Site-archief

Glimp

F. Starik

.

Op de onvolprezen app van Muze (een app voor je telefoon of tablet waarop wekelijks een gedicht geplaatst wordt dat zowel gelezen als beluisterd kan worden) las ik deze week het gedicht ‘Glimp’ van F. Starik en ik moest meteen denken aan een gedicht van Charles Bukowski dat ik ooit plaatste op dit blog (2 maart 2010)  getiteld ‘Girl In A Miniskirt Reading The Bible Outside My Window’.

Hoewel beide gedichten over een andere situatie gaan hebben ze gemeen dat er, door een (oudere) man naar een meisje wordt gekeken zonder dat deze dat doorheeft. In beide gedichten schuilt een zekere melancholie en verlangen. In dit gedicht eindigt Starik echter met het feit dat alles, ook ‘de schoonheid van de jeugd, vergankelijk is terwijl Bukowski positiever eindigt (wat bevreemdend is) met de zinnen “she is dark, she is dark / she is reading about God. / I am God.”

.

Glimp

.

Voorjaar loeide aan.

In de trein naar huis zag ik,

tussenstation, op het perron

een meisje staan en noteerde van

achter mijn raam hoe, terwijl ze

bukte,

een bandje van haar hemdje van een

schouder

losschoot en een ondeelbaar ogenblik

uitzicht op haar blanke borsten bood.

O bloem der jeugd, o schande van

mijn steelse blik, ze bukte en zal

oud en lelijk worden

net als ik.

.

 

muze (1)

Koppig

Mustafa Stitou

.

Stitou (1974) werd geboren in Marokko en groeide op in Lelystad. Hij studeerde geschiedenis en filosofie. Dankzij Remco Campert stond hij in 1994 op Poetry International. In datzelfde jaar werd zijn debuutbundel ‘Mijn vormen’ genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs. Op uitnodiging van het Nationaal Comité 4 en 5 mei schreef hij in 1999 een gedicht dat op 4 mei werd voorgedragen.

Hij won in 2004 de prestigieuze VSB Poëzieprijs voor zijn derde bundel ‘Varkensroze ansichten’ evenals de Jan Campert-prijs. Op het Gedichtenbal 2009 werd bekendgemaakt dat Stitou de nieuwe Stadsdichter van Amsterdam werd als opvolger van Robert Anker. Dit was hij tot 18 mei 2010, F. Starik nam daarna het stokje over.

Uit ‘Mijn gedichten’ het gedicht ‘Koppig’ dat doet denken aan de neo-dadaïstische procedés die J. Bernlef en K. Schippers in ‘Barbarber’ in de jaren zestig al toepasten maar ook aan het werk van Vaandrager en Armando uit diezelfde periode.

.

Koppig

.

– En, wat zien we?

– Een konijn natuurlijk!

– Een konijn. En?

– En? Ik zie een konijn.

– En tegelijkertijd een…?

– Konijn zeg ik toch!

– Eend.

– Eend?

– Oren snavel zie je wel?

– Ik zie alleen een konijn.

– En een eend.

– Een konijn!

– Eend!

– Konijn

Konijn, konijn, konijn!

.

eendkonijn

Met dank aan Wikipedia

De Grote Vakantie

F. Starik

.

Uit mijn boekenkast vandaag de bundel ‘De Grote Vakantie’ van F. Starik uit 2004, uitgegeven door In de Knipscheer. De bundel bevat behalve 45 gedichten ook een CD met daarop 4 gedichten “verklankt” door Von der Möhlen en Cor Vos en gezongen door F. Starik. De CD bevalt me minder dan de bundel. De gezongen gedichten doen me erg ‘kleinkunstig’ aan. Niks mis mee op zichzelf maar ik persoonlijk vind
ze niet echt iets toevoegen, zoals de CD bij de laatste bundel van Serge van Duijnhoven dat absoluut wel doet.

De bundel met gedichten kan ik echter zeer waarderen. In 6 hoofdstukken en een coda neemt Starik je mee in zijn wereld en poëzie. Soms heel serieus, dan weer heel luchtig en altijd in een frisse taal.

Hieronder twee voorbeelden van een zeer luchtig gedicht en een op het oog luchtig gedicht maar met een serieuze ondertoon.

.

Landjuweel

 

Landjuweel, jaarlijks nazomerfestival

voor ouwe hippies, bewijst in elk geval

zo sprak Diana Ozon luid: ‘roken is niet dodelijk’.

Al zie ik wel bezwaren voor de huid.

 

.

De Grote Vakantie

 

Zo op het oog hier alles

welvaart en gemoedsrust.

Waar de Noordzee loom

haar brede zandstrand kust.

.

Vaders, moeders, kinderen

ze lachen, ze spelen, ze scheppen kastelen

in de tamme vloedlijn. Zou er ooit

volmaakter vrede zijn?

.

Eén van hen zal volgend jaar

niet langer bij ze zijn. Ze onderscheidt zich

al van verre: het dunne, kroezend haar.

.

De zon gaat onder, onbewogen

staan ze in het koude licht.

Niemand maakt bezwaar.

.

starik

Gedichten op vreemde plekken

Deel 65: op een drijvend eiland

.

In het water voor blok 4  (Noordbuurt,  Amsterdam) drijft een eiland. Het is een ‘drijvende-gedichten-kamer’, bedacht door de Amerikaanse kunstenaar Aiah Armajani. De dichter F. Starik maakte een gedicht over water en de wind. Het is te lezen bovenop het hekwerk rondom het eiland. Er staan stoeltjes en bankjes waarop je kunt zitten om te picknicken, weg te dromen of te spelen met vrienden. Dat is ook precies de bedoeling van de kunstenaar. Een speciaal plekje waar je even tot rust komt: weg van de drukte van de tram, de auto’s en de rest.

.