegeling en beschouwing en om de cultuurhistorische waarde, kerkhoven zijn ook altijd een weerspiegeling van een tijd en een cultuur. Sommige zijn sober en ingetogen en andere zijn uitbundig en vol ‘leven’. Kruger beschrijft dit prachtig in onderstaand gedicht. Bezoek maar eens een willekeurige begraafplaats buiten Nederland of zelfs in een ander deel van Nederland en je begrijpt wat ik bedoel.

.

Twee kerkhoven

.

Vandaag ben ik langs twee kerkhoven gekomen.

Het ene lag afwijzend onder de gloeiende zon

en zei met al zijn  houten kruisen: Nee!

Het andere prees zich aan met duizendhandige ahorn

en vogelgezang voor zijn gepolijst marmer.

Ik kon niet kiezen. Voor alle twee viel veel te zeggen.

Ook de doden konden me niet verder helpen,

vergeten dichters en scheikundeprofessoren,

hun gespeelde ernst verwarde me.

Toen voelde ik het potlood in mijn jaszak,

mijn vriend op alle reizen, en ik maakte me klein

en verdween.

.

                                                                             Begraafplaats in Sighișoara, Transsylvanië  (Roemenië) Foto: WvH

Een meisje uit de oorlog

Hanny Michaelis

.

Ik kreeg het verzoek om weer eens een gedicht van Hanny Michaelis te plaatsen. Nu ben ik altijd bereid aan verzoeken te voldoen; ik heb niet voor niets een categorie Dichter op verzoek, en in het geval van Hanny Michaelis ben ik helemaal graag bereid hierin te voorzien.

Michaelis (1922 – 2007) debuteerde in 1949 met ‘Klein voorspel’. Mijn exemplaar is een tweede editie uit november 1949 (inmiddels dus 70 jaar oud). In haar kleine oeuvre beschrijft zij de mens in zijn hulpeloosheid en eenzaamheid, op zoek naar liefde. Haar werk is sober en later ook relativerend. De oorlog, drukte een groot stempel op haar werk.

In het gedicht ‘Het meisje’ uit ‘Klein voorspel’ komt heel duidelijk het drama uit de oorlog terug (haar beide Joodse ouders werden vermoord in het vernietigingskamp Sobibór) en het verlangen terug te keren naar de tijd dat zij nog leefden en er geen oorlog was.

.

Het meisje

.

Ben ik na jaren nog het kind gebleven
dat zich, door lentes toverlicht verblind,
liet vangen door de speelse voorjaarswind
als hoog boven haar hoofd de wolken dreven?

.

Ben ik nog steeds het argeloze kind
dat zich aan zon en wind kan overgeven?
Is het dezelfde band waarmee dit leven
mij aan een wereld vol geheimen bindt?

.

Weer laat ik door de voorjaarswind mij vangen,
weer dwaal ik als een kind door lentes land,
verblind van licht, met overbloosde wangen.

.

Maar ‘k heb mijn onbevangenheid verpand –
diep in mij laait de vlam van het verlangen:
een vuur dat niet in kinderen ontbrandt.

.

Klein voorspel

Hanny Michaelis

.

Vorige week was ik bij een kringloopwinkel/opkoper/brocante die in een enorm pand gevestigd was. In de winkel waren prachtige en minder prachtige dingen te koop en ook boeken. Wanneer ik boeken zie ga ik altijd even kijken. Ik kon geen poëzie vinden maar wel wat Zwarte Beertjes (mijn broer spaart de exemplaren waarvan Dick Bruna de kaft ontwierp). Zoals zo vaak was de vraagprijs niet in verhouding tot de waarde (wat bezielt die commerciële winkeliers toch? Willen ze hun boeken niet verkopen?). Dus enigszins teleurgesteld legde ik ze terug. Ik keek nog wat verder en tot mijn verbazing vond ik nog twee oude dichtbundels; De muze op reis (dat deel had ik nog niet) én ‘Klein voorspel’ van Hanny Michaelis uit 1949. Tot mijn grote verbazing was de prijs voor deze bundeltjes een ‘rommelmarktprijs’ € 1,- per stuk. Waar Zwarte Beertjes werkelijk overal te koop zijn en in enorme aantallen zijn verkocht destijds en hier als dure waar wordt gezien, koop ik voor een habbekrats een klein juweeltje. Blijkbaar lag de kennis van deze opkoper minder bij boeken dan bij meubels en andere grote dingen.

