Site-archief

Een pleidooi voor inspiratie

Overheid van nu over poëzie

.

Op de website Overheid van nu staat een interessant artikel van begin 2022 onder de titel ‘Alternatieve leestips: een pleidooi voor inspiratie’. Toen ik op het artikel stuitte en het had gelezen wist ik dat ik hier een blogpost aan zou wijden. In het kort is het artikel een aansporing aan professionals werkzaam bij de overheid om (meer) vrij te denken door het lezen van poëzie. Of, zoals het in het artikel wordt verwoord:

“Gedichten stimuleren je om vrij te denken, omdat er geen goed of fout is als het gaat om kunst. Er worden geen meningen gepresenteerd, maar vergezichten. Dat gunnen we alle professionals die interbestuurlijk samenwerken aan de grote maatschappelijke opgaven van nu.”

In het artikel wordt verwezen naar de bundel ‘Olijven moet je leren lezen’ van Ellen Deckwitz, de voormalig dichter des vaderlands (2013-2017) Anne Vegter wordt aangehaald en het artikel wordt geïllustreerd met regels en strofen uit gedichten van bovenstaande dichters en Lieke Marsman, Tjitske Jansen, Rodaan al Galidi, Hagar Peters en Joost Baars. Zo wordt er gesteld, en ik ben het daar zeer mee eens, dat: Wie poëzie leest, loopt het gevaar verliefd te worden op zinnen die je vervolgens de rest van je leven bij je draagt.

Ik denk dat iedere poëzieliefhebber een of meer dichtregels uit het hoofd kent omdat deze ooit een verpletterende indruk heeft gemaakt. Ook ik ken vele regels uit mijn hoofd, ik heb er al eerder over geschreven, uit gedichten van Judith HerzbergVasalisRemco Campert en verschillende uit gedichten van Jules Deelder.

Het artikel eindigt met: “Poëzie neemt verschillende gedaantes aan: die van vergezicht, verdieping, vermaak, confrontatie, inspiratie of ontspanning. Die waarden gunnen we alle professionals die interbestuurlijk samenwerken aan de grote maatschappelijke opgaven van nu. Daarom dus poëzie als leestip op Overheid van Nu.” Een waardevolle tip lijkt me, elke dag poëzie lezen verrijkt je leven, je taal en je verbeeldingsvermogen. En ja sommige poëzie is niet meteen te begrijpen. Deckwitz schrijft hierover:  “Beginnen met lezen van poëzie is ermee akkoord gaan dat je niet meteen alles begrijpt. Maar wel dingen gaat aanvoelen.”

Een compliment voor de (anonieme) schrijver van dit artikel, hopelijk wordt het door vele ambtenaren gelezen en in praktijk gebracht. Natuurlijk een gedicht, dit keer van Ellen Deckwitz getiteld ‘Fietsen’ dat gepubliceerd werd in literair tijdschrift Liter jaargang 12 in 2009.

.

Fietsen

.

Toch knap dat u erin slaagde
het evenwicht te bewaren
op enkele pinkdunne buisjes
die met schroefjes en wat draad
aan twee wieltjes waren vastgemaakt.
.
Het enige wat u moest doen,
was de boel draaiende houden en de bel
alleen in noodgevallen aan te slaan
het kost wat
.
maar een melkgebit later
schept u er tijdens feestjes over op
tot u echt naar huis moet.
.
Daar gaat u dan
– op uiteraard de fiets –
toch even tonen dat u
ook met één hand kan
en dan ook de andere boven
het is net watertrappelen
voor gevorderden met als grande finale
voeten op het stuur en met de punt
van uw neus nog even tingeling en dan zoveel applaus
dat wanneer u op de brancard geladen wordt
er nog even door uw gedachten schiet
.
hoe knap het is,
dat u fietst.
.
.

Wij waren onder de betovering

Ramsey Nasr

.

Het Poëzieweekgeschenk, het cadeautje dat je krijgt als je in de Poëzieweek een dichtbundel koopt ter waarde van tenminste € 12,50, is de bundel ‘Wij waren onder de betovering’ van Ramsey Nasr. Nu is het Poëzieweekgeschenk inmiddels een bekend gegeven, al sinds jaar en dag krijg je bij het kopen van een dichtbundel in de Poëzieweek een bundeltje cadeau. En toch is het dit keer anders (dat kun je wel aan Ramsey Nasr overlaten).

Want wat heeft hij gedaan? Hij baseerde zijn gedichten in ‘Wij waren onder de betovering’ op de honderden brieven die Vincent van Gogh schreef, vanaf zijn jeugd tot aan zijn dood. Ramsey Nasr plaatste van Goghs woorden in een nieuwe context en herschikte deze tot meeslepende poëzie.

In de gedichten plaatste Nasr blauwe streepjes tussen de stukjes die hij nam uit de brieven van Vincent, iets dat in eerste instantie wat vreemd aandoet maar waar je al snel overheen leest. De bundel bestaat uit 10 gedichten zonder titel. Ik koos voor gedicht nummer 9.

.

9.

.

weet u waar ik vaak aan denk

.

wij voelen ons niet doodgaan

de ziekte zelf die voel je niet

.

we komen niet in opstand

erin berusten doen we ook niet

.

we zijn door dood en onsterfelijkheid getroffen

en het gaat niet over

.

ik heb geprobeerd

ben werkelijk zo moe

.

ik begin te gelooven

dat ik weg móét

.

misschien zal ik me verdonkeremanen

misschien zal ik er daglicht van maken

.

maar dat de dood pas komt als hij moet komen

dat zullen we nog wel eens zien

.

ik ben geheel besloten

sta niet meer magteloos voor de natuur

.

wij die in de buurt zijn van de dood

voelen dat het groter is dan wijzelf

en van langere duur

.

 

Dagelijkse kost

MUGzines.nl

.

Vandaag begint de Poëzieweek en die duurt tot 2 februari. In de Poëzieweek zijn er allerlei activiteiten die waarschijnlijk voor het allergrootste deel door kunnen gaan nu er weer meer ruimte is voor cultuur en culturele activiteiten. Koop je tijdens de Poëzieweek een dichtbundel bij je boekhandelaar dan ontvang je de bundel ‘Wij waren onder de betovering’ van Ramsey Nasr. Deze bundel heeft hij geschreven gebruik makend van zinnen uit de brieven van Vincent van Gogh aan zijn broer Theo.

Tijdens de Poëzieweek zal op de website van mugzines een terugblik met een knipoog te lezen zijn, en natuurlijk een gedicht dat geheel of zijdelings een relatie heeft met het thema van de Poëzieweek. De gedichten komen uit één van de afgelopen 10 edities van MUGzine.

De nieuwe MUGzine, nummer 11 wordt in februari verwacht. Dit keer met bijdragen van een aantal jonge dichters: De uit Kortrijk (Vlaanderen) afkomstige Siel Verhanneman (1989), Meliza de Vries, winnares van de AMAI Award voor het beste Instagram gedicht en dichter en ontwerper Gaël van Heijst (1990). De illustraties worden verzorgd door Meliza de Vries die naast dichter een zeer verdienstelijk tekenaar en schilder is.

Om alvast in de stemming te komen een toepasselijk gedicht uit editie 7 van MUGzine van Wim Meyles getiteld ‘Natuurwandeling’.

.

Natuurwandeling

.
Het bos, dat alles in zich heeft:
hier wordt naar hartenlust geleefd,
gerend, gevlogen en gezweefd,
gestreefd, gestreden en gesneefd.

.
We zien de losgewoelde grond,
hier struinden everzwijnen rond
op strooptocht in de avondstond.

.
Iets verderop een beestenboel:
de plastic troep van feestgewoel

.

De poëzie van Donald Trump

Doug E. Barr en Rob Sears

.

