Site-archief

Scrabble

Loek Brons

.

Toen ik nog maar pas op mezelf woonde was er bij mij in de buurt een Erotheek. Dat was een videotheek waar Miep Brons eigenaar van was en waar louter erotische video’s verhuurd werden. Miep Brons was de vrouw van Loek Brons (1932-2016), zo las ik destijds in een artikel in de krant, en samen hadden zij maar liefst 170 textielsupermarkten (Brons) die ik me nog wel herinnerde. Het echtpaar verkocht hun textielzaken aan Jan Zeeman (die ja), Miep ging in de erotische videozaken en Loek werd kunstverzamelaar. Zijn interessegebied was vooral voor Nederlandse figuratieve kunst, magisch realisme, waaronder schilderijen waren van de kunstenaars Carel Willink en Pyke Koch.

Tot zover de geschiedenis van een textielhandelaar. Groot was mijn verbazing, toen ik in de kringloopwinkel een bundeltje van Loek Brons tegenkwam getiteld ‘Sport, spel en spaanders’ van uitgeverij Loek Brons. Na wat zoeken las ik in een artikel in het NRC uit 1981, dat Brons zijn eigen boeken uitgaf (vooral catalogi van kunsttentoonstellingen maar dus ook een dichtbundel).

Misschien was ik er niet eens bij blijven hangen als ik niet, al bladerend in de bundel, het gedicht Scrabble tegenkwam. Scrabble voor alle jeugdigen onder ons is Wordfeud maar dan als bordspel. Jarenlang met veel plezier gespeeld en daarom vandaag het gelijknamige gedicht van deze opmerkelijke dichter.

.

Scrabble

.

Scrabble? Ja, je gaat het spel al halen.

We nestelden ons gezellig samen thuis.

Tussen ons in prijkt de dikke van Dale.

De woorden slaan op ’t scrabblebord een kruis.

.

Je denkt en legt dan triomfantelijk neer.

De zeven letters vormen het woord: sterven.

Het duizelt voor mijn ogen, ‘k weet niets meer.

Ik ruil om nieuwe kansen te verwerven.

.

Zo ook in diepe dromen drommen honderden

woorden. Ze dwarrelen… ik grijp en mis.

.

Ik zoek het woord, ontsluierend alle wonderen:

een sleutelwoord voor elk geheimenis.

.

Maar badend in het zweet weet ‘k dit bijzondere,

dat het woord in mij nooit vlees geworden is.

.

 

Louise Glück

Winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur 2020

.

Donderdag werd bekend dat de Nobelprijs voor de Literatuur dit jaar naar de Amerikaanse dichter Louise Glück gaat. Ik kende haar niet maar in een artikel over haar dat in het NRC verscheen kun je al veel informatie halen https://www.nrc.nl/nieuws/2020/10/08/zoeken-naar-het-universele-a4015223 .

Louise Glück (1943) debuteerde in 1968 met de bundel ‘Firstborn’ waarna nog 15 bundels volgden. Glück werd in 2003 benoemd tot ‘Poet Laureate Consultant in Poetry’ aan de Library of Congress, nadat ze daaraan van 1997 tot 2000 als ‘Special Bicentennial Consultant’ verbonden was geweest. Zij is assistent-hoogleraar en ‘Rosencrantz Writer in Residence’ aan Yale University. Belangrijke thema’s in haar werk zijn verdriet en verlangen als facetten van inspiratie, vaak verbonden met de natuur. Haar poëzie valt op door de openlijke expressie van droefenis en eenzaamheid. Door in haar gedichten eigen ‘personae’ in het leven te roepen verbindt ze autobiografische elementen met klassieke mythologie. Naast de Nobelprijs voor de Literatuur is de belangrijkste prijs die ze mocht ontvangen de Pulitzer Prize voor haar bundel ‘The Wild Iris’ uit 1992.

Dichter Erik Menkveld vertaalde in 2004 een aantal gedichten van Glück en haar gedicht ‘Sunset’ werd in zijn vertaling ‘Avondrood’.

.

Avondrood

.

Mijn grootste vreugde

is het geluid van jouw stem

als die me roept zelfs in wanhoop; mijn verdriet

dat ik je niet kan antwoorden

in een spraak die je als de mijne ervaart.

.

Je hebt geen vertrouwen in je eigen taal.

Dus hecht je gezag aan tekens

die je niet nauwkeurig kunt lezen.

.

En toch bereikt je stem me altijd.

En ik antwoord aanhoudend,

terwijl mijn woede luwt, naarmate de winter vergaat. Mijn tederheid

zou je duidelijk moeten zijn

in de koelte van de zomeravond

en in de woorden die uitgroeien

tot je eigen antwoord.

.

Sunset

.

My great happiness

is the sound your voice makes
calling to me even in despair; my sorrow
that I cannot answer you
in speech you accept as mine.

