Site-archief

Toevallen

Bij de Dichters-top

.

Afgelopen zondag was bij Antiquariaat Colette de Dichters-top. Naar aanleiding van de NAVO-top (ook in Den Haag) van volgende maand hadden het Woordenrijk en Colette de handen ineen geslagen en een dichters-top georganiseerd met louter Haagse dichters (al was er ook een Vlaamse jonge dichter luisterend naar de naam Maria de Coninck bij). Het was een gezellige, interessante en zeer goed bezochte middag daar in de tuin achter het antiquariaat.

De hoogtepunten zaten wat mij betreft tussen 15 en 16 uur. Alexander Franken, Diann van Faassen, Dario Goldbach, Douwe Hovingh, Marilou Klapwijk en als uitsmijter de geweldige Kees ’t Hart. Kees bracht een gedicht over Asissië, consequent uitgesproken zonder umlaut, zonder microfoon en welluidend. Dit gedicht deed me onmiddellijk denken aan het gedicht over McDonalds dat Douwe Hovingh even daarvoor had voorgedragen. In de YouTube video hieronder kun je het gedicht beluisteren en bekijken vanaf 5.50 minuten, een opname van het Poëziecafé De Posthoorn van maart dit jaar.

Van deze dag hier enige foto’s van verschillende dichters. En natuurlijk een gedicht. In dit geval van diezelfde Douwe Hovingh getiteld ‘Toevallen’.

.

Toevallen

.

Vaag in de verte rinkelt een fietsbel

jouw fietsbel na

Een passant lacht om een grap

in jouw hoofd

Een schaduw valt op jouw schoot

Een lentejong gezicht valt op

in een voorbijgaande reflectie

Jouw moeder snijdt één keer haar vingers

Jouw moeder snijdt nooit meer haar vingers

zomaar zonder erbij stil te staan

Er valt een blad voor jouw voeten

Je ziet dezelfde eend voor de derde keer

je merkt het niet

Je ontmoet een vervreemde vriend

voor de eerste keer sinds

.

 

Alexander Franken

Diann van Faassen

Marilou Klapwijk

Kees ’t Hart

Haagse dichters

Dichters-top

.

Eerder dit jaar schreef ik al over het Haagse antiquariaat Colette en wat een rijkdom het hebben van een antiquariaat in een gemeente is. En in 2019 schreef ik over Haagse dichters naar aanleiding van de bundel ‘Den Haag, de stad van gedichten‘. Deze twee komen (in samenwerking met Het Woordenrijk) nu samen op 25 mei in Colette aan de Reinkenstraat 45 in Den Haag. In een dichters-top (een duidelijke verwijzing naar de NAVO-top die niet ver van Colette plaats vindt in Den Haag) onder het mom van ‘Poëzie versus Politiek’ treden maar liefst 32  Haagse dichters op zoals Kees ’t Hart, Edith de Gilde, Marilou Klapwijk, Dian van Faassen en Alexander Franken.

Het is de bedoeling dat tijdens de bijeenkomst in de tuin en op het terras van de boekhandel in de Haagse wijk Duinoord poëzie te horen is uit alle landen die binnen de NAVO zijn verenigd. De dichters wordt gevraagd een – bij voorkeur geëngageerd – gedicht van zichzelf voor te dragen en een gedicht in vertaling van een dichter naar keuze uit een NAVO-land. De 32 landen worden daarvoor willekeurig verdeeld onder de dichters.

Als voorproefje een gedicht van Kees ’t Hart (1944) uit de gelijknamige bundel ‘Kinderen die leren lezen’ uit 1998.

.

Kinderen die leren lezen

.

kinderen die leren lezen
zitten in lokalen
uit te rusten van
onrustige verhalen

er hangt een stilte
zoals tussen auto’s
op parkeerkerreinen
en tussen bomen

en juf beklimt
het podium
met wit papier

kinderen die leren lezen
hangen letters te drogen
aan de wanden
van de klas

in de winter steekt
juf de kaarsen aan
en kinderen die leren lezen
mogen zingen

en ze beschilderen papier
met de lievelingskleuren
van hun lievelingsdier

kinderen die leren lezen
denken aan de slaap
van de komende nacht

.

Harry Zevenbergen

Overleden

.