Hanny Michaelis (1922 – 2007) was dichter en vertaalster en debuteerde in 1949 met ‘Klein voorspel’. In haar kleine oeuvre beschrijft zij de mens in zijn hulpeloosheid en eenzaamheid, op zoek naar liefde. Haar werk is sober en later ook relativeert. Haar beide Joodse ouders werden vermoord in het vernietigingskamp Sobibór, dit gegeven en de oorlog drukte een groot stempel op haar werk. In totaal verschijnen er van haar hand 6 dichtbundels. Na 1971 verschenen er geen nieuwe bundels meer van Michaelis. In 1995 ontving zij de Anna Bijns Prijs voor haar gehele oeuvre. In 1996 verschenen haar ‘Verzamelde gedichten’.

Het kleine bundeltje ‘Klein voorspel’ telt 30 gedichten en werd in 1949 gedrukt door drukkerij Thieme uit Nijmegen. ‘Klein voorspel’ was het een-en-twintigste deel van ‘De Ceder’ uitgegeven door J.M. Meulenhoff uit Amsterdam. Uit dit prachtige bundeltje koos ik voor het gedicht ‘De liefste’.

.

De liefste

.

Word wakker in de vroege voorjaarsmorgen

open je ogen in het grijze licht.

Voel je een ogenblik verlost van zorgen

en glimlach als een kind, bevrijd van plicht.

.

Glimlach en raak het lichtend spoor niet bijster

dat leidt naar een betoverend verschiet.

Wees stil : buiten huldigt de eerste lijster

de wereld in een overmoedig lied.

.

Hij zal je hart loszingen uit het puin

van halfontluisterde herinneringen,

en neer doen strijken in de verre tuin

waar het geluk fonteinen doet ontspringen.

.

In deze tuin zal het mijn hart ontmoeten –

twee speelse vlinders in de zonneschijn.

Verheerlijkt zullen zij elkaar begroeten

en onuitsprekelijk gelukkig zijn.

.

 

Maar we zouden niet vergeten dat

Bert Schierbeek

.

In 1970 sterft Bert Schierbeeks tweede vrouw Margreetje bij een auto-ongeluk. Als gevolg van dit noodlottige ongeluk schrijft Schierbeek geruime tijd niet meer. Wanneer hij in 1972  met nieuw werk komt, zijn dat dichtregels. Geen proëzie meer, zoals zijn experimentele mix van poëzie en proza door hem genoemd werd, maar een bundel vol aarzelende, sobere, emotionerende verzen. Deze nieuwe bundel met als titel ‘De deur’ is een bundel waarin de dichter haperend en stamelend letterlijk naar woorden voor zijn verlies zoekt.

De bundel ‘De deur’ wordt uiteindelijk zijn meest succesvolle bundel. Uit deze bundel (mijn exemplaar is een 7e druk uit 1997) het gedicht met de beginregel ‘maar we zouden niet vergeten dat’.

.

maar we zouden niet vergeten dat

we hebben gelachen, gelachen hebben

we veel en dat zal ik niet vergeten

want we hebben gelachen en veel hè?

en dat zullen we nooit vergeten om-

dat we zoveel gelachen hebben en dat

niet vergeten gvd wat hebben we gelachen

en niet en nooit vergeten dat we zo

hebben gelachen omdat we samen waren

en zoveel gelachen hebben dat we

het nooit zullen vergeten

.

                                                                                                                                                                                                     Foto: Pieter van der Meer
%d bloggers liken dit: