Site-archief

Vreemd vel

Mahlu Mertens

.

De sinds 2011 in Gent woonachtige Nederlandse dichter Mahlu Mertens (1987) is naast dichter ook theatermaker én doctor in de literatuurwetenschap werkt nu als postdoc aan de Universiteit Antwerpen. In 2019 debuteerde ze met de bundel ‘Ik tape je een bed’ bij uitgeverij Peeraer. Deze bundel won in 2019 de eerste Zeef Poëzieprijs. Haar gedichten verschenen eerder in Het gezeefde gedicht, het Liegend Konijn, Meander, de Poëziekrant en in bloemlezingen zoals ‘Zwemlessen voor later’, ‘Uit de Zeef’ en ‘De grote inkijk’. Dit jaar verscheen haar tweede bundel bij uitgeverij De Zeef met als titel ‘Brooddoosomhelzing’.

Taco van Peijpe schreef in zijn recensie van deze bundel op de website van Meander: “Mahlu Mertens biedt in deze bundel een verzameling toegankelijke gedichten in parlandostijl. De inhoud is veelal anekdotisch en ondubbelzinnig. Desondanks zijn het heel poëtische teksten dankzij de originele metaforen, de beeldende taal en de doordachte strofe-indeling.” Reden genoeg dus om een gedicht van haar hand uit haar debuutbundel hier te plaatsen.

.

Vreemd vel
.
Vanavond is de dresscode wit
in deze maatschappij. Morgen ook.
Met een kleur kom je het feest niet binnen.
.
Als je wil, mag je mijn vel wel aan.
Van kop tot teen, inclusief haar,
zolang je belooft vanuit je heupen te lopen.
Leg mijn lijf maar in de zetel.
.
Je zult je kleiner moeten maken
dan je bent, schouderbladen tegen elkaar,
ruggengraat gekromd, ietsje door de knieën,
maar je zult vrijer kunnen ademen
.
als je een politieagent passeert.
Probeer gerust een keer zwart te rijden,
maar oefen op je dommeblondjesblik.
Bouwvakkers zijn een ander verhaal.
misschien heeft je zus dat al verteld?
.
Blikken zullen anders over je heen dwalen
vertragen bij borsten, bij billen,
opzichtig je decolleté in glippen.
.
Veiligheidswaarschuwing: niet na zonsondergang gebruiken
in een donker park, korte rokjes op eigen risico.

.

Nu we er toch zijn

Erwin Hurenkamp

.

De Poëzieclubkeuze van poëzietijdschrift Awater is dit keer de debuutbundel van Erwin Hurenkamp getiteld ‘Nu we er toch zijn’. Deze bundel heeft als rode draad een dystopische wereld waar we met zijn allen op afstevenen, een wereld die het ene moment wordt geteisterd door hevige neerslag waardoor de woestijn die deze wereld is verandert in een grote modderstroom waarin feitelijk niet meer te leven is. ‘Nu we er toch zijn’ is geen weerspiegeling van onze huidige wereld maar een verkenning van de wereld zoals die zou kunnen zijn en die steeds waarschijnlijker wordt.

Erwin Hurenkamp (1993) studeerde literatuurwetenschappen en Cultural Analysis in Amsterdam. Gedichten van hem werden eerder gepubliceerd in Hard // hoofd en De Optimist.  Uit deze bundel met vooral prozaïsche gedichten koos ik voor een gedicht dat meer op een klassiek gedicht in de vrije vorm lijkt dan op de meeste prozagedichten in deze bundel getiteld ‘Kyrie 1.1’.

.

Kyrie 1.1

.

Valt de avond, tillen wij je op. Je zwalkt stomdronken

met je door stuifmeel benevelde kop

langs de bedden, raakt hier en daar iets aan:

.

salvia’s, floxen, kattensnorren. Gebruiksbloemen zijn we

allemansliefjes, bevriende havens, sloeries-

.

een hotel waarin de kamers doorgaans overdag

en tegen uurtarief worden verhuurd.

.

Je blijft maar rennen.

.