Site-archief

Swift en Dickinson

Familiebanden

.

In een NRC magazine van vorige maand lees ik een stuk over Taylor Swift, de zangeres uit Amerika met miljoenen fans en volgers (de zogenaamde Swifties). In maart van dit jaar maakte zij bekend dat ze verre familie is van de 19e-eeuwse dichter Emily Dickinson (1830-1886). Beide blijken af te stammen van dezelfde 17e-eeuwse Engelse immigrant in Connecticut. Dat ze dit weet komt door ancestry.com waar je de genealogie van je familie kan laten uitzoeken. Leuk feitje maar veel meer is het niet. Zou je denken.

Maar Taylor Swift haar album ‘Evermore’ verscheen precies op de geboortedag van Dickinson (10 december). Een andere link is dat haar nieuwste album ‘The Tortured Poets Department’ (opnieuw een verwijzing naar poëzie) op de 200ste geboortedag van dichter Lord Byron (1788-1824) verscheen, namelijk op 22 januari van dit jaar. Overigens zijn er geen andere verwijzingen in de teksten van Swift naar beide dichters. Wel naar Patti Smith (1946) en Dylan Thomas (1914-1953) overigens.

Voor de songtekst van het gelijknamige nummer op het album van Taylor Swift kun je deze link aanklikken. Voor hier plaats ik liever een gedicht van Emily Dickinson dat misschien wel een beetje slaat op het voorgaande ‘I’m Nobody! Who are you?’ uit ‘The Poems of Emily Dickinson’ uit 1955. In een commentaar op dit gedicht op Internet las ik: “Dickinsons willekeurige gebruik van hoofdletters in haar werk roept vragen op, maar de praktijk komt in dit korte gedicht goed tot zijn recht. ‘I’m Nobody! Who are you?’ schreef ze. De verteller is misschien niemand, maar ze maakt van zichzelf iemand met die hoofdletter N. Dit is een gedicht over bekendheid en de publieke belangstelling. Misschien is het een toepasselijke mantra voor de social media-onthouders van vandaag die liever genieten van de luxe van anonimiteit, net zoals Dickinson deed.”

Als je dat afzet tegenover hoe Taylor Swift omgaat met haar bekendheid en haar gebruik van social media dan is duidelijk dat er naast de overeenkomst (familieband) ook hele grote verschillen zijn.

.

I’m Nobody! Who are you?

.

I’m Nobody! Who are you?
Are you – Nobody – too?
Then there’s a pair of us!
Don’t tell! they’d advertise – you know!

.

How dreary – to be – Somebody!
How public – like a Frog –
To tell one’s name – the livelong June –
To an admiring Bog!

.

African American Poetry

Elisabeth Alexander

.

In 2012 verscheen in de Verenigde Staten bij ‘Poetry for young people’ bij uitgeverij Sterling het bijzondere boek ‘African American Poetry. De reden dat dit zo’n bijzonder boek is ligt in het feit dat voor het eerst een bloemlezing van Afrikaans Amerikaanse poëzie werd samengesteld en uitgegeven met een overzicht vanaf  de 18e eeuw tot nu en dan ook nog specifiek geschikt voor jongeren.

Redacteur Arnold Rampersad (van de Princeton University) beschrijft de geschiedenis van African American poetry, de invloeden (armoede, slavernij en racisme maar ook het alledaagse leven),  de dichters waarvan enkele zelfs tijdens de slavernij al schreven, hoewel het verboden was bij wet om een slaaf te leren hoe te lezen en schrijven. Zo is in het boek te lezen dat reeds in 1773 een boek van een African American dichter werd gepubliceerd met de titel ‘Poems on Various Subjects, Religious and Moral’ door Phillis Wheatley.

Een gedicht uit het boek is ‘Apollo’ door Elisabeth Alexander. Zij is professor aan de  Yale University in New Haven, Connecticut, graduate bij Yale, Boston University, en de University of Pennsylvania, waar ze een doctoraat in Literatuur heeft gehaald. President Obama vroeg haar een gedicht voor te dragen bij zijn inauguratie in 2009.

Haar gedicht ‘ Apollo’ neemt je mee terug naar 20 juli 1969, toen de eerste mens voet zette op de maan. Een Afrikaans Amerikaanse familie is zo nieuwsgierig naar dit historische moment, dat ze tijdens een autorit stoppen bij een wegrestaurant om het op televisie te volgen. Het restaurant zit vol blanke Amerikanen (het was de tijd van de rassenonlusten tussen de zwarte en blanke Amerikanen). Maar op dat moment vallen alle raciale spanningen weg bij de gebeurtenissen in de ruimte die ze samen op televisie volgen waarmee de spanningen feitelijk naar juiste proporties worden terug gebracht.

.

Apollo 
 
We pull off
to a road shack
in Massachusetts
to watch men walk
 
on the moon. We did
the same thing 
for three two one
blast off, and now
 
we watch the same men
bounce in and out
of craters. I want 
a Coke and a hamburger.
 
Because the men
are walking on the moon
which is now irrefutably 
not green, not cheese,
 
not a shiny dime floating
in a cold blue,
the way I’d thought,
the road shack people don’t
 
notice we are a black
family not from there,
the way it mostly goes.
This talking through
 
static, bounces in space-
boots, tethered
to cords is much
stranger, stranger
 
even than we are.
.

The poetry box

Palen en dozen

.

De afgelopen weken ben ik een paar voorbeelden tegen gekomen van palen en dozen met poëzie. Wat hebben ze gemeen? Ze staan aan de openbare weg en er zit (gratis) poëzie in deze dozen, palen of dozen op palen. En ze zijn allemaal gesitueerd in delen van de Verenigde Staten. Blijkbaar is het een fenomeen dat daar nogal navolging krijgt. Zo is er de poëziepaal van Cornelia Seigneur in Bolton, Oregon, de Poëzie post ( gevonden door Ann Harrison) in Portland, Oregon, de Mystic poëzie doos in Mystic, Connecticut van Sue Ellen Thompson en de poëziepaal van Gabriel Boehmer ook in Portland, Oregon en tot slot de poëziedoos in New London in Connecticut.

Ik ken geen vormen van dit soort ‘openbare’ poëzie in Nederland, maar als je een voorbeeld weet, laat het me weten.

Hieronder de verschijningsvormen van de hierboven beschreven plekken.

.

Paal1

Paal2

Paal3

Paal3a

Paal4

Paal5

Paal6