Site-archief
Double Talk, Rap en Poëzie
Geplaatst door woutervanheiningen
Bart FM Droog
.
In 1997 publiceerde de Stichting Paradiso de bundel ‘Double Talk’ Rap & Poëzie. Samenstellers Emerald Beryl en Fred Bomber schrijven in hun voorwoord: “Nu de rap ook in Nederland floreert achtten Paradiso en de Nes-theaters de tijd rijp voor een festival. In januari 1997 organiseerde zij daarom het festival Double Talk, waar pure hiphop-optredens van onder andere De Puta Madre, Spookrijders en RollaRocka worden geplaatst naast poëzie en theaterperformances. Een aantal dichters als Dalstar, Serge van Duijnhoven en Maria Barnas werd gevraagd voor deze gelegenheid een gedicht te schrijven, waarbij zij zich lieten inspireren door rapoetry. Sommigen van hen bleken al met rapvormen te experimenteren”.
In deze bundel zijn dus naast dichters als Ruben van Gogh, Menno Wigman, Arjan Witte en Tjitse Hofman ook rappers en rapgroepen vertegenwoordigd als Osdorp Posse, Zombi Squad en The Nugsta. Opvallend is dat de rappers destijds nog vrijwel allemaal in het Engels rapten (uitzondering uiteraard Osdorp Posse). Daardoor viel het doel dat het Double Talk destijds zichzelf had gesteld, namelijk de kunstmatige grens tussen rap en poëzie opheffen, enigszins in het water.
De poëzie van de dichters is echter kwalitatief goed en dus valt er wel wat te genieten. Ik koos voor een gedicht van Bart FM Droog (1966) getiteld ‘Not the end’. Bart FM Droog is dichter, bloemlezer en onderzoeker. Droog trad in binnen- en buitenland op met het gezelschap De Dichters uit Epibreren, dat vanaf 1998 tot in 2011 bestond uit Tjitse Hofman, Jan Klug en hijzelf. In 2003 kreeg dit poëzie- en muziekgezelschap de Johnny van Doornprijs voor de Gesproken Letteren. Tevens is hij oprichter van de Stichting Nederlandse Poëzie Encyclopedie. Deze beoogt de verspreiding van de Nederlandstalige poëzie en de van kennis daarover en geeft ‘Nederlandse Poëzie Encyclopedie’ uit.
Droog debuteerde in 1998 met de bundel ‘Deze dagen’, zijn laatste bundel is van 2017 getiteld ‘Moordballaden’.
.
Not the end
.
Parkeer de wagen aan de hellestraat
en zie: verkeer snelt in helse vaart
.
ik nip de binnenverlichting aan
draai de cassette nogmaals om
just remember death is not the end
not the end, not the end
remember death is not the end…
.
ik wrijf m’n ogen uit, de slaap
is niet aan chauffeurs besteed
inderdaad
is het rijden met de duivel
als Morpheus naast je staart
.
het landschap is me vreemd
de route ligt echter duidelijk
op de kaart en borden genoteerd:
afslaan is er niet bij, vandaag
.
al de grenzen die ik passeer
een zwaai, een knik, een groet
-mijn nummerplaat is goud waard!-
smuggler’s delight, met blind oog
voor de schoften in uniform
.
nee, ik kom niet op voor de zwakken
door honderd paarden voortgedreven
rij ik het onrecht voorbij
stop slechts om de kanker te krijgen.
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters, Gedichten in thema's, Muziek, Muziek in poëzie, spoken word
Tags: 1966, 1997, 1998, 1998 tot 2011, 2003, 2017, Arjan Witte, Bart FM Droog, bloemlezer, Dalstar, De dichters uit Epibreren, De Puta Madre, Deze dagen, dichtbundel, dichter, Double Talk, Emerald Beryl, Engels, experimenten, Fred Bomber, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, gesproken letteren, hiphop, Jan Klug, Johnny van Doornprijs, Maria Barnas, Menno Wigman, Moordballaden, Nes-theaters, Not the end, onderzoeker, Osdorp Posse, poëzie, poëziebundel, Rap en Poëzie, rapgroepen, rappers, rapvormen, RollaRocks, Ruben van Gogh, Serge van Duijnhoven, Spookrijders, Stichting Nederlandse Poëzie Encyclopedie, Stichting Paradiso, The Nugsta, Tjitse Hofman, Zombi Squad