Site-archief

Galway

Hans van Waarsenburg

.

In 2014 reisde ik door Ierland en Noord Ierland met 5 vrienden en daar bezochten we onder andere de kustplaats Galway. Een sfeervol havenstadje met een levendig cultureel leven. Toen ik in de bundel ‘Een rijbroek van Canada’ een keuze uit de gedichten van 1965 tot 2015 van Hans van Waarsenburg uit 2016 het gedicht ‘Galway’ tegen kwam en las, herkende ik de sfeer die hij in dit gedicht oproept.

In deze bundel van van Waarsenburg (1943 -2015) staan veel gedichten over plekken op aarde waarvan je meteen aanneemt dat van Waarsenburg er geweest moet zijn. Of het nu Argentinië, Venetië, Aran of Maastricht is, wanneer je de gedichten over deze plaatsen leest heb je meteen een idee hoe het daar is. Zo ook dus in Galway waar ik meteen weer even in gedachten was.

.

Galway

.

We roken de rook in de kroegen, staarden

Naar de turfvuren, alsof alles zou blijven

Duren, er niets veranderd was. Woorden

Niet gezegd, verzwegen. In duinen, op

.

Stranden achtergelaten. Misschien, zei je

Zijn er reizen om alleen te gaan, leefden we

Zonder tijd of bestaan. Maar waar ook

De wegen waren, altijd meerden er schepen

.

En zocht ik in de havens naar je gezicht

Want horizon is slechts een verte in altijd

Ander licht. Het dorst in je stem, zei je

Kom hier en zet je lippen aan glas of gedicht.

.

Childe Harold

De omzwervingen van Jonker Harold

.

Afgelopen week bekeek ik de film ‘The trip to Italy’ een vervolg op de geweldige road movie ‘The trip’ met Steve Coogan en Rob Brydon. In het begin van deze film, waarin ze in de voetstappen treden van de grote Engelse dichters Byron en Shelley, komt in een gesprek het gedicht ‘Childe Harold’s Pilgrimage’ ter sprake. Ik kende het gedicht niet en ben dus eens op onderzoek uit gegaan.

In 1812 verschijnt van de hand van George Gordon, Lord Byron (1788 – 1824) een lang verhalend gedicht getiteld ‘Childe Harolds Pilgrimage’. Het gedicht is geschreven in de versvorm die door Edmund Spenser werd geïntroduceerd in diens gedicht ‘The Faerie Queene’. Deze naar hem genoemde versvorm (Spenserian stanza) werd na zijn dood niet meer gebruikt, tot hij in de 19e eeuw werd herontdekt door onder meer Lord Byron, Keats, Shelley en Scott. In deze versvorm bestaat elk couplet uit negen regels, de eerste acht daarvan zijn jambische pentameters, de laatste regel is een alexandrijn. Het rijmschema is “ababbcbcc.”.

‘Childe Harold’s is een melancholieke en romantische jongeman, die na een losbandig leven afleiding zoekt in buitenlandse reizen. Hij beschrijft die reizen door het Middellandse Zeegebied, bezoekt romantische plekken en diverse ruïnes en verbindt hieraan overpeinzingen over het verleden. In totaal beschrijft Lord Byron in vier canto’s de reis van de hoofdpersoon door landen als Portugal, Spanje, Albanië, Griekenland maar ook België (de slag bij Waterloo), Duitsland, het Alpengebied en tot slot Italië (een reis van Venetië naar Rome).

In 2009 werd ‘Childe Harold’s Pilgrimage’ vertaald door Ike Cialona en zij gaf dit verhalende gedicht de titel ‘De omzwervingen van Jonker Harold’ mee. Uit deze editie een strofe waarin de hoofdpersoon het slagveld bij waterloo bezoekt.

.

’t Ardenner woud wuift met zijn loof, bedauwd
Door tranen die Natuur hier heeft gestort.
Het rouwt – als iets dat onbezield is rouwt –
Om elke krijger, ach! die binnenkort
Vertrapt zal zijn zoals het gras nu wordt
Geplet door hem, die niet meer op zal staan.
Het gras herleeft en zal deze cohort,
Die vurig hoopt de vijand te verslaan,
Bedekken wanneer zij tot stof zal zijn vergaan.

.