Ik heb er lang over getwijfeld of ik er iets over zou schrijven. De simpele maar (voor sommige zeer overtuigende) bijna oertaal van de voormalige  Amerikaanse president is een bron van wijdverbreid amusement en afschuw. Maar sommigen zijn begonnen met het verkennen van de esthetische kracht ervan. In ‘The Beautiful Poetry of Donald Trump’ heeft schrijver Rob Sears, aan de hand van (gedocumenteerde) uitspraken van Trump verzen gemaakt en deze gebundeld.  ‘Ik ken woorden … ik heb de beste woorden’ verklaarde Trump ooit met zijn gebruikelijke, opschepperige zelfvertrouwen. Voor een keer heeft hij misschien gelijk. Maar waarschijnlijk op een heel andere manier dan deze narcistische voormalig president zelf dacht. Sears zegt over de taal van Trump:

Hij spreekt in zeer compacte, gedestilleerde zinnen die je veel vertellen over wie hij is, in een klein aantal woorden. Dus het ligt niet zo ver van wat wat poëzie is of kan zijn” zegt Sears. “Veel van zijn zinnen hebben een staccato ritme. Wat hij zegt is niet ingewikkeld.”

Een paar voorbeelden (De cijfers achter de zinnen zijn verwijzingen naar de bronnen, gelegenheden waar Trump zijn uitspraken deed):

I am the best1

.

I predicted Apple’s stock would fall2

I will build a great, great wall3

I build buildings that are 94 stories tall4

My hands – are they small?5

.

Hot little girl in highschool6

.

I’m a very compassionate person (With a very high IQ)7

Just think, in a couple of years, I’ll be dating you8

It must be a pretty picture, you dropping to your knees9

Come here, I’ll show you how life works10. Please11

.

Gelukkig is er altijd een tegengeluid. Toen ik het gedicht ‘Donald Trump’ van dichter, essayist Doug E. Barr tegenkwam wist ik dat ik over de ironisch bedoelde bundel ”The Beautiful Poetry of Donald Trump’ kon schrijven. Doug E. Barr zet de persoon en de politiek in een heel ander daglicht.

.

Donald Trump

.

It’s apropos he’s loud and brash,
A cut off horn gives him his name.
He blows his own and tweets nonstop
For mass distraction is his game.
Bamboozle is his stock-in-trade.
Though he spent hours on the stump,
Divisions in America
Are what elected Donald Trump.

.

By his account he is the best,
He boasts, the greatest of them all.
His skill is in division though.
Too sad “divided we will fall.”
Despite how strong he thinks he is
He draws his strength from those divides.
Without them he would fade away.
He couldn’t live without the sides.

.

The sides sustaining politics
Are ways we try to fill the void.
If we’d accept we can’t do that,
All Donald Trumps we could avoid.
If we stop giving life to Trumps
We would unite humanity.
Without divides we might survive
To live another century.

.

It matters not that Biden won,
Beliefs dividing us remain.
Because “divided we will fall”
To keep believing is insane.
Throughout the race the voters prayed,
”God please come over to our side.”
The God of Abraham agreed.
But Nature’s God cannot divide.

.

Poëzie op een auto

Katie Eberhart

.

Schrijfster en dichter Katie Eberhart en haar echtgenoot Chuck Logsdon woonden enkele jaren in Anchorage Alaska.  Katie werkte in de loop van de jaren als onderzoeker, econoom en data-consultant, maar bleef ook schrijven. In 2010 verdiende ze een MFA van de Rainier Writing Workshop aan de Pacific Lutheran University. Katie’s gedichten en essays zijn verschenen in Cirque Journal’, ‘Sand Journal’, ‘Elohi Gadugi Journal’ en in andere magazines. In 2011 verhuisden Katie en Chuck naar Bend, Oregon, waar Katie blogt over natuur en literatuur.

In Oregon begon Katie me het beschilderen van hun auto’s. Niet meteen met poëzie al had één auto wel het opschrift ‘I brake for poems’ achterop. Tijdens de Oregon Poetry Association Conference in Forest Grove in 2012 kwam ze echter met haar nieuwste aanwinst ‘The poetrycar’. Met een permanent marker schreef ze gedichten op haar auto. Soms wilde ze de gedichten vervangen en dan moest ze met nagellak verwijderaar aan de gang en daarom is ze nu bezig met het zoeken naar magnetische letters.

Katie Eberhart gebruikt zinnen en strofes uit gedichten die ze mooi vindt zoals uit het gedicht van Jack Gilbert ‘A brief for the defence’.

