Site-archief

Menen – Rotterdam

Hervé Deleu

.

De Vlaamse dichter Hervé Deleu is voor de lezers van dit blog geen vreemde. Als dichter en poëzievriend heb ik al een aantal publicaties van hem besproken, hij was de eerste winnaar de Ongehoord! Gedichtenwedstrijd 2016 en het is een fijn mens. Naar aanleiding van het eerste lustrum van de Ongehoord! Gedichtenwedstrijd, schreef Hervé een gedicht opgedragen aan mij. Omdat ik het zo’n prachtig gedicht vind wil ik dit graag delen met jullie. De titel is ‘Menen – Rotterdam’ een verwijzing naar zijn woonplaats en de plaats waar het begon voor hem in Nederland.

.

Menen – Rotterdam

 

Mocht hij maar twee harten hebben

mocht hij maar twee minnaars zijn

zijn dubbel leven zwaar om dragen

een stad bekend, een stad geheim

 

een stad bekend, veilige haven

hoewel de storm is uitgedeind

rimpelloos genoegen biedend

minder passie, minder pijn

 

een stad geheim die met haar lichaam

de kunst beheerst die hem verleidt

tot willoos blussen van haar lusten

die hopeloos verslavend zijn

 

en toch wil hij in ziel en lichaam

de minnaar van één liefde zijn

waarmee de keuze hartverscheurend

een dolk wordt die zijn leven splijt.

.

herve

menen

rotterdam

Eva Gerlach

Seizoen

.

De bundel ‘O wie was mijn vader wie was ik’ uit 1995 is een bloemlezing van gedichten van meerdere dichters met gedichten over hun vader. Opvallend is het verschil in de manier waarop dichters en dichteressen in relatie staan ten opzichte van hun vader en hoe zij over hun vader schrijven.

Of zoals de achterflap meldt: Voor de dochter blijft er vaak een onbenoemd verlangen naar of een onbegrepen dreiging van de vader, terwijl voor de zoon het contact met de vader veel vanzelfsprekender is. Zij wandelen, fietsen, maken vistochten en krijgen begrip voor elkaar.

Ook ik heb ooit een gedicht voor en over mijn vader geschreven en vooral het begrip voor herken ik. In het gedicht ‘Seizoen’ van Eva Gerlach, oorspronkelijk verschenen in ‘Een kopstaand beeld: gedichten’ uit 1983 lees ik toch ook begrip voor de vader figuur. Misschien is het genoemde verschil niet altijd zo duidelijk.

.

Seizoen

.

Mijn vader die de dood niet lustte, laat

zijn handen die een meetlat op mij braken

met andere vingers hier het groen aanraken

van kiemblad onder een slaapmuts van zaad.

.

Maak zijn hart licht, laat hem het voorspelbare

ontroerd begroeten en voor wind bewaren,

de vruchten tot verrotting gadeslaan.

.

Hij heeft genoeg tegen zijn zin gedaan.

.

kopstaand

 

Levensavond van een drummer

Bert Voeten

.

Misschien komt het omdat ik mijn hele leven al een voorkeur voor drummers en percussionisten heb gehad of omdat ik zelf percussie speel of omdat ergens bij mij thuis op de kast ook nog een paar stokken liggen, maar het volgende gedicht van Bert Voeten trof me. Met liefde en compassie geschreven het gedicht ‘Levensavond van een drummer’ uit de bundel ‘Een bord bekijken’ uit 1966.

.

Levensavond van een drummer

.

Zijn trommen

-twee grote, vier kleine, twee

tom-toms, bongo’s etc.- heeft mijn

vader (78) al lang van de hand gedaan

.

maar niet zijn stokken

want zijn techniek houdt hij bij

op een schijf meubelplaat

met een middellijn van 15 cm

en, toegegeven,

ik ben jaloers op zijn beat.

.

drum

drum2

Derrel Niemeijer

Bij het overlijden van een dichter

Vanmorgen ontving ik het bericht dat dichter, poëzievriend en bijzonder mens Derrel Niemeijer gisteravond is overleden op 39 jarige leeftijd aan de gevolgen van slokdarmkanker. Een groot verlies voor zijn ouders, voor allen die hem lief hebben en voor het poëzielandschap in Nederland.

Derrel was een bron van verbazing, vermaak, ontroering, blijheid en verrassing. Steevast werd ik op een formele manier benaderd, u zeggend en meneer maar altijd met de hem zo bekende tongue in cheek humor. In de loop der tijd heb ik hem wat beter leren kennen en heb ik een aantal van zijn bundels gerecenseerd.

