Site-archief
Borg
Sabine Kars
Dichter van de maand april
Sabine Kars
.
De dichter Sabine Kars ken ik al jaren. Eind 2012 stonden we al eens samen op een podium met andere dichters in Brielle, ze werd 3e bij de eerste Ongehoord! gedichtenwedstrijd met het gedicht ‘Thuisfront’, ze trad als dichter op in het Witte Kerkje in Maassluis op mijn verzoek, we werden beide uitgenodigd door Greta Lugtmeier bij de presentatie van haar bundel ‘Onderstroom’ in 2015 en ik werd door haar en Mas Papo als eerste studiogast uitgenodigd bij hun prachtige radioprogramma bij B-FM met als titel ‘Over poëzie en muziek’ https://www.overpoezieenmuziek.nl.
Sabine Kars heeft zich door de jaren heen ontwikkeld als een zeer boeiende en bijzondere dichter. Ik plaatste al eerder gedichten van haar op dit blog en deze maand dus elke zondag een gedicht van haar hand. Vandaag als eerste een gedicht ‘A capella’.
.
A capella
.
ik zag je gaan
in jouw allerlaatste huid
en buiten werd het almaar kouder
.
je wilde weg uit dit huis waar je
nergens kon dansen, nergens kon huilen
nu staan je ogen te huur
.
ergens moet er iets vergeten zijn
maar niet het grafieten baden
in een ontluisterende jeugd
.
er was niets om voor te blijven en
onder het aanhoudend stijgen
van heliumgevulde huizen
raak ik ook jouw woorden kwijt
.
je glazen vragen die herhaalden
de verhalen op de vlucht
was je toen al weg?
.
nu waai je uit
en hoor ik enkel nog
het schudden van een rusteloze taal
.
wat rest
is het telkens weer
het telkens weer gaan zingen
.
en de bloemen die zich roeren
wie weet is het de laatste dag
.
Als wat wij zagen
Dichter van de maand april
.
Het voorlaatste gedicht in april van de dichter van de maand Neeltje Maria Min is het gedicht ‘Als wat wij zagen’. Door de afbrekingen een misschien in eerste instantie wat minder toegankelijk gedicht maar na een tweede en derde lezing wordt het vanzelf duidelijk. Uit de bundel ‘Kindsbeen’ uit 1995 dit gedicht.
.
Als wat wij zagen
.
Als wat wij zagen in de mouw
van die tot vod gedragen,
die visgraat, die nederige
vermomming van mijn moeder,
die waar geen knoop meer
aan zat maar toch sloot,
die oude grijze in zich-
zelf gekeerde winter-,
zou onze toekomst zijn:
zo duister en bekend,
zo splinternieuw.
.
Hier gebeurt niets
Ben jij het
.
Het gedicht van de dichter van de maand Neeltje Maria Min van vandaag laat zien dat een goed gedicht over echt van alles kan gaan en zelfs hele banale of op het oog onbelangrijke gebeurtenissen op een poëtische manier kan beschrijven.
Uit 2010 het gedicht ‘Ben jij het’.
.
Ben jij het
Ben jij het vroeg ik de dode
die in de deuropening stond.
Iets donkers bewoog in het donker:
Ik ben het, ik ben het.
Ja, wie anders krijgt het in zijn hoofd
om in het holst van de nacht
zijn opwachting te maken.
Mijn hand vond zijn wang. Zeker
een week niet geschoren. Maar
hij was het, hij was het.
.
Nooit wacht er een man op een vrouw
Neeltje Maria Min
.
Het gedicht van de dichter van de maand april, Neeltje Maria Min, is dit keer het gedicht ‘Nooit wacht er een man op een vrouw’ uit de bundel ‘Kindsbeen’ uit 1995.
.
Nooit wacht er een man op een vrouw
Nooit wacht er een man op een vrouw.
Een man gaat naar zee of hij vecht
of hij komt in een afgrond terecht.
Mannen gaan altijd weg.
Op een balkon speurt een vrouw,
de hand aan haar slaap,
de horizon af: Komt hij gauw?
De wacht zet zich voort
op luchthaven, kade, perron
en bij de gevangenispoort.
Eerlijk, het wachten viel licht
als hij terug is waar het begon.
Ze vertrouwt het vertrouwde gezicht.
Haar zeeman, haar dief, haar soldaat,
haar dappere ontrouwe lief
die het niet helpen kon.
.
Dichter van de maand april
Neeltje Maria Min
.
In april zal Neeltje Maria Min mijn dichter van de maand zijn. Min heeft niet heel veel gepubliceerd, sinds 1966 toen ze heel Nederland verbijsterde met haar debuutbundel ‘Voor wie ik liefheb wil ik heten’ publiceerde ze nog maar 4 bundels. In 1989 verscheen ‘De gedichten’ met daarin behalve haar debuut ook de bundel ‘Een vrouw bezoeken’ en ‘De ballade van Kastor Elim Wolzak’. De laatste is niet eens een bundel maar eerder een wat langer gedicht van 3 pagina’s.
Uit ‘Een vrouw bezoeken’ koos ik voor het gedicht zonder titel maar met de beginregel ‘Zij stonden voorovergebogen’.
.