.

You have no faith in your own language.
So you invest
authority in signs
you cannot read with any accuracy.

.

And yet your voice reaches me always.
And I answer constantly,
my anger passing
as winter passes. My tenderness
should be apparent to you
in the breeze of summer evening
and in the words that become
your own response.

.

Erotiek in poëzie

Florence Tonk

.

Dat erotiek in poëzie in vele gedaanten komt blijkt uit het voorbeeld van vandaag. Florence Tonk publiceerde in 2006 haar bundel ‘Anders komen de wolven’. In deze bundel staat het gedicht ‘Gemeen gedicht’ waarover Ellen Deckwitz in mei 2015 een bijzonder aardig stuk schreef op https://www.nrc.nl/nieuws/2015/05/07/de-kunst-van-de-cliffhanger-1492623-a151500

In dit stuk gaat het over het gebruik van het enjambement in dit gedicht. Een enjambement is een stijlfiguur waarbij de dichter op een niet-natuurlijke plek een regel afbreekt. Ik werd vooral gegrepen door de inhoud van het gedicht. Waar je in het begin een bepaalde indruk krijgt van de inhoud, een gruizig, broeierig gerommel in het ondermaanse, blijkt in het vervolg van het gedicht dat het hier juist het tegengestelde betreft: “ze heeft het al zolang niet meer gedaan dat er daar / iets verzuurd of haast verdwenen lijkt te zijn” en dan eindigt het gedicht toch weer positief voor de ik persoon in het gedicht.

Wat ik maar wil zeggen is dat een erotisch gedicht niet altijd hoeft te leiden naar opwinding van de lezer, dat het onderwerp een erotische lading of duiding kan hebben zonder dat het éénduidig is of expliciet in de boodschap. In ‘Gemeen gedicht’ is dit laatste het geval.

.

Gemeen gedicht

.

Ze kijkt als ze danst of ze neukt

ze kijkt als ze danst zoals ze denkt

dat men kijkt als men neukt

of ze kijkt alsof er iets klem zit

en hier beduusd van is

misschien danst ze tango in een te rode jurk

gelakte pornoschoenen en een kwabje hier en daar

stappen iets te groot, net of niet op maat

ze heeft het al zolang niet meer gedaan dat er daar

iets verzuurd of haast verdwenen lijkt te zijn

wijn verzacht maar als ze lacht zie je dat

het allemaal zo ernstig is geworden

zelfs in de dans waarin zij wel theater ziet

maar niet kan spelen, ze doet het even verbeten

als het vegen van een vloer, stoephoer

denkt ze als een meisje glanzend langs glijdt

in de armen van een rimpelloze held

voor haar alleen bejaarde schuifelaars

maar met de ogen dicht en iemand

zonder oud geurende jas valt er nog wel wat

te dromen, kijkend of ze klaar gaat komen

.

Gruwelijke gedichten

Paul Celan

.

Al eerder schreef ik over de dichter Paul Celan (1920 – 1970). Over zijn beroemde gedicht ‘Todesfuge’. Paul Celans ouders werden door de nazi’s vermoord in een Oekraïens concentratiekamp en zelf werd hij als dwangarbeider in een Roemeens werkkamp tewerkgesteld. Dit gegeven werd de belangrijkste leidraad in zijn poëzie. Gedichten die de gruwelijkheid van de oorlog als onderwerp hebben. Na ‘Todesfuge’ (1948) en ‘Mohn und Gedächtnis’ (1952) verscheen in 1955 ‘Von Schwelle zu Schwelle’ met daarin het gedicht ‘Mit wechselndem Schlüssel’. In dit gedicht doet hij opnieuw een poging om te leren spreken na de verstomming van Auschwitz.

Chris van Esterik schreef hierover in het NRC van 22 oktober 1993: “In al zijn gedichten probeert hij steeds weer nieuwe sleutelwoorden uit om de waarheid te ontsluiten. De woorden, voorzien van vele verschillende betekenissen om de kans op het openen van het slot te verhogen, zocht hij met name bij mystici in chassidische geschriften, de kabbala, de bijbel en de natuur. Dat bezorgde hem het aura van een hermetisch dichter, een omschrijving die hij zelf met stelligheid van de hand wees. Hij omschreef zijn werk als “Mehrdeutigkeit ohne Maske’.”

Dat de gedichten van Celan niet altijd eenvoudig zijn of eenduidig mag dan zo zijn, maar zijn gedichten raken je en laten je voelen welke verschrikkingen er plaats hebben gevonden tijdens de tweede wereldoorlog en met name in de concentratiekampen. Zo ook in het gedicht ‘Mit wechselndem Schlüssel’ of ‘Met wisselende sleutel’ zoals de vertaling luidt.

.

Mit wechselndem Schlüssel

.