Zijn poëzie was zoals Derrel was. Eerlijk, rauw soms, dan weer heel liefdevol maar altijd authentiek. Met zijn podium Pepperplus en zijn uitgeverij onder die naam was hij goed aan de weg aan het timmeren. Zijn deelname aan de Poëziebustoer 2015, zijn optredens bij het Ongehoord! podium, zijn voordrachten in het algemeen en zijn aanwezigheid als mens maken dat heel veel mensen vandaag in rouw zijn en eigenlijk sinds bekend werd dat hij ongeneeslijk zien was al waren. De wereld heeft dichters als Derrel nodig en mede daarom wordt zijn overlijden als een groot verlies gevoeld.

In de laatste weken voor zijn overlijden hebben vele dichters een gedicht geschreven voor hem, gedichten aan hem opgedragen en ook ik heb een poging gedaan. Dat gedicht is hieronder te lezen.

Als eerbetoon aan Derrel heb ik besloten dat hij in november Dichter van de maand zal zijn en zal ik elke zondag een gedicht van hem op dit blog plaatsen.

.

Voor Derrel

Alle woorden liggen gevloerd, knock-out,
plat op de bek in een vuile hoek van de kamer.
Je spuugt jouw woorden er bovenop
in de hoop dat de schoonmaker ze zal lezen.

Het liefst brand je ze in de muur of in de
koppen van onverschilligen, dreun je ze
met hels kabaal door de stilte van lege gangen
in de hoop dat ze iemand, ergens bereiken.

Poëzie is niet vanzelfsprekend. Het is werken,
zweten en zwoegen en steeds opnieuw je stem,
rauw van het schreeuwen, schrapen en laten horen.
Laten zien dat ergens in die stapel,

jouw woorden liggen. Dat jij die poëzie bent
van vlees en bloed, dat er een hart klopt
in die zinnen en bloed stroomt door die woorden.
Wat er ook gebeurt.

Wat er ook gebeurt.

.

derrel

derrel2

Wonder

Toon Tellegen

.

Zondag dus Toon Tellegen. Een pijnlijk actueel gedicht. Uit: ‘Daar zijn woorden voor’ uit 2006.

.

 

Het pijnlijke van een wonder is

dat je je er niet over kunt verbazen,

hoe graag je dat ook zou willen,

het kan niet.

.

Het pijnlijke van doodgaan is

dat je je er altijd over moet verbazen,

ook al wil je dat niet, kun je dat niet,

het moet!

.

Waarom schreeuw ik zo?

Ik hoor mezelf wel.

.

tt

An

Herman de Coninck

.

In april 2016 ben ik gestopt met het, elke zondag, plaatsen van gedichten van één van mijn favoriete dichters aller tijden Herman de Coninck. Maar telkens als ik voor mijn boekenkast sta met dichtbundels trekken zijn bundels mijn aandacht. Dan neem ik ze één voor één ter hand, blader en lees er wat in en zet ze terug. En soms, zoals vandaag, denk ik; ik ga er gewoon weer een plaatsen.

Op de onvolprezen website http://www.dbnl.org/ staat te lezen over de bundel ‘Schoolslag’ uit 1994:

“De Coninck is een dichter die zichzelf van nature tegenspreekt, in de rede valt, corrigeert. Hij moet wel iemand zijn die waarheden in het algemeen en ook zijn eigen waarheden wantrouwt. Dat heeft zo zijn consequenties voor zijn poëzie. Van grote onderwerpen ziet hij de ontnuchterende details, triviale kleinigheden brengen hem tot visioenen. Die wisselwerking levert karakteristieke gedichten op.”

In het gedicht over An ‘1971’ (dat gaat over zijn bij een ongeluk overleden vrouw An en hun zoon Tom) is de Coninck heel persoonlijk en zelfs wat afstandelijk in één gedicht. Hij ondergaat en hij observeert. Mede daarom bleef mijn oog hangen op dit gedicht.

.

1971

Verliezen lukte beter: daar heb ik ternauwernood
één dichtbundel over gedaan. Ik won
de Prijs van de Vlaamse Provinciën met jouw dood.
Ik herinner me vooral dat ik mijn bril niet vinden kon.

Die lag naast de auto op de grond. Eerst vond
ik hem, het was een nieuwe, dan jou.
Dank zij die bril kan ik je nog steeds zien.
Na een eeuwigheid, misschien.

een minuut of twee, wees een vrouw naar het gras:
kijk, een kindje. Oja, dat hadden we ook. Snel mond
op mond. Tom gillen als vermoord. Dat leek me gezond.

Pas toen besefte ik hoe stil het voordien was.
Ik dacht: zal ik eens proberen te huilen?
Het lukte. Dat kwam de volgende dagen goed van pas.

.

de-coninck-4

Dichter van de maand Oktober

Toon Tellegen

.

Zoals al een beetje weggegeven op verschillende social media heb ik als Dichter van de maand oktober gekozen voor Toon Tellegen. Blijkbaar weet de poëzie van Toon Tellegen vele harten te raken. In ieder geval het mijne en daarom dus op elke zondag in oktober een gedicht van Toon Tellegen.

Voor vandaag heb ik gekozen voor het gedicht ‘Een gedachte’ uit de bundel ‘Gedichten 1977 – 1999’ uit het jaar 2000.

.

Een gedachte

.

Er moet een gedachte zijn

die te verschrikkelijk is om te bedenken.

Aan die gedachte moet ik denken,

nu.

Buiten morren mijn dromen, lopen geruchten tergend langzaam

heen en weer. Ik denk

dat zij bedolven ligt

onder al mijn andere gedachten

en niets te maken heeft met god of dood

of wat dan ook.

Misschien rekt zij zich wel uit, nu,

in het diepst van mijn gedachten, begeeft zij zich

op weg.

.

tt

1949

Laatste keer Dichter van de maand september

.

Op 25 september (vandaag) is het de laatste keer dat Jean Pierre Rawie dichter van de maand september is. Volgende week ( 2 oktober) een nieuwe dichter van de maand.

Dit keer heb ik gekozen voor een gedicht uit de bundel ‘Oude gedichten’ uit 1987 namelijk het gedicht ‘1949’.

.

1949

.

Wij die elkaar tot bloedens toe

op alle zwakke plekken kwetsten,

wij beiden zijn ten langen leste

de onbesliste vete moe.

.

Het laatste licht faalt in het westen,

mijn lieve vijandin, zie hoe

ik mij van mijn wapentuig ontdoe;

dit is uiteindelijk het beste.

.

Het heeft alleen zo lang geduurd:

de bitterheid waarmee wij streden

heeft voor ons alletwee voorgoed

.

zowel de toekomst als het heden

volledig in de war gestuurd. –

Zeg nu maar hoe het verder moet.

.

og

Misverstand

Menno Wigman

.

Al eerder besteedde ik aandacht aan de poëzie van Menno Wigman (1966). Wigman publiceerde vanaf 1984 verschillende bundels, hij publiceerde poëzie in bladen als Vrijstaat Austerlitz, Zoetermeer, Optima, Maatstaf, De Tweede Ronde, Millennium, Payola, Bunker Hill, De Zingende Zaag, Passionate en De Gids en hij ontving voor zijn werk de A. Roland Holst-Penning (2015) en de Jan Campert-prijs  (2002) voor ‘Zwart als kaviaar’. Naast dichter is Wigman vertaler en samensteller van bloemlezingen.

Uit de bundel ‘Zwart als kaviaar’ uit 2001 het gedicht ‘Misverstand’.

.

Misverstand

.

Dit wordt een droef gedicht. Ik weet niet goed

waarom ik dit geheim ophoest, maar sinds een maand

of drie geloof ik meer en meer dat poëzie

geen vorm van naastenliefde is. Eerder een ziekte

die je met een handvol hopeloze idioten deelt,

.

een uitgekookte klacht die anderen vooral verveelt

en ’s nachts – een heelkunst is het niet.

De kamer blijft een kamer, het bed een bed.

Mijn leven is door poëzie verpesten ook

al wist ik vroeger beter, ik verbeeld me niets

.

wanneer ik met dit hoopje drukwerk vierenzestig

lezers kwel of, erger nog, twee bomen vel.

.

zak

Interieur

Onmogelijk geluk

.

Het gedicht ‘Interieur’ van de dichter van de maand september, Jean Pierre Rawie, komt dit keer uit de bundel ‘Onmogelijk geluk’ uit 1992.

.

Interieur

.

In dit met boeken volgestouwd vertrek

heb ik steeds minder anderen van node,

met al mijn aan de dood ontstegen doden

iedere nacht stilzwijgend in gesprek.

.

Bij wie is wat ik liefheb nog in trek?

Het meeste is al eeuwen uit de mode.

Van wat ik deed, uit nood of om den brode,

rest enkel de grandeur van het echec.

.

Maar ook al bood het leven nog zoveel

waar ik mijn tanden op heb stuk gebeten,

één regel, en de wereld raakt vergeten,

.

één rijm, en het verscheurd heelal wordt heel:

alleen achter mijn schrijftafel gezeten

heb ik opnieuw aan heel de schepping deel.

.

jpr