Op 8 maart jongstleden is de uit Randwijk afkomstige Haagse dichter Harry Zevenbergen (1964-2022) overleden. Ik kende Harry niet heel goed maar heb een aantal keren met hem te maken gehad en podia gedeeld. Tussen 2007 en 2009 was Harry Zevenbergen stadsdichter van Den Haag, de eerste en de enige stadsdichter die Den Haag gekend heeft. Ik denk dat we elkaar voor het eerst ontmoeten in 2011 bij Poëzie op pootjes, een project waarin dichters het Haagse gevoel beschrijven in gedichten.

Een van de projecten die Harry organiseerde was Dichter op locatie. Twee keer Vijf Haagse dichters (in deel 1 en deel 2) kregen  van hem de opdracht om een week te verblijven op een locatie naar eigen keuze in Den Haag. Twee van de dichters die aan dit project meededen ( Jeroen de Vos en David Muiderman) leerde ik kennen toen ik debuteerde met ‘Zichtbaar alleen’ bij uitgeverij de Brouwerij.

In 2012 was ik te gast bij  ‘Hot Talk’ op radio Den Haag FM, waarin we spraken over onderwerpen als: Hoe kun je de aandacht stimuleren voor poëzie?, wat doen bibliotheken met poëzie? Wordt poëzie veel uitgeleend?  Later dat jaar was ik te gast bij ‘Het Woordenrijk’ ook bij Den Haag FM waar ik in gesprek ging met Harry en Dian van Faassen over poëzie.

In 2018 stonden we nog samen op een podium als Haagse dichters (met Alexander Franken en Debbie van den Bergh) bij ‘Schrijvers tussen de kassen’ Toen kwam al voorzichtig aan het licht dat Harry ziek was. Harry leed aan de ziekte van Alzheimer waaraan hij dus vorige week is overleden. Met hem verliest de poëzie maar vooral Den Haag een bevlogen en mooi mens. Dichter Anne-Tjerk Mante schreef op Facebook een prachtig in memoriam waarnaar ik hier graag verwijs.

In de bundel ‘Poëzie op pootjes’ uit 2005 staat het gedicht ‘Levenslooplijnen’ van Harry en dat gedicht wil ik graag hier delen.

.

Levenslooplijnen

.

Een man in het park voetbalt met zijn zoontje.

Verder is het park leeg.

Vader: veertiger, kalend, buikje, geen talent.

Zoontje: een jaar of vijf, een supertalent?

.

Een man in het park traint zijn zoontje.

Verder is het park leeg.

Vader legt de oefening uit, moedigt zoontje aan.

Zoontje gaat enthousiast aan de slag.

.

Een uur lang zit ik daar.

De ene oefening volgt de andere.

De vader is geen begenadigd trainer.

De zoon daar valt nog niets van te zeggen.

,

De man in het park gelooft in zijn zoontje.

Gelooft dat hij morgen de nieuwe Bergkamp,

ergens bij een profclub kan onder brengen.

Hij droomt van een mooi plekje op de tribune.

.

Het ADO-stadion kijkt mee over zijn schouder,

maar de ambities reiken verder, reiken tot in

Rotterdam, Rome, Londen, Barcelona.

.

Na twee uur begint het donker te worden.

De man geeft zijn zoontje een aai over de bol.

Thuis staat een schoolbord te wachten.

.

Samen met Diann van Faassen bij het Woordenrijk

Hoe de stemming er in te houden

20 jaar Paard

.

Je kan je de verrassing, die zich meester van mij maakte, voorstellen toen ik in een kringloopwinkel in Drouwenerveen de bundel ’20 jaar Paard’ literaire bundel tegen kwam. In al de jaren dat ik in Den Haag kringloopwinkels bezoek en daar naar poëziebundel speur was ik deze bundel nimmer tegen gekomen. Sterker nog, ik wist van het bestaan niet af. In 1992 werd deze bundel uitgegeven ter gelegenheid van het 20 jarig bestaan van Cultureel Centrum ’t Paard en samengesteld door Adriaan Bontebal, Erik Lindner en Marianne Kukler.

Nu is het op zichzelf niet heel bijzonder dat er een literaire bundel wordt uitgegeven door ’t Paard, deze Haagse poptempel heeft een lange geschiedenis van literaire activiteiten (denk aan ‘Puur Gelul’). Het is dan ook niet verwonderlijk dat er grote en bekende namen hebben bijgedragen aan deze bundel zoals Joost Zwagerman, Carla Bogaards, Alfred Birney, Frank Starik, Ingmar Heytze en Jan Rot. Maar ook Haagse namen als Bart Chabot, Boozy en A. Moonen en er is zelfs een bijdrage van Allen Ginsberg opgenomen.

Ik heb uit al deze namen die van Arthur Lava gekozen. Arthur Lava, (1955) is het pseudoniem van Howard Krol, Arthur naar Rimbaud. Hij was in 1988 één van de initiatiefnemers van de groep dichters die zichzelf de Maximalen noemden, naar hun eerste bundel.  Deze dichters, streefden naar een soort poëzie waarin meer straatrumoer zou doorklinken. Zij keerden zich tegen de verstilde, ingekeerde en autonome poëzie van veel van hun voorgangers en eisten daarentegen een poëzie van het volle en eigentijdse leven. De Franse dichter Arthur Rimbaud was voor de meeste Maximalen het grote voorbeeld.

.

Hoe de stemming er in te houden

.

Hé bermtoerist

langs de uitvalsweg van je verlangens.

.

Hé vaandelzwaaier

op de afslag Wanhoop-Noord.

.

Laat je toch niet verneuken man,

je hoofd is echt geen voddenkraam

vol halfvergane geestdrift.

Wie heeft je dat ooit wijsgemaakt?

.

Kom op, de vlegeljaren zijn

nog altijd op de pof.

Vannacht gaan we de kroegen af

en maken zelfbedrog het hof.

.

Achter de duinen

Van Haagse dichters die voorbijgaan

.

In 2001 verscheen bij uitgeverij BZZTôH de verzamelbundel ‘Van Haagse dichters die voorbijgaan’ met daarin gedichten van, aan het begin van de 21ste eeuw levende, Haagse dichters. Grote namen als Remco Campert en Willem Brakman, Bart Chabot en Mensje van Keulen maar ook specifiek Haagse helden als Boozy en Gebroeders de Gier, allemaal komen ze voorbij in deze bundel. Er is één rode draad in de bundel; alle dichters zijn geboren in Den Haag of zijn er op latere leeftijd komen wonen.

Van twee bekende Haagse schrijvers/ (liedtekst-) dichters Koos Meinderts en Harry Jekkers staan ook bijdragen opgenomen.

Ik koos voor het gedicht ‘Achter de duinen’ door hen gezamenlijk geschreven, oorspronkelijk uit de bundel ‘Achter de duinen’ uit 2000.

.

Achter de duinen

(naar Between van Loudon Wainwright III)

.

Achter de duinen ligt de zee

Daartussen ligt het zand

De zee dat is mijn moeder

En mijn vader is het land

.

Ik daartussen ben het kind

Spelend in het zand

Nog geen idee waarheen te gaan

Naar zee of naar het land

.

Twee voeten in de aarde

Mijn hoofd hoog in de wind

Ben ik mijn vader en mijn moeder

Ben ik mijn eigen kind

.

Eert uw vader en uw moeder

Zoek jezelf een thuis

Op het land, weg van het strand

Of bouw een schip als huis

.

Den Haag

Remco Campert

.

Een van de dichters die ik al lang lees en waar ik altijd weer door geïnspireerd word is Remco Campert (1929). Een van de eerste dichtbundels (naast de bundels van Jules Deelder) was dan ook ‘Alle bundels gedichten; 1951 – 1970’ uit 1976. Daarna zouden nog vele bundels komen en ook daar heb ik er verschillende van.

Zo ook de verzamelbundel ‘Dichter’ uit 1995. Uit die bundel het gedicht ‘Den Haag’ niet alleen omdat dat mijn woonplaats is maar ook omdat ik aanstaande donderdag met een aantal andere Haagse dichters ga voordragen bij café ‘Mooie Woorden’ in Naaldwijk.

.

Den Haag

.
Overal bevuilde daken
groen koper van kerken
brakke lucht uitgebeten huizen
afgegraasd grasland verwaarloosde zee.
O en de trieste trage gele trams
en het kippevel van de verwaaide straten.
Heel Den Haag was één Panorama Mesdag
elke dag een verregende koninginnedag.

Mijn grootvader ongeschoren
dwaalde als Strindberg door het huis
gevangen in zijn eigen kamerjas.

En zo speelziek en verlegen als ik was
met mijn kleine rubberdolk
beheerste dolleman
pleegde ik sluipmoord op een schemerlamp
of op zolder het oude lila kussen.

.