Site-archief
Op de rug van een stier
Hanneke van Eijken
.
Dat je poëzie op vreemde plekken kan aantreffen blijkt wel uit de vele (meer dan 100) voorbeelden die je kan vinden in de categorie ‘Gedichten op vreemde plekken’ op dit blog. En meestal zijn de plekken dan overal behalve in boeken. Daar staan gedichten normaal gesproken al tenslotte. En toch kun je ook gedichten in boeken aantreffen waarvan je het van te voren nooit verwacht zou hebben. Toen ik was aan het rondsurfen was op het net op zoek naar iets volledig anders, kwam ik in ‘FIDE, The XXIX congress in The Hague 2021’ een gedicht van Hanneke van Eijken tegen getiteld ‘Op de rug van een stier’.
Hanneke van Eijken (1981) is dichter en jurist. Ze publiceerde in literaire tijdschriften (o.a. Tirade, Het Liegend Konijn, Deus ex Machina, De Poëziekrant). In 2012 stond Hanneke op een podium van de poëziestichting Ongehoord! in Rotterdam dat ik mocht presenteren. Toen al was ik onder de indruk van haar dichtkunst. In 2014 debuteerde ze met de bundel ‘Papieren veulens’ gevolgd in 2018 door ‘Kozijnen van krijt’.
Maar terug naar het congresboek van FIDE (International Federation of European Law). Hanneke van Eijken is naast dichter namelijk ook universitair docent en onderzoeker bij de leerstoel Europees recht. In 2014 promoveerde ze op haar proefschrift “EU citizenship and the constitutionalisation of the European Union”, waarin ze de rol van het Europees burgerschap in het proces van constitutionalisering van de Europese Unie analyseert. In haar positie als postdoc onderzoeker blijft Hanneke onderzoek doen op het terrein van Europees burgerschap, in het multidisciplinaire onderzoeksproject bEUcitizen. Het is dus niet heel verwonderlijk dat dit gedicht een plekje kreeg bij de inleiding van dit congresboek.
Liliane Waanders schreef over dit gedicht op Hanta: Uit haar woorden maak ik op dat ik het gedicht vrij letterlijk moet nemen. Dat Hanneke van Eijken het erg vindt dat er zo slordig met Europa omgesprongen wordt dat zelfs de voordelen over het hoofd gezien worden. Oordeel zelf.
.
Op de rug van een stier
.
Iemand zei dat Europa niets meer is
dan een grillige vlek op een wereldkaart
zonder te beseffen
dat goden van alle tijden zijn
.
dat Europa vele vormen kent
ze is een eiland in de Indische oceaan
een maan bij Jupiter
zevenentwintig landen die als koorddansers
in evenwicht proberen te blijven
.
er leven godenkinderen die vergeten zijn
wie hun vader is
.
Europa is een vrouw
met een kast vol jurken
ze houdt er niet van een vlek genoemd te worden
.
over de wraak van goden en vrouwen met jurken
kun je beter niet lichtzinnig doen
.
In de nieuwe MUGzine
Maarten Buser
.
Half februari (deze week!) verschijnt MUGzine #6 met daarin poëzie van Merlijn Huntjens, Michaël Van Remoortere, Marleen De Crée en Maarten Buser. Het artwork is dit keer van internationaal opererend kunstenaar Jordy van den Nieuwendijk. Natuurlijk is er een nieuwe Luule en als je MUGzine op papier automatisch wil ontvangen word dan donateur (kijk hiervoor op http://mugzines.nl/ ).
Zoals geschreven is Maarten Buser een van de dichters is #6. Maarten Buser (1991) is dichter en neerlandicus. Hij studeerde Nederlands en letterkunde aan de Radbouduniversiteit in Nijmegen, volgde daar onder meer ook colleges kunstgeschiedenis en internationale literatuurgeschiedenis, en studeerde af op de poëzie van Mustafa Stitou. Zijn gedichten en essays verschenen in onder meer De Revisor, Het Liegend Konijn en Liter. Daarnaast schrijft hij over beeldende kunst en poëzie (en soms ook popmuziek) voor verschillende media, waaronder de lage landen, Metropolis M, Gonzo (circus), Awater en de site van Athenaeum Boekhandel. Ook vertaalde hij poëzie van Jana Prikryl, Robert Polito, Ian McLachlan en Vincent Katz. Werk van hem werd vertaald in het Engels en het Frans. In Revisor 8 verschenen een aantal van zijn ‘Kleine versjes in proza’. Een van die kleine poëtische prozagedichtjes wil ik hier graag met je delen.
.
Hoe ik het Sublieme leerde begrijpen
Ik heb me nooit bezwaard gevoeld om bij een meisje achterop de fiets te zitten. Deze keer waren we allebei aangeschoten. Ze had recent bier leren drinken en fietste me naar het station. Het was overigens een belachelijk korte afstand, had ik dat al gezegd? Ik heb constant gedacht dat we om zouden donderen. Daarom heb ik mijn hoofd tegen haar rug gelegd en geglimlacht.
.
Het gedicht ‘Onderzoeker’ verscheen op https://www.deoptimist.net/
.
Onderzoeker
.
Hij houdt van de bedden waarin
hij zich omdraait, vreemd
.
en alleen. In de zomer
is hij schoonmaker op kantoor
.
Hij acht zichzelf glad als een vis,
maar is de graat in onze kelen
.
Op de bureaus staan familiefoto’s;
hij bedenkt de namen van skioorden
.
en gezinsleden, of waarom
het jongste kind zijn lachen
.
niet in kon houden. Hij heeft graag
dat de feiten meebuigen
.
met hoe hij spartelt
Hij loopt naar believen huizen binnen
.
En dus binnenkort meer poëzie van Maarten in de nieuwe MUGzine, het leukste en kleinste poëziemagazine van Nederland en Vlaanderen.
.
Paleidokopus
Drager Meurtant
.
Van een vaste lezer van dit blog, die ook regelmatig reageert op mijn stukjes, Drager Meurtant ontving ik een aantal bundeltjes waar ik bijzonder blij mee ben. Niet in de laatste plaats met de bundel ‘Paleikokopus’ van Drager Meurtant zelf (De naam Drager Meurtant is een anagram). Gedrukt door drukkerij Libertas Pascal in Utrecht. In deze prachtig vorm gegeven bundel staan 55 gedichten in het Nederlands en in het Engels (een enkele in het Duits en sommige alleen in het Engels) die horen bij evenzoveel foto’s van assemblages, collages, schilderijen en grafieken van zijn hand.
Drager Meurtant voelde na 35 jaar als dierenarts/onderzoeker actief geweest te zijn de sterke behoefte zich meer kunstzinnig te uiten. Primair via assemblages maar dus ook via andere kunstvormen zoals bijvoorbeeld de poëzie. Dat Drager een voorliefde en fascinatie had voor Dada wist ik al maar hij laat zich ook inspireren door vertegenwoordigers van de CoBrA beweging en Jóan Miró evenals door kunstenaars als David Smith en Joseph Cornell. Invloeden van deze kunstenaars zie je terug in de foto’s van assemblages in de bundel.
Maar niet alleen de foto’s in deze bundel zijn zeer de moeite waard, de gedichten zijn dat zeer zeker ook. Gedichten die serieus zijn maar ook humor bevatten en soms tot in het absurde zoals in het gedicht ‘Toen Miro Beuys trof’.
.
Toen Miro Beuys trof
.
“Op de dag, dat Jóan Miro Joseph Beuys trof
was er niemand
op het strand, behalve ik.
.
Beiden waren ingenomen met de installatie
durf ik stellen.”
.
In een ander gedicht komt (wellicht) zijn bijzondere levensvisie naar voren.
.
Pensioen
.
“OK mensen, na zoveel jaar
slecht-gehumeurde types te hebben verdragen
met veel te veel pretentie
gekoppeld met gebrek aan gevoel, heb ik me
teruggetrokken.
Geen TV, mobieltje, of lap-top.
Als je me wilt zien, dan één voor één graag
en met bericht vooraf, tenminste twee dagen
tevoren,
zodat ik enkele voorzorgen kan treffen.
De hond heeft geen naam / maar des te meer
tanden.”
.
Paleidokopus is een mooi vormgegeven bundel waarin veel te genieten valt. Meer informatie over het werk van Drager Meurtant vind je op https://meurtant.exto.org.
Alkmaar ontwaakt
Lonneke van Heugten
.
Via een jurylidmaatschapsklus kwam ik in aanraking met Lonneke van Heugten. Zij is dramaturg, onderzoeker, schrijver en dichter, die ook aan marketing doet. Een duizendpoot zou je kunnen zeggen. Momenteel werkt ze aan haar PhD aan de Amsterdam School for Cultural Analysis en zit ze in de Raad van Toezicht van de Stichting KUUB. Deze stichting organiseert Op 15 en 16 juni 2018 het Festival KUUB, en daar presenteren Alkmaarse cultuurbeoefenaars een uitgebreid programma. Op dit regionaal, cultureel festival van het jaar tref je liveoptredens, creatieve workshops, theatervoorstellingen, foodtrucks, eigentijdse kunstexposities en meer. Meer informatie over Lonneke vind je op https://lonnekevanheugten.com
Van haar hand is het gedicht over de stad waarin zij woont, Alkmaar.
.
Alkmaar ontwaakt
Zaterdagmorgen.
De zon piept over de huizen.
Stralen kietelen de plavuizen
van de Laat.
En zij, de stad, opent loom een oog,
ontwaart een paar vreemde nachtvogels
die zich niet meer kunnen oriënteren op de sterren –
ze zijn het nachtleven te laat ontstegen.
Onbeholpen klapwieken ze richting hun thuizen.
De stad slaat haar ogen op naar de lucht
en slaakt een zucht.
Voelt dan fietsbanden kriskras
en doelbewust
rollen over haar buik.
Het zijn niet de laat-komers,
maar de vroege vogels
die terstond hun nest uitgaan,
wetend dat er werk aan de winkels is.
En zij, de stad, rekt zich uit in lanen,
strekt zich in het licht.
Ze wil iets zeggen om al die ochtendkwetteringen te verdringen,
ze tot zwijgen te manen,
of desnoods tot zingen,
in al hun schittering.
Maar uit haar mond ontsnapt slechts een gaap.
En gespeend van zin in inspanning
dommelt ze,
voldoende gerust over haar bewoners,
weer in slaap.
.