Mit wechselndem Schlüssel
schliesst du das Haus auf, darin
der Schnee des Verschwiegenen treibt.
Je nach dem Blut, das dir quillt
aus Aug oder Mund oder Ohr,
wechselt dein Schlüssel.

Wechselt dein Schlüssel, wechselt das Wort,
das treiben darf mit den Flocken.
Je nach dem Wind, der dich fortstösst,
ballt um das Wort sich der Schnee.

.

Met wisselende sleutel

.

Met wisselende sleutel

ontsluit je het huis, waarin

de sneeuw van ’t verzwegene woedt.

Naar gelang het bloed opwelt

uit je oog of je mond of je oor,

wisselt je sleutel.

Wisselt je sleutel, wisselt het woord

dat woeden mag met de vlokken.

Naar gelang de wind die jou wegstoot,

balt om het woord zich de sneeuw.

.

Men moet

Gerrit Kouwenaar

.

Een van de dichtbundels die ik pas geleden kocht is een bundel getiteld ‘Het mooiste gedicht’ De favoriete gedichten van Nederland en Vlaanderen. Met een inleiding van Jan Wolkers. Deze bundel uit 2000 is ontstaan in nauwe samenwerking met Poetry international de NPS en NRC Handelsblad. En een fraaie bundel is het geworden. Zo ongeveer alle grote Nederlandse en Vlaamse dichters zijn vertegenwoordigd. Vaak met bekende gedichten maar ook vaak met minder bekende of, voor mij dan toch, volledig onbekende gedichten. Veel poëzie uit de laatste helft van de twintigste eeuw maar stuk voor stuk zeer leesbaar.

Op de achterflap van de bundel staat een quote van Jan Wolkers: “Als men mij zou verzoeken het mooiste gedicht uit de Nederlandse poëzie te kiezen, zou ik net zo ontsteld kijken als wanneer men mij zou vragen de mooiste bloem uit een overdadige bloeiende bloemenweide te plukken”. Vandaar dat er zoveel gedichten zijn opgenomen.

Ik heb voor een gedicht van Gerrit Kouwenaar gekozen.Oorspronkelijk afkomstig uit de bundel ‘Helder maar grijzer’ Gedichten 1978-1996 uit 1998. Het gedicht is getiteld ‘men moet’.

.

men moet

.

men moet zijn zomers nog tellen, zijn vonnis

nog vellen, men moet zijn winter nog sneeuwen

.

men moet nog boodschappen doen voor het donker

de weg vraagt, zwarte kaarsen voor in de kelder

.

men moet de zonen nog moed inspreken, de dochters

een harnas aanmeten, ijswater koken leren

.

men moet de fotograaf nog de bloedplas wijzen

zijn huis ontwennen, zijn inktlint vernieuwen

.

men moet nog een kuil graven voor een vlinder

het ogenblik ruilen voor zijn vaders horloge –

.

helder

Nachtzwemmen

Hagar Peeters

.

Hagar Peeters (1972) is begonnen als rapdichter (als dat al een woord is) waar ze, op het Double talk festival, al in 1997 opviel. In 1999 debuteerde ze met de dichtbundel ‘Genoeg gedicht over de liefde vandaag’ welke genomineerd werd voor de NPS Cultuurprijs. Ze won de J.C. Bloemprijs en de Jo Peters poëzieprijs in 2004 en werd in 2005 genomineerd voor de Anna Bijns prijs. Ze publiceerde inmiddels 7 dichtbundels en werd in 2005 door Nederlandse en Vlaamse scholieren verkozen tot jeugddichter des Vaderlands (van beide ‘Vaderlanden’ vermoed ik).

Over haar poëzie schreef Arie van den Berg in 1999 in het NRC: “Het gebruik van beeldspraak is beperkt in ‘Genoeg gedicht over de liefde vandaag’. Wat niet wil zeggen dat de dichteres om beelden verlegen zit. Ze plukt ze met schijnbaar gemak uit het alledaagse. Stof wordt dan ‘pakmedannetjes in het licht’ en in ‘Vertweezaming’ wil de ik ‘niet van je neusbrug skiën’ en ook niet ‘in je blauwe ogen pootjebaden’. Ze lijken naïef soms, de metaforen van Peeters, maar ook in hun argeloosheid zijn ze doorgaans trefzeker.”

.

Nachtzwemmen

.

De maan rolt een loper
van licht op het water.
We waden ernaar
naakt in het donker
raken niet verloren
langs de baan van de maan
van licht door het water
alleen zichtbaar
voor dat van elkaar
in ons lichaam.

.

Uit: :Loper van licht’ uit 2008.

HP

hagar peeters

Zwart/wit

Gedicht bij een foto

.

Mijn vrouw, Inge Vos maakt prachtige foto’s. Foto’s waar ook ik af en toe op mag verschijnen als figurant. Maar niet alleen ik. Ook kinderen, familie en vrienden. Een van deze foto’s, een zwart/wit foto van Daan, een vriendin heeft ze ingestuurd naar de fotowedstrijd van de NRC. Omdat ik het een prachtige foto vind en omdat ik haar wil steunen plaats ik hierbij de foto en een gedicht dat meer dan zijdelings het verhaal van deze foto verteld. Het gedicht is van Bert van der Linden en is ook te vinden op http://www.gedichten.nl

Wil je Inge steunen, ga dan naar http://foto.nrc.nl/?page=10 en stem op de onderstaande foto.

.

Verstilde beelden

-woorden bij een foto-

ergens buiten de stad waar de tijd
alleen nog in het verleden huist

verhullen gehavende muren een
roerloze leegte rond ‘n verweesd
en uitgewoond bestaan

en ook de mensen die hun dagen
hier sleten zijn reeds lang naar
het stof der aarde teruggekeerd

enkel ‘n verdwaalde passant die in
deze bouwval beschutting zoekt
beluistert nog een oud verhaal

dat zich zwijgzaam vertellen laat
van wat in verstilde beelden
bewogen bleef

ergens buiten de stad door de tijd
nog spaarzaam belicht

.

Daan

Voetbalpoëzie

Voetbal en gedichten

.

Nu het Wereldkampioenschap voetbal in Brazilië rap dichterbij komt lijkt het me een goede zaak eens een stuk te schrijven over voetbal en poëzie. Misschien staan de gedichten van de spelers die het Europees kampioenschap van 1988 wonnen nog in het geheugen of zijn er lezers van Hard Gras onder de lezers van dit blog. Hoe dan ook, er is wel wat te vertellen over voetbal en poëzie.

Om maar met het EK van 1988 te beginnen, in 1989 verscheen van de hand van Theun de Winter het boek ‘Nederland-Duitsland: Voetbalpoëzie’ met bijdragen van o.a. Hans van Breukelen, Ruud Gullit, Johnny Rep, Ruud Krol, Stanley Menzo, Jan Wouters, Wim Suurbier, Frans de Munck, Arnold Mühren, Johan Neeskens, Jan Mulder, Jules Deelder en Theo van Gogh.

.

voetbalpoezie

 

.

Ook Nico Scheepmaker publiceerde in de bundel Nederland-Duitsland (1989) een gedicht over de overwinning, met een verwijzing naar een beroemde slotregel uit een sonnet van J.C. Bloem (1887-1966): ‘Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij’.

.

2-1 & 1-2

De wedstrijd was het juiste spiegelbeeld
van die 2-1 in het gedoemd verleden.
Eerst werd ik in de Hel gevierendeeld,
en daarna kwam ik in de Hof van Eden.

Twee-een verliezen of met 2-1 winnen:
ontgoocheling of een waanzinnig feest.
Je kunt er maar het best niet aan beginnen,
dan is je leven wel zo kalm geweest.

Ik vond het jammer dat wij toen niet wonnen,
want winnen is het doel van elke sport.
Maar anderzijds is voetbal maar verzonnen:
geen mens die er veel menselijker door wordt.

Natuurlijk was ik blij met onze zege,
als journalist was ik zelfs dubbel blij.
Wij hadden immers iets cadeau gekregen:
kopij, kopij, o en voorgoed kopij!

.

Maar ook een dichter als Elly de Waard heeft haar liefde voor voetbal, of in dit geval voor de voetballer Pierre van Hooijdonk in een gedicht vastgelegd. Hieronder het Typoscript van het gedicht van Elly de Waard (1940), oorspronkelijk geschreven naar aanleiding van het wereldkampioenschap voetballen 1994, maar voor de gelegenheid (tijdens een uitzending van het tv programma Laat De Leeuw) aangepast voor Pierre van Hooijdonk, oktober 1999.

.

VP Elly

Maar niet alleen Oranje inspireerde dichters, ook een groot voetballer als Abe Lenstra kreeg een eigen gedicht van Rutger Kopland in het NRC van 11 juni 1994 (vandaag op de dag af 20 jaar geleden).

.

Abe

 

.

En natuurlijk mag Jules Deelder niet ontbreken. De voetballiefhebber (Sparta) onder de dichters met het gedicht over Sparta.

.

Vroeger of later
Ga je dood
Dat staat als een paal
Boven water
Zo oud als Sparta
Word je nooit

En als je gaat
Is het je tijd geweest
Dat is één ding
Dat zeker is

Zo niet
Ofter een hemel is
Maar álster één is
Dan zal je zien
Dat de Hemelpoort
– Oh brok in ons keel –
Verdacht veel weg heeft
Van Het Kasteel

.

deelder-sparta

 

Met dank aan dbnl.org
%d bloggers liken dit: