Site-archief
Over Simon Vestdijk
A. Roland Holst
.
Van een goede vriendin kreeg ik een alleraardigst boekje uit 1953 van de wereldbibliotheek-vereniging met de titel: Kleine literatuurgeschiedenis in verzen over Nederlandse schrijvers bijeengebracht door Theo Vesseur. Een mooie jaren vijftig omslag en gedichten van dichters over andere dichters. Wat ook leuk aan deze bundel is, is dat in het ene gedicht een dichter dicht over een andere dichter (bijvoorbeeld Paul van Ostaijen over Guido Gezelle en even later Halbo C. Kool over Paul van Ostaijen).
In de inleiding schrijft Vesseur: elk vers in deze verzameling zegt ons minstens evenveel over elk karakter van de auteur zèlf als over de bezongene. In het geval A. Roland Holst in zijn gedicht over Simon Vestdijk blijkt dat in ieder geval.
.
Simon Vestdijk
.
Wat mag het raadsel van uw arbeid wezen?
Muur van den Geest, waar die van de Chinezen
te kort bij schiet. – O, Tegenpool van Bloem!
O, gij die sneller schrijft dan God kan lezen!
.
Koud water
A. Roland Holst
.
Vandaag trok ik de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1970 van A. Roland Holst (1888-1976) uit mijn boekenkast. Een keuze maken uit zijn gedichten valt nog niet mee. Hij heeft er niet alleen ontzettend veel geschreven (de bundel bestaat uit meer dan 800 pagina’s) maar er zijn ook zoveel prachtige gedichten van zijn hand. Tijdens zijn leven verschenen al 42 dichtbundels en na zijn dood ook nog enige. A. Roland Holst heeft nog altijd veel liefhebbers en bewonderaars van zijn werk. Zijn poëzie wordt gekenmerkt door een eigen, plechtige stijl en rijke symboliek.
Het gedicht dat ik uiteindelijk koos (na vele gedichten te hebben gelezen, wat zeker geen straf was) is ‘Koud water’ dat oorspronkelijk verscheen in de bundel ‘Onder koude wolken’ uit 1962.
.
Koud water
.
Wat bleef mij als mijn adem eigen? Wat
is het met mij, dat ik mijn naam en mijn
mens-zijn onder de mensen onderschat
om in de vroegte zonder naam te zijn
en overeind?
Wat anders dan koud water
over mijn huid als het buiten dag wordt.
Wat anders dan te worden overstort
door het begin, het element, om later
tussen het vuur en de open glazen deur
een geest te zijn van vlees, een willekeur
tegen de wereld.
Noem het hoogmoed, noem
de enige roem waar ik mij op beroem
waanzin – de rest kan mij gestolen worden-
de zonden en de ziekten, het verdorde
verleden – wat gaat het mij aan, zolang
water, koud water, bij het dagaanbreken
mij met klinkklare aandrang
tot eersteling uitroept.
Geen taal of teken
des doods weerspreekt het leven in zijn kern.
Het daagt, maar in het water blinkt nog lang
de morgenster na – laatste van de sterren.
.
Aan een dode
A. Roland Holst
.
Vandaag had ik zin in een gouwe ouwe dichter en ik heb gekozen voor A. Roland Holst. Uit de bundel ‘Omtrent de grens’ uit 1960 het gedicht ‘Aan een dode’.
.
Aan een dode
.
Schoorvoetend als een luisterende blinde,
van niets meer zeker dan van oud berouw…
kon ik de dood in het verleden vinden,
ik wist wel waar ik sterven zou.
.
Maar ook al is voorbij, zolang mijn vezels
haar onderhorig blijven, nooit voorbij,
het graf gunt, zo bezetenen als kwezels,
geen weg terug, geen pad terzij.
.
En toch – als ik aan ’t raam de najaarswinden
beluister, smacht ik, luisterend naar jou,
de dood in ons verleden nog te vinden,
waar ik ook sterven zou.
.
In ballingschap
A. Roland Holst
.
Van de kringloopwinkel dit keer een deel uit de Ooievaar reeks, nummer 16 uit 1955, ‘In ballingschap’ een keuze uit eigen werk door A. Roland Holst (1888 – 1976). In de Achteraf (dat vooraan in de bundel is opgenomen) schrijft Roland Holst:
“Mocht, niet alleen nu, maar nog na jaren, door iets van wat ik ooit schreef, een zweem van dat geluk in een ander mensch teweeg worden gebracht, dan ware mijn leven niet zonder zin geweest.”
Ik denk dat elke dichter deze gedachten wel eens heeft, in het geval van Roland Holst is deze hoop ook werkelijkheid geworden. In deze bundel verzen en proza. Ik koos voor een gedicht uit 1921 met de titel ‘De stervende’.
.
De stervende
.
Wie praat daarbuiten in zon en wind
van den ouden tuin?
De stem van een, die ik heb bemind,
kon niet lichter en lieflijker zijn.
.
En wie is de vreemde die met haar praat?
o, huiverend harte mijn,
de stem van een, dien ik heb gehaat,
kon niet schooner en donkerder zijn.
.
Moest dan alleen een droom, dien de wind verhaalt
aan het licht en het loover, zijn?
de wind gaat liggen…de avond daalt…
en het zal over zijn.
.
Voor later
A. Roland Holst
.
Al eerder schreef ik over één van Neerlands grootste dichters Adriaan Roland Holst of zoals hij beter bekend is A. Roland Holst (1888- 1976). Roland Holst schreef vele poëziebundels en kreeg voor zijn werk menig literaire prijs. Zijn omvangrijke oeuvre wordt gekenmerkt door een eigen, plechtige stijl en rijke symboliek.
In 1971 verscheen bij Bert Bakker en C.A.J. van Dishoeck de dundrukbundel ‘Verzamelde gedichten’ met werken uit 14 van zijn bundels (van 1911 tot 1968) aangevuld met verspreide gedichten. Een prachtige bundel van 858 pagina’s.
Uit deze bundel het gedicht ‘Voor later’ dat oorspronkelijk verscheen in zijn debuutbundel ‘Verzen’ uit 1911 als opmaat voor de komende week waarin ik liefdesgedichten centraal zal stellen op dit blog.
.
Voor later
.
‘k Geef nu aan jou mijn vreugd, mijn leed en
mijn schemergouden dromenschat,
opdat je later nog zal weten
hoe ik je eens heb liefgehad.
.
Later, als al dit schoon voorbij is,
want tijd neemt liefde, vreugde, smart –
als elk van ons weer droef en blij is
dicht aan een nieuw gevonden hart,
.
dan zal ineens alles vervagen
bij ’t zien van dit vergeten blad;
je zal weer dromen van de dagen
toen we in elkanders ogen zagen,
toen ik je zo heb liefgehad.
.
Afvaart
Gerrit Achterberg
.
Vanaf 1925 publiceerde Gerrit Achterberg gedichten in onder andere De Gids, Opwaartsche wegen en De vrije bladen. Zijn debuutbundel ‘De afvaart’ verschijnt echter pas in 1931. In ‘De Afvaart’ zijn alle elementen die het oeuvre van de dichter kenmerken al aanwezig. Bijvoorbeeld de twee centrale figuren, de ‘ik’ en de overleden ‘u’. De critici vonden het werk destijds vaag, eigenaardig maar ook zeer dichterlijk. Het werd vergeleken met het werk van Leopold en A. Roland Holst.
Uit deze bundel het titelgedicht.
.
Afvaart
Toen ik het einde had bereikt
van mijn verdorven heden,
stond God op uit het slijk,
en weende;
en ik stond naast hem, ziende neder
op een verloren eeuwigheid.
En hij zei: je had geen gelijk;
maar dat is nu voorbij, van heden
tot aan die andere eeuwigheid,
is maar één schrede.
Surplus van liefde, waar moet gij nu heen?
hul u in eigen hoede
en slaap ten overvloede,
en in de morgenstonden… ineen.
Maar neen, laat nog de ziel vermoeden,
achter den horizon van steen,
het landschap dat niet kan verbloeden
omdat het ligt te spiegelen.
Van poëzie bezeten,
door demonen besprongen,
rotten de woorden
bij hun geboorte,
en liederen worden aas voor honden.
.
Met dank aan http://www.kb.nl/ en http://www.waterwereld.nu
Foto: http://www.geheugenvannederland.nl/
Een winter aan zee
A. Roland Holst
.
Vandaag uit mijn boekenkast de bundel ‘Een winter aