Site-archief
Twee-pigrammen
Florence Tonk
.
Vorig jaar brachten uitgeverij Wereldbibliotheek en Nieuw Amsterdam een bundel uit met poëzie over het thema van de Boekenweek in een specifieke dichtvorm. Het thema dat jaar was rebellie en de dichtvorm het sonnet. Ook dit jaar koos men een thema; tweestrijd en als vorm koos men het epigram. Bovendien bevat de bundel dit jaar ook gedichten van andere dichters dan die van Nieuw Amsterdam en Wereldbibliotheek.
Het epigram heeft de volgende vaste regels: acht regels; vrije versvorm; hetzelfde slotwoord in de regels 1,3,5 en 7; metrum naar believen; de slotregel bevat de pointe. Een ander woord voor epigram is puntdicht. Het is een kort gedicht, vaak geestig. Slechts enkele gedichten uit de bundel voldoen aan deze regel. Ook de humoristische laatste zin met een rake pointe komt niet vaak voor. Wel zien we dat de gedichten acht regels tellen en dat de herhaling van het slotwoord veel is toegepast.
Omdat het thema Tweestrijd is heeft men voor de titel Twee-pigrammen gekozen, epigrammen over tweestrijd. Dichter Florence Tonk (1970) heeft zich voorbeeldig aan de regels van het epigram gehouden met haar gedicht ‘Puntdicht’ dat subtiel knipoogt naar het gedicht ‘Sotto voce’ van Vasalis.
.
Puntdicht
.
Een punt breekt af, de punt doet pijn
in zinnen aan mijn zusjes
een punt die stopt, veroorzaakt pijn
staat voor venijn en stelligheid, gelijk
is niet vrijblijvend, dat doet pijn
het stokken, afgesloten zijn
mijn tere zusjes lijden pijn
geen punt, het mag niet van mijn brein.
.
Festina Lente
De Poëzieslag pakt uit
.
Vanaf het begin en de opstart van de Poëziebus ben ik betrokken bij dit mooie initiatief om de podiumpoëzie te promoten. De Poëziebus zet zich in het bijzonder in voor de performancepoëzie. Als zodanig is ze niet de enige, er zijn meer podia die de nadruk leggen op de performance, denk aan spoken word podia, maar wat ik niet wist is dat er jaren geleden al een initiatief werd gestart juist om de podiumpoëzie te promoten, De Poëzieslag. Op de website van de Poëzieslag staat te lezen: De Poëzieslag bestaat sinds mei 1998 en is een gezamenlijk initiatief van Gerard Beentjes, docent schrijven en Felix von Schmid. Van meet af aan is het de bedoeling geweest om een Nederlandse variant van Poetry Slam te ontwikkelen. http://www.epibreren.com/slam/poezieslag.html
Pas geleden kocht ik de bundel ‘Festina Lente presenteert, de poëzieslag pakt uit’ uit 2001. In de inleiding schrijft Gerard Beentjes onder andere: De Poëzieslag is nu bezig aan het derde seizoen in successie. Het is een maandelijkse poëzieslam, een voordrachtwedstrijd voor publiek. En: Simon Vinkenoog is als jurylid een vaste gast van de Poëzieslag. Van zijn hand is de inleiding van deze bundel, het is een pleidooi voor podiumpoëzie, voor het laten horen van gedichten op een verstaanbare manier, lezend van papier of voordragend uit het blote hoofd.
Een aantal dichters die meededen en in deze bundel zijn vertegenwoordigd, zijn niet de minste: Erik Jan Harmens, Florence Tonk, Jannah Loontjens en Gerard Beentjes. Een speciale plek in de bundel is gegeven aan vaste bezoeker en deelnemer Frank Mol (1957 – 2000). Voor in de bundel is een stuk van een gedicht van hem opgenomen.
.
Mijn leven is twijfel
en ik leef van twijfel
alles wat ik tot nu toe
uit twijfel ondernam
is geslaagd
waarom zouden we dan nu niet slagen?
.
In zijn inleiding ‘Credo 2001’schrijft Simon Vinkenoog: geen experiment is verboden, geen onderwerp taboe, geen andere maatstaf dan de schok of de verrassing, herkenning of ontroering die de lezer of toehoorder van het gedicht ondergaat, als het eenmaal op papier is gezet of door de dichter wordt voorgelezen. Ik ben het helemaal eens met Vinkenoog. In de bundel staat een gedicht van Erik Jan Harmens dat het experiment niet schuwt getiteld ‘Erik Jan Harmens & het geheim van de sleutel’.
.
Erik Jan Harmens & het geheim van de sleutel
.
Zeg me lief, is het verwonderlijk niet dat wij elkaar de keel dichtknijpen in
dromen. In werkelijkheid kijken we de ander wat aan zonder (in jaarcijfers
uit de drukken) doel. We lopen door de stad en ik hou je vast met mijn arm
strak om je nek zodat een ieder zegt: die twee hebben wat (laat niemand
naar je kijken of zelfs maar naar de schaduw van je krullen op de keien).
.
De koele kikker onder tweetwintig volt lijkt nauwelijks te bedaren 9 ik lees
op een schwarzenegger-poster: wie een dubbelleven leidt kent tweemaal
zoveel gevaren).
.
we kunnen naar Afrika gaan en ons laten dragen door een oude van dagen
met een lege maag. we kunnen ook doen alsof we afgereisd zijn en
onderduiken onder een rijdende trein.
.
Bel me als het niet meer gaat. ik heb een antwoordapparaat.
.
Erotiek in poëzie
Florence Tonk
.
Dat erotiek in poëzie in vele gedaanten komt blijkt uit het voorbeeld van vandaag. Florence Tonk publiceerde in 2006 haar bundel ‘Anders komen de wolven’. In deze bundel staat het gedicht ‘Gemeen gedicht’ waarover Ellen Deckwitz in mei 2015 een bijzonder aardig stuk schreef op https://www.nrc.nl/nieuws/2015/05/07/de-kunst-van-de-cliffhanger-1492623-a151500
In dit stuk gaat het over het gebruik van het enjambement in dit gedicht. Een enjambement is een stijlfiguur waarbij de dichter op een niet-natuurlijke plek een regel afbreekt. Ik werd vooral gegrepen door de inhoud van het gedicht. Waar je in het begin een bepaalde indruk krijgt van de inhoud, een gruizig, broeierig gerommel in het ondermaanse, blijkt in het vervolg van het gedicht dat het hier juist het tegengestelde betreft: “ze heeft het al zolang niet meer gedaan dat er daar / iets verzuurd of haast verdwenen lijkt te zijn” en dan eindigt het gedicht toch weer positief voor de ik persoon in het gedicht.
Wat ik maar wil zeggen is dat een erotisch gedicht niet altijd hoeft te leiden naar opwinding van de lezer, dat het onderwerp een erotische lading of duiding kan hebben zonder dat het éénduidig is of expliciet in de boodschap. In ‘Gemeen gedicht’ is dit laatste het geval.
.
Gemeen gedicht
.
Ze kijkt als ze danst of ze neukt
ze kijkt als ze danst zoals ze denkt
dat men kijkt als men neukt
of ze kijkt alsof er iets klem zit
en hier beduusd van is
misschien danst ze tango in een te rode jurk
gelakte pornoschoenen en een kwabje hier en daar
stappen iets te groot, net of niet op maat
ze heeft het al zolang niet meer gedaan dat er daar
iets verzuurd of haast verdwenen lijkt te zijn
wijn verzacht maar als ze lacht zie je dat
het allemaal zo ernstig is geworden
zelfs in de dans waarin zij wel theater ziet
maar niet kan spelen, ze doet het even verbeten
als het vegen van een vloer, stoephoer
denkt ze als een meisje glanzend langs glijdt
in de armen van een rimpelloze held
voor haar alleen bejaarde schuifelaars
maar met de ogen dicht en iemand
zonder oud geurende jas valt er nog wel wat
te dromen, kijkend of ze klaar gaat komen
.