Site-archief

Herfst

M. Vasalis

.

Afgelopen zondag fietste ik zonder jas door de duinen, het was heerlijk weer, warm, zacht en zonnig, een graad of 23, het was een heerlijke dag. Gisterochtend stapte ik mijn huis uit om naar mijn werk te gaan en het regende pijpenstelen, het was koud en guur en het kwik was gedaald tot een graad of 12. De herfst leek te zijn begonnen. Dat deed me denken aan het gedicht ‘Herfst’ van Vasalis (1909-1998) dat staat in haar bundel ‘Vergezichten en gezichten’ (1e druk 1954). Niet dat haar gedicht nu specifiek over de wisseling van de seizoenen gaat maar meer over het ouder worden al komen de verschillende onderdelen van de herfst (van haar leven, al was ze slechts 45 toen ze deze gedichten gepubliceerd werden) voor in het gedicht.

.

Herfst

.

Uit het bewegenloze, stomme, zware,

omhoog gedoken. En daar stromen blaren

zo bijna woordelijk, onverantwoordelijk.

Er loopt een kind met lange ruige haren

waar de herfstzon hees op wordt en dol.

Het water van de vaart stroomt uit de horizon

en woelt en wentelt om zichzelf en draait

zoals een lange man, die zich geen raad

weet van geluk. En o dit koninkrijk

verrijst daar loodrecht naast de dood,

als een groot eiland en beweegt en klinkt

en ik betreed het met mijn voeten, die weer voelen

en met de kou en angst nog op mijn schouderbladen.

Ik roep het met de wortels van mijn stem nog in het ijs.

Zo, aan de rand van het nog niet en niet meer zijn

en van het tomeloze leven,

voel ik voor ’t eerst in zijn volledigheid

en aan den lijve het vol-ledig zijn:

een orde, waarin ruimte voor de chaos is,

en voel de vrijheid van een grote liefde,

die plaats voor wanhoop laat en twijfel en gemis.

.

Oorlogsstad

Rotterdam 1940 – 1945

.

Ik was afgelopen weekend in Antwerpen en daar, in een winkeltje met tweedehandsboeken vond ik een kleine schat. Een eerste, en voor zover ik kan nagaan enige, druk van het bundeltje ‘Oorlogskind, kwatrijnen, Rotterdam 1940 – 1945 van P.J.G. Huincks. Uitgegeven door Hollandia in Baarn in 1945 en nog in een bijzonder goede staat.
Het bundeltje heeft een slappe kaft en bevat 86 pagina’s met op iedere pagina een kwatrijn naar aanleiding van de Tweede Wereldoorlog en dan speciaal poëzie die gaat over de vernietiging en wederopbouw van Rotterdam.
.
De bundel begint met het volgende kwatrijn:
.
Wat wij aanschouwen, is geen epos waard.
’t Rouwzwart, ’t bloedrood, tijds grauw, puinwitje kaart
der stad, ’t werd tot een mozaïek kwatrijnen.
Voor later wordt het heldendicht bewaard.
.
Daarna volgen vier kwatrijnen onder de titel ’10 mei 1940′ gevolgd door 77 kwatrijnen onder de titel ’14 mei 1940′ die allemaal gaan over de oorlog in Rotterdam beginnend bij het bombardement op Rotterdam. Van die 77 kwatrijnen hier twee voorbeelden.
.
Een luchtvloot toonden ze fraai kringende,
met angst en vuur een zege dwingende.
De stad ging feilloos branden tot een weg
van vuur. Ze trokken binnen. Zingende!
.
De Hunnenstorm heeft straten kaal geslaagd,
de winterkou alleeën afgezaagd.
Het adelijk geboomte viel ten offer.
En ’t rattengrauw heeft ’t siergroen afgeknaagd.
.

Lied

François Villon

.

Op 16 oktober 2019 https://woutervanheiningen.wordpress.com/2019/10/16/ballade-voor-de-meisjes-van-plezier/ en 26 april 2018 https://woutervanheiningen.wordpress.com/2018/04/26/gek-slecht-en-gevaarlijk-te-kennen/ schreef ik al over de Franse dichter François Villon (1431 – ca. 1463). Nu heb ik een nieuw bundeltje in mijn bezit uit 1969 getiteld ‘Verzamelde gedichten’ vertalingen van Ernst van Altena. Ondanks het feit dat Villon meer dan 500 jaar geleden leefde, is zijn poëzie nog steeds populair. Mijn editie is een 5e druk (1e druk 1963). De bundel beschikt over een groot aantal aantekeningen met duidingen van personen en situaties waarover Villon dicht.

In de bundel staan een groot aantal balladen, renvooien en rondelen. Maar er staat meer in, zoals een lied ( ‘Chanson’).

.

Lied

.

Thuis terug uit kille cel

waar ‘k haast stierf in barre nood…

Dacht Fortuna dat ‘k genoot?

Dan vergist zij zich toch wel!

Hooglijk trekt ze na dit spel

zich nu zonder slag of stoot

thuis terug.

.

Zo is ’t leven mij een hel.

Ach, ik wou meteen wel dood,

om te rusten in God’s schoot,

want zo komt mijn ziel dan snel

thuis terug.

.

Chanson

.

Au retour de dure prison,

Ou jái laissié presque la vie,

Se Fortune a sur moy envie,

Jugiez s’elle fait mesprison!

Il me semble que, par raison,

Elle deust bien estre assouvie

Au retour.

.

Se si plaine est de desraison

Que vueille que de tout devie,

Plaise a Dieu que l’ame ravie

En soit lassus en sa maison,

Au retour.

.