Site-archief
Nog maar wat korte gedichten
Gedichten van de maand April
.
Vandaag is het de laatste zondag in April dus weer (voor de laatste keer) een aantal korte gedichten. In volgorde van lezen allereerst het gedicht ‘Geluk’ van Chris van Geel uit zijn bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1993. Het tweede korte gedicht is van Nachoem M. Wijnberg, is getiteld ‘Vreemdeling’ en komt uit zijn bundel ‘Alvast’ uit 1998. Het derde gedicht is van Anneke Reitsma en is getiteld ‘Verstrooiing’. Dit gedicht is genomen uit haar bundel ‘Wadlopen’ uit 1983.
.
Geluk
.
Een steen tegenkomen in een hap krentenbrood
zonder er eerst op gebeten
te hebben. Een groot geluk, vol diepe geruststelling.
.
Vreemdeling
.
De vreemdeling zegt: ‘Jullie zijn toch zelf vreemdeling
[geweest,’
en zij zeggen: ‘Nee, wij niet, wij waren altijd hier,
in het kale donker wachtend op het binnen gedragen lichaam
van een die er altijd was en die een vreemdeling ontmoette.’
.
Verstrooiing
.
U bent mijn vader en ik ben uw kind.
Ik weet wat u verloren in mij vindt:
De woorden die gij sprak zend ik uiteen
tot zij zich voegen in de sporen en de wind.
.
Korte gedichten
Op maandag
.
De dagen lijken steeds meer op elkaar en daardoor was ik gisteren helemaal in de war. In plaats van korte gedichten van de maand te plaatsen, gaf ik jullie een ‘Cadeautje’. Ook niks mis mee natuurlijk en daarom vandaag, voor een keer op maandag in plaats van op zondag, korte gedichten. Vandaag koos ik voor drie gedichten van dichters uit Vlaanderen en Nederland te weten Hubert van Herreweghen (1920 – 2016) een van de belangrijkste na-oorlogse dichters uit Vlaanderen, de Rotterdamse dichter Riekus Waskowsky (1932 – 1977) en de Vlaamse dichter Petra Van den Berghen (1971).
Van Hubert van Herreweghen koos ik het gedicht ‘Paar’ uit de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1986.
Van Riekus Waskowsky koos ik het gedicht ‘Gospelsong’ uit ‘De verzamelde gedichten’ uit 1985.
Van Petra Van den Berghen koos ik het gedicht ‘grijpen en mazen’ uit ‘Staalkaart van de Nederlandstalige Podiumpoëzie 2017’.
.
Paar
.
Ik zie een jongen naast een meisje lopen,
hij kust haar en zij lacht om het geval.
Genadige dood! Zij kirren en zij hopen,
zij zien het kind nog niet dat hen begraven zal.
.
Gospelsong
.
Elke seconde verandert de wereld
men leeft maar en sterft maar
alsof het niets is en misschien is
het ook wel niets dan wat beweging
waardoor de wereld niet verandert.
.
grijpen en mazen
.
het glijdt de vingers van herhaling door
-tussen-
de pauzes in
snijdend aan gewonde handen grijpen ze doelloos in uitgezette netten
tussen de lijven in wapperen de mazen, bot in hun vieren
in altijd, overal ontglipt.
.
Korte gedichten
van de maand april
.
Vandaag opnieuw de korte gedichten van de maand. Ik heb gekozen voor verschillende vormen van korte gedichten. Allereerst een voorbeeld van een Logogrief (letterraadsel of woordraadsel) dat ik uit de Opperlandse taal- en letterkunde haalde van Battus (Hugo Brandt Corstius), geschreven door J. Spier. Dit gedicht heeft een bijzondere vorm want elke regel wordt gevormd uit één woord en dat ene woord wordt telkens een letter langer naarmate het gedicht vordert.
Het tweede korte gedicht is van J. Bernlef getiteld ‘Herfst’, en ik haalde het uit in de bundel ‘Achter de rug, gedichten 1960 – 1990’ uit 1997.
Het derde en laatste korte gedicht is van J. C. Bloem en heet als titel ‘De nachtegalen’. Dit gedicht komt uit de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1986.
.
Logogrief
.
u
is
een
dame;
legio
sterke
emoties,
bepaalde
gevoelens
ontbloeien
verrukkelijk!
nachtenlange
droomfantasie;
veroorzaakster:
onweerstaanbare
godinnengevormde
mannenverleidster!
.
Herfst
.
1000 dorre bladeren voor mijn deur
brengen mij op niet 1 gedachte.
.
De nachtegalen
.
Ik heb van ’t leven vrijwel niets verwacht,
’t Geluk is nu eenmaal niet te achterhalen.
Wat geeft het?- In de koude voorjaarsnacht
Zingen de onsterfelijke nachtegalen.
.