.

A Brief For The Defense

.

Sorrow everywhere. Slaughter everywhere. If babies

are not starving someplace, they are starving

somewhere else. With flies in their nostrils.

But we enjoy our lives because that’s what God wants.

Otherwise the mornings before summer dawn would not

be made so fine. The Bengal tiger would not

be fashioned so miraculously well. The poor women

at the fountain are laughing together between

the suffering they have known and the awfulness

in their future, smiling and laughing while somebody

in the village is very sick. There is laughter

every day in the terrible streets of Calcutta,

and the women laugh in the cages of Bombay.

If we deny our happiness, resist our satisfaction,

we lessen the importance of their deprivation.

We must risk delight. We can do without pleasure,

but not delight. Not enjoyment. We must have

the stubbornness to accept our gladness in the ruthless

furnace of this world. To make injustice the only

measure of our attention is to praise the Devil.

If the locomotive of the Lord runs us down,

we should give thanks that the end had magnitude.

We must admit there will be music despite everything.

We stand at the prow again of a small ship

anchored late at night in the tiny port

looking over to the sleeping island: the waterfront

is three shuttered cafés and one naked light burning.

To hear the faint sound of oars in the silence as a rowboat

comes slowly out and then goes back is truly worth

all the years of sorrow that are to come.

.

Jonge Held

Martijn van Beem

.

Afgelopen zondag keek ik naar de bijzonder mooie documentaire over het leven en de dood van Willem Ekkel, samen met broer Daan hoofdrolspelers uit de serie ‘Jonge Helden’ van de VPRO, uitgezonden in de jaren 1985 tot 1988. In deze documentaire kwam onder andere een naam van een mij onbekende dichter aan de orde Martijn van Beem.

Op zoek naar informatie of werk van deze, toen jonge, dichter vond ik eigenlijk niets behalve dat Martijn één van de presentatoren was van ‘Jonge Helden’ en nog iets. Een bijzonder grappig en inmiddels heerlijk gedateerd filmpje dat Martijn maakte met Devika Strooker in 1987 onder de noemer school TV als derde deel van de serie Dichters op school.

In dit filmpje gaat Martijn op bezoek bij deskundige Sjef Verbraaken die met behulp van een floppy disc met daarop een computer poëzieprogramma een gedicht schrijft. Je zou dit kunnen zien als een eerste vorm van ready made poëzie.

Het gedicht dat het programma uit losse zinnen maakt gaat als volgt:

.

Gevaarlijk zijn pas echt diegenen

kauwend op hun ongemak

die alles doen voor vrede

desnoods moordend

.

Maar kijk vooral dit heerlijke filmpje.

Jongehelden

Gedichtenvanger of Poemcatcher

Breng gedichten onder de mensen

.

Waarschijnlijk ken je ze wel; de dreamcatchers, met draad en veren vormgegeven hangers die je dromen vangen (van oorsprong afkomstig bij de indianen van Noord Amerika). Menig huis of slaapkamer heeft er een hangen.

Gebaseerd op de dreamcather heeft de ‘stadsdichter’ van Edmonton (de hoofdstad van de Canadese provincie Alberta) een poemcatcher ontwikkeld. Anna Marie Sewell, de laureaatdichter van Edmonton lanceerde in september 2011 haar gedichtenvanger in het stadhuis van Edmonton. Deze houten boog met gedichtenvanger staat achter een tafel waarvan de poten gemaakt zijn van dichtbundels en waarop een boek ligt waarin de burgers van Edmonton hun gedichten of andere artistieke ingevingen kunnen noteren.

“The poem catcher is here for people of Edmonton to bring their impressions of what it is that makes Edmonton a place that we dream about, a place that we love, and a place that we call home,”  aldus Sewell.

De ideeën, de woorden, de zinnen en de beelden gebruikt Sewell dan weer in haar stadsgedichten. Hierbij zal ze altijd op zoek zijn naar terugkerende thema’s in de bijdragen van de burgers van Edmonton.

Het gedichtenvanger project loopt tot het eind van haar termijn als laureaatdichter in juni 2013.

.

%d bloggers liken dit: