Categorie archief: Geen categorie
Verwey en Baudelaire
Dichter over dichter
.
Dichter Albert Verwey (1865-1937) schreef vaker over collega dichters. Zoals bijvoorbeeld over Frederik van Eeden (1860 – 1932). In de bundel ‘De Nederlandstalige poëzie in pocketformaat’ uit 2012 lees ik nog een gedicht van Verwey over een collega dichter. Dit keer over de Franse dichter Charles Baudelaire (1821-1867), niet meteen een tijdgenoot maar wel een groot en belangrijk dichter. Het gedicht werd overgenomen uit de bundel ‘Dichtspel, oorspronkelijke en vertaalde gedichten’ uit 1983.
.
Baudelaire
.
Baudelaire is een Satan in vlammen geklonken
Waar beurtelings van haat en van zaligheid vol
Hij smeedt en verfijnt in de gloed van de vonken
De klaarheid van ginds en de nacht van zijn hol.
.
Zijn bloed en zijn brein als gesmolten metalen
Verwerkte hij rein tot hem ’t lichaam ontviel:
’t Was as wat er bleef, maar bevrijd zag men stralen
Ontzondigde aartsengel, klapwiekend, de Ziel.
.
Peter Verhelst
Uren waren we aan het klimmen
Verdwalen kan niet meer? Dat zou je denken, met de digitale voelsprieten en voetstapregistraties, de wifistralen die we als moderne rooksignalen uitzenden overal waar we zijn, maar: het ís nog mogelijk. Nu doe ik daar liever niet aan want al ben ik nergens, in mijn verbeelding ben ik overal. Ik dwaal het liefst door boeken, flarden en pamfletten van geliefde en onbekende schrijvers die me vergezellen op reis door de twilight zone vlak voordat het licht uitgaat. In de omgevallen stapel boeken die door het huis slingerend het pad markeren dat ik als een Klein Duimpje afleg door de literatuur, bevinden zich prachtige poëtische zinnen.
Die wil ik bij me houden, als fijne reisgenoten: ‘De ochtendzon op de bosaardbeien, als vloeibare honing.’ (uit: Lichamen). Of deze ‘Ik bleef maar stappen, omdat ik mijn gedachten voor wilde zijn.’ (uit: Tongkat). Het zijn zinnen van de veelbekroonde Vlaamse schrijver en dichter Peter Verhelst die vorig jaar De Grote Poëzieprijs in ontvangst mocht nemen voor zijn bundel Zabriskie. “… het prachtige slotstuk van een fascinerende reis in drie delen. Dit is een gloedvolle, bezwerende bundel die uitnodigt tot reflectie en die de taal viert, met dromen, visioenen, gezangen en rituelen (…) Een bundel om steeds weer naar terug te keren. Opnieuw en opnieuw en opnieuw.” aldus de jury. Als een verdwalen in een maanlandschap dat stap na stap méér op zichzelf begint te lijken.
Voor de liefhebbers van deze veelzijdige kunstenaar serveer ik hier een gedicht uit de bundel ‘Zing, zing’ uit 2016
.
Uren waren we aan het klimmen
.
Je vingertoppen op je gezicht en daarna in je ooghoeken
om het vel vaster aan te drukken,
.
is dat jouw manier van denken?
Wat een prachtige, stille plek.
.
Hoe moet het verder, denk je. In de vallei klopt ochtendmist
zich boven de rivier op. Verlangen
.
in iets te verdwijnen
wat er altijd zal zijn.
.
Het gras is hier zo anders.
Hoe moet het verder met ons? fluister je.
.
Bloemen met verglaasde kelken.
Ik ga met gespreide armen op sterrenmos liggen.
.
Hoe zou jij dat noemen, verlangen naar iets moois?
Je schudt je hoofd. Naar iets wat er altijd zal zijn, fluister je.
droom je weg, je pink streelt je mond en ergens
.
moeten nu verdrietige vormen ontstaan
van glimlach, magnolia, halsbandparkiet. Onverwoestbaar
.
vanzelfsprekend en onzinnig tegelijk
lijkt de vallei van hierboven.
.
Dit was het zesde gastblog van Marianne Hermans.
Drinken
Bernlef
.
Vanaf vandaag een weekje vakantiegedichten. Om te beginnen met een gedicht van Bernlef (1937-2012) getiteld ‘Drinken’ uit zijn bundel ‘Stilleven’ uit 1979.
.
Drinken
.
Alleen water kan
de fles ontdekken omdat
het stroomt (als het kan)
alle kanten op en dat
belet door dorst van mensen
en allerhand obstakels
zoekt en scharrelt tot in
wat de dronken classicus
een fles noemt (denkend aan statie-
geld en hoe dat later te beleggen).
Drinken is de vorm
van de fles (wat ieder mens
als baby weet en bijna iedereen
vergeet): drinken
Drinken is de vorm
.
Half
Rian Visser
.
Vandaag op mijn verjaardag heb ik gekozen om gewoon een mooi gedicht te delen. Het is een gedicht van Rian Visser (1966) getiteld ‘Half’ en komt uit de bundel ‘Alle wensen van de wereld’ uit 2021. Ik koos dit gedicht omdat ik in dit gedicht de kern van mijn schrijverschap lees, waarom ik dicht, waarom ik blog. Daarom vandaag dit gedicht als mijn cadeau aan jou.
.
Half
.
We komen elkaar
halverwege tegen.
.
We geven elkaar
een halve handdruk
jij de hand en ik de druk
een halve knipoog
jij de knip en ik het oog
een halve glimlach
jij de glim en ik de lach.
.
We komen elkaar tegen
en stilletjesaan gaan we
elkaar beter verstaan.
.
Dag vijf
Vakantiegedicht
.
Vandaag een gedicht van Radna Fabias (1983) getiteld ‘Adam spoelt aan’ uit de bundel ‘Habitus’ uit 2018.
.
Adam spoelt aan
.
op zondagochtend op het kerkplein
in de stad – het is herfst er ligt blad
het toeval is van overheidswege
afgeschaft – ik raap hem op ik dep hem
droog ik houd hem om hem om hem
heen schrijf ik een zin waarin zijn knapzak past
.
adam rekt zich uit de verdrinking
heeft hem goed gedaan wat is hij
schoon hij heeft zes maskers hij
draagt er één dat heeft hij mee
uit de woestijn waar hij alleen was toen
intact nog en droog
.
Liefdesgedicht
Zij
.
De liefde is vaak onderwerp van poëzie. Liefdesgedichten kunnen altijd. Dus ook vandaag, hoeveel reden heeft een mens nodig. Sommige liefdesgedichten zijn lang en andere zijn kort en krachtig, hebben een licht erotische ondertoon of zijn opsommend van aard. Hoe dan ook, vandaag verdient een liefdesgedicht, in dit geval van mijn hand, en gewoon recht toe recht aan.
Zij
,
Lees je mij, dan lees
ik jou, of
luister je mij, schrijf je mij
dan ben je mij, of
ben je van mij, bij mij,
meer bij mij dan
je op dit moment kan zijn,
blij mij, verblij mij.
.
De reiskameraad
Ida Gerhardt
.
In de bundel ‘De adelaarsvarens’ uit 1988 van Ida Gerhardt (1905-1997) staat een reisgedicht dat mooi aansluit bij de gedichten die ik in het kader van de vakantiepoëzie dezer dagen deel. Het gedicht is getiteld ‘De reiskameraad’.
.
De reiskameraad
.
Op een onaards uur vertrokken,
wars van alles, zonder reisplan,
elke overlegging mijdend
en mij weidend in mijn vrijheid
bij het dansen van de draden,
weet ik feestelijk in mijn jaszak
het kompas, dat onder Arkel
ik als kind eens op een morgen
heb gevonden in de wegberm.
.
Dat mijn trots was, dat het nog is,
dat ik Boreas gedoopt heb.
Waaraan nooit iets gemankeerd heeft.
Of ik zuidwaarts ga of zigzag,
onomkoopbaar, onverbiddelijk
richt zich de magneetnaald noordwaarts.
Eindelijk reizen wij weer samen,
twee die bij elkander horen,
twee die aan elkaar gewaagd zijn.
.
Portobello road
Jules Deelder
.