Zij stonden voorovergebogen,
voorhoofd aan voorhoofd.
Daaronder bewogen
handjes en voetjes.
Een zieltogend lijfje,
een kindje van vijf.
.
Zij spraken, maar spraken in scherven.
Zij schoven uit hun groot gezicht,
dat als een dak boven mijn ogen hing,
woorden van een gedicht
in omgekeerde volgorde.
.
Ik was hun kind.
Ik voelde me verplicht
om weer gezond te worden.
Ik sidderde nog eenmaal en besloot:
Ik ben hun kind,
ik ga nog lang niet dood.
.
Tegen de afgrond
Dirk van Bastelaere
.
Ik ruim mijn kast op. Dat is hard nodig want ik heb nog nauwelijks plaats voor mijn (nieuwe) dichtbundels. Tussen alle boeken vond ik ook nog een tijdschrift ‘Boek’ uit 2007. Waarom ik dat bewaard heb is me een raadsel, er staat hoegenaamd vrijwel niets over poëzie in behalve een klein stukje over de Week van de poëzie en de VSB poëzie prijs. Grappig om te lezen is dat de Week van de poëzie in 2007 van 21 tot en met 27 april liep (synchroon met de Poetry month in de VS) terwijl deze week inmiddels naar januari is ‘verhuisd’.
In dat stukje staan ook de genomineerde dichters waaronder Dirk van Bastelaere (1960) met zijn bundel ‘De voorbode van iets groots’. De VSB poëzieprijs won hij niet dat jaar, wel de Jan Campert prijs. Uit een andere bundel ‘Hartswedervaren’ uit 2000 het gedicht ‘Tegen de afgrond’ waaruit duidelijk het post moderne karakter van zijn poëzie blijkt.
.
Tegen de afgrond
Dat ik je aanspreek,
stom hart,
is natuurlijk complete waanzin, je bent
een generiek gegeven uit de cultuurgeschiedenis.
Dat betekent: een sterrennevel,
drijvende paddesnoeren, een parcours d’accidents
een zon die in het zwart verkeert,
napalm, Reihung, een nevengeschikte wereld
en we schrijven entropie.
Het is een woord,
hart,
tegen de wereld. Net zo goed kan ik tegen
de afgrond gaan schreeuwen, een canyon waarlangs
op zorgvuldige plaatsen
een houten framepje werd opgesteld
met de vermelding Take Pictures Here. KODAK
.
Gedicht op een ansichtkaart
International School of Tijanjin
.
De bibliotheek van de IST (International School of Tijanjin) in China organiseerde in 2014 in ‘the poetry month’ (over gekomen vanuit de VS en van ouds in april) een mooi project met de naam Post a Poem.
Bij het Post a Poem station in de school, konden studenten en docenten een gedicht naar sturen naar een vriend bij IST of in de rest van de wereld. Iedereen kreeg een uitnodiging om uw eigen bericht met een gedicht te schrijven, of er een te kopiëren uit één van de vele gedichtenbundels in de bibliotheek.
Elke ochtend in april werd de kaarten door het bibliotheek personeel aan de IST ontvangers bezorgd tijdens het zogenoemde Homeroom uurtje. Wie een kaart wilde sturen aan iemand buiten de IST of zelfs buiten China kon dit ook doen, in dat geval werden de kaarten via de mail gestuurd.
Het versturen van de kaarten was gratis voor IST leerlingen en docenten, voor de rest van China koste het 1 RMB (€ 0,14) en voor buiten China 5 RMB ( € 0,70). Voor dit doel werd een eigen ansichtkaart gemaakt. Een mooi initiatief dat opvolging verdiend.
Hieronder de achterzijde van het voorbeeld dat gebruikt werd en een poem post card met een kort gedicht van Ella Wheeler Wilcox.
.
The Waste Land
T.S. Eliot
.
Vorige week bezocht ik het filmhuis voor de film ‘Problemski Hotel’ naar het boek van Dimitri Verhulst. Een bijzondere film, dramatisch en komisch tegelijk. In deze film citeert de hoofdpersoon Bipul enige keren een aantal zinnen uit het gedicht ‘The Waste land’ van T.S. Eliot (1888 – 1965) en dan met name de regels uit de eerste strofe ‘April is the cruelest month’. De eerste 7 regels van de eerste strofe bevatten deze regels. In deze regels noemt T.S. Eliot April een wrede maand terwijl wij hier in het Westen April zien als de maand dat de Lente begint.
In dit gedicht spreekt een getormenteerd mens. Een dichter die aan depressies lijdt. In plaats van het mooie nieuwe te zien voelt de dichter hier een pijnlijke opluchting en brengt dit pijnlijke herinneringen bij hem boven. In de rest van het gedicht werkt hij dit (zijn depressie) verder uit. In de film verwijzen deze regels naar de problemen en uitzichtloosheid van de vluchtelingen in de opvang (het Problemski Hotel).
T.S. Eliot droeg dit gedicht op de dichter Ezra Pound. Het gedicht bestaat uit 5 delen. Als je het gehele gedicht wil lezen kan dat op http://www.poetryfoundation.org/poem/176735 Ik plaats hier het eerste gedeelte.
.
The waste Land
















