Site-archief

Crematie

Robinson Jeffers

.

Vandaag voor mijn boekenkast pakte ik, zonder te kijken, de bundel ‘Een boek van wondere dingen’ van een plank. Deze bundel uit 2018 heeft als ondertitel ‘Poëzie die inspireert, troost, ontroert’ en is samengesteld door Daan Bronkhorst voor uitgeverij De Geus en Amnesty International. Opnieuw zonder te kijken opende ik de bundel op pagina 199 waar het gedicht ‘Crematie’ staat van de Amerikaanse dichter Robinson Jeffers (1887-1962). Het gedicht verscheen oorspronkelijk in ‘The Collected Poetry’ in 1995 en dit gedicht werd vertaald door Ellen Nieuwenhuis.

Jeffers was een eigenzinnig man. Hij leefde in een zelfgebouwde hut in de bossen van Californië en zijn populariteit als dichter leed onder zijn standpunt dat de Verenigde Staten niet moest deelnemen aan de Tweede Wereldoorlog. Hij muntte het woord ‘inhumanisme’ om uit te drukken dat mensen te egoïstisch zijn om de ‘verbijsterende schoonheid van de dingen’ te waarderen.

.

Crematie

.

Het do0et bijna mijn angst voor de dood teniet, zei mijn dier-

baarste,

Als ik aan crematie denk. Te rotten in de aarde

Is een weerzinwekkend einde, maar om te brullen in de vlam-

men – daar ben ik overigens aan gewend.

Ik brandde zo vaak in mijn leven van liefde of woede,

Geen wonder dat mijn lichaam moe is, geen wonder dat het

stervende is.

We hadden veel plezier van mijn lichaam. Verstrooi de as.

.

Sluiting

Leo Vroman

.

Op een dag dat er een crematie is van van de vader van een heel goede vriendin vind ik het gepast om een gedicht te plaatsen over de overgang van leven naar dood. Elke dag sterven er mensen, deze week nog Remco Campert, één van de grootste dichters die ons land heeft gekend. Bij het sterven, bij de dood zijn vele prachtige gedichten geschreven, ik heb er op dit blog menigmaal aandacht aan besteed.

Vandaag dus opnieuw en wel in de vorm van het gedicht ‘Sluiting’ van dichter Leo Vroman (1915-2014) dat komt uit een van de laatste dichtbundels die hij publiceerde op 94 jarige leeftijd in 2011 met als titel ‘Daar’. In dit gedicht beziet hij zijn naderende dood op een rustige manier waarin hij zijn sterfelijkheid niet alleen accepteert maar ook met enige humor bekijkt.

.

Sluiting

.

Als ik morgen niet opsta

moet je niet schrikken:

per slot, elke opera

en alle toneelstukken

hebben hun ogenblikken,

het vallen van gordijnen

of andere ongelukken.

Dit is dan het mijne.

.

Sluit dus mijn gezicht,

doe die mond en twee ogen

maar netjes dicht

en ik ben voltooid.

.

Laat zo maar gaan,

en die oren mogen

nog openstaan,

want je weet nooit.

.

Honger en dorst

Simon Vinkenoog

.

Op een dag als vandaag, dat dichter en poëzievriend Derrel Niemeijer wordt gecremeerd, past een gedicht van beatdichter Simon Vinkenoog (1928 – 2009). Uit zijn debuutbundel ‘Wondkoorts’ uit 1950 heb ik gekozen voor het gedicht ‘Honger en dorst’.

.

Honger en dorst

.

Honderd woorden schreef ik

die ik kende, en de andere zocht ik op.

Soms dacht ik, sta op, zoek niet langer,

ga uit. Maar het regent buiten

en zwart is de nacht.

.

(ik kan liegen alsof het gedrukt staat,

want papier is gewillig

en ik heb niemand tot getuige).

.

Maar ik kan niet, ik durf niet naar buiten,

want woorden zijn bedrog,

een kil verraad dat tocht binnenlaat

dat slapen gaat en ademt

dat honger lijdt en dorst

.

(ik sta voortdurend in het krijt

maar niemand maant mij

tot betalen).

.

Mijn lichaam leeft van renteloze woeker

en woorden zijn ongeneeslijk –

.

niet van binnen, waar de pijn mort

en niet naar buiten,

waar het regent.

.

sv