Voor een ieder die dit jaar op vakantie gaat naar Londen of gewoon een liefhebber is van de poëzie van Jules Deelder (1944-2019) een vakantiegedicht over een beroemde straat in Londen ‘Portobello road’ uit de bundel ‘Dag en nacht geopend’ uit 1970.
.
Portobello road
.
De oude vrouw – broodmager
en behaagziek – gaat gebogen over
’t kinderwagenwrak, waarin
een pathofoon pathetisch krast.
.
De dagen van weleer, toen ze
Caruso in een taxi zag en buiten
westen ging. De plaat
blijft steken en ze lacht.
.
Hipstersonnet
Andy Fierens
.
De Vlaamse dichter Andy Fierens (1976) is een van de vaakst optredende dichters van de Lage Landen (volgens zijn uitgeverij De Bezige Bij). In ieder geval is hij de dichter met de meest fantastische en bijzondere titels van dichtbundels. Zo is daar zijn debuutbundel ‘Grote Smerige Vlinder’ (2009) die werd bekroond met de Herman de Coninckprijs voor het beste debuut. Verder publiceerde hij de dichtbundel ‘Wonderbra’s & Pepperspray’ (2014) en de roman ‘Astronaut van Oranje’ (2013). Fierens is tevens frontman van de literaire punkband Andy & The Androids en een van de drijvende krachten achter het koor De Bronstige Bazooka’s, waarvoor hij ook de libretto’s schrijft.
In april van dit jaar kwam zijn laatste bundel uit met de bijzondere titel ‘De trompetten van Toetanchamon’ en lezend in deze bundel stuitte ik op het gedicht ‘Hipstersonnet’. Ja en dan heb je mijn aandacht. De taal van vandaag, van de hipster, de leegte, en de bijbehorende symbolen, heerlijk sonnet. Daarom hier dit gedicht.
.
Hipstersonnet
.
Je wilde shinen maar je bent een fail.
Je epigonensquad heeft weinig tact.
De appnek-smombies twitteren zich scheel.
Je moeders taal wordt op de kop gekakt.
.
Je hebt het raden naar betekenis
van leven, dood en wat daartussen zit.
Al netflix je tot aan sint-juttemmis,
door al die mindfucks zit je in de shit.
.
Je vindt geen friedelvrouw, laat staan een lief.
Miasmes chillen awesome in je bek.
Het werd niet beter na je gastric sleeve
en je pruillip lijkt net een afdruiprek.
.
’t Is duidelijk dat jij geen Shakespeare bent.
Lang leve recyclage, wegwerpvent!
.
Cats
Wilt gij bemind en eerlijk leven
.
Nee dit bericht gaat niet over je favoriete palingsound band uit de jaren ’70, of over de musical van Andrew Lloyd Webber, dit bericht gaat over Jacob Cats (1577 – 1660), de naamgever van het Haagse Catshuis, de huidige ambtswoning van de minister President, waar Cats overleed. Jacob Cats was dichter, jurist en politicus. Cats is ook bekend als Vader Cats, vanwege zijn veelal didactische gedichten (zoals de frase Kinderen zijn hinderen, zei vader Cats).
Jacob Cats was in zijn tijd een beroemd en veel gelezen dichter. Hij werd zelfs, als volksdichter, vergeleken met Homerus. In vele huishoudens in Nederland was dichtwerk van Cats aanwezig. Tot in de 20ste eeuw (1976) werd er werk van Cats heruitgegeven.
Van zijn hand is het gedicht ‘Wilt gij bemind en eerlijk leven?’ uit de bundel ‘Zinne- en minnebeelden’ 1618 wat in zijn oeuvre past door de belerende en opvoedende toon.
.
Wilt gij bemind en eerlijk leven?
.
Wilt gij bemind en eerlijk leven?
Dan wil ik u een regel geven.
Vier dingen dient gij wel te weten:
Geleden onrecht snel vergeten
Ontvangen weldaad lang gedenken
Geen mens door achterklap krenken
En hebt gij lust uw leed te wreken
Zo gaat en betert uw gebreken
Want een die betert zijne staat
Doet leed degene die hem haat.
.














