Site-archief

Onrust

Lieve Van Damme

.

Zo nu en dan pak ik een boek uit mijn boekenkast met de verwachting dat ik daar dichters ga aantreffen die ik nog niet ken. Zo’n boek is ‘Ik ben genoemd Meisje en Vrouw’ 500 gedichten over de vrouw uit de Nederlandstalige letterkunde, samengesteld door Christine D’haen uit 1980. In dit boek kom ik het gedicht ‘Onrust’ tegen van Lieve van Damme.

Lieve Van Damme (1912-1998), pseudoniem van Godelieve Van Damme-Ketele, was een Vlaamse dichter wier Oeuvre maar een paar bundels beslaat. Om precies te zijn publiceerde ze 5 bundels. Haar debuut in 1962 ‘Duinhelm en polderriet’ werd gevolgd door ‘Bladnerven’  (1964), ‘Reizen en rozen (1966) en ‘Aren lezen’ (1968). Uiteindelijk zou pas 10 jaar na deze laatste bundel haar allerlaatste bundel verschijnen ‘De lange draad’ in 1978.

In 1962 schreef Remi Van de Moortel naar aanleiding van haar debuut, in het kunsttijdschrift West-Vlaanderen: Haar verzen zijn meestal losjes en licht, rustig en kalm, maar niet zonder een diepere achtergrond. Dat geldt ook voor het gedicht dat ik las in ‘Ik ben genoemd Meisje en Vrouw’ met als titel ‘Onrust’ dat werd genomen uit haar bundel ‘Reizen en rozen’ uit 1966.

.

Onrust

.

Niet op reis gaan

maar terugkomen

van ver het zout smaken

dat in de lucht blijft hangen

en het zeewier ruiken

het onaangeroerde reisgoed terugbrengen

en verwacht worden.

.

Sprookje

Jan Emmens

.

De Rotterdamse dichter Jan Ameling Emmens (1924 – 1971) schreef simpele, erudiete gedichten, waarin gevoel en verstand hand in hand gaan. In zijn soms geestige werk relativeerde hij veel vaststaande waarden. Terugkerende thema’s zijn angst en agressie. Hij leed aan depressies en maakte zelf een einde aan zijn leven door zich op te hangen. Samen met o.a. Theo Sontrop en William Kuik wordt hij wel tot de ‘Utrechtse school’ gerekend.

Emmen debuteerde in 1945 met de bundel ‘Chacone’, een illegale uitgave in een oplage van 150 exemplaren, en schreef in totaal 5 poëziebundels. Na zijn dood verschenen nog ‘Verzamelde gedichten'(1974), ‘Soms een gevoel'(1979) en ‘Gedichten en aforismen'(1980). In 1971 ontving Emmens de Feniks-prijs voor zijn gehele oeuvre.

Uit ‘Gedichten’ uit 1974 het gedicht ‘Sprookje’.

.

Sprookje

.

Ik sprak op de wallen

de nacht net gevallen

en de dag in verwaarloosde staat,

drie koningen lagen

op sterven te klagen,

de maan kwam op, maar te laat.

.

Ik draalde nog buiten

en zag door de ruiten

dat een heks zich zojuist had gebaad,

ze droogde haar dijen

met hertengeweien,

haar pruikje met goudbrokaat.

.

Een hoogst zeldzaam teken

voor priesters en leken

dat schommelend kroop langs de straat,

bleek geloodst in een huisje

van steen slechts een puistje,

we bliezen het weg met gepraat.

.

 

Tweede vader

L.F. Rosen

.

De dichter L.F. Rosen kende ik niet maar uit zijn biografie en bibliografie blijkt dat hij inmiddels 5 bundels heeft gepubliceerd en dat zijn poëzie “behoedzaam en buigzaam is en waarin grote emoties wel omcirkeld worden maar nooit direct aangeraakt”. Uit de bundel ‘Onhandig hart’ uit 1998 het gedicht ‘Tweede vader’.

.

Tweede vader

.

Steeds strakker trok hij zijn cirkels om ons.
Hij was nooit ver. Nooit ver genoeg
dat wij ons buiten waagden zonder christendom.
Van Heere Heere zingend liepen wij door zijn jachtgebied,
keken niet op of om. Naderend tot zijn water
voelden wij zijn ogen die de sterren konden doven.
.
Later toen hij niet meer van je zijde week
en zelf een hart bezat waarin het spoken kon,
roep hij om ons door het plafond,
zocht vrede in onze dunne kelen vol ongeloof.

.

                                                                                                                                                                      Foto: Pieter Vandermeer / Tineke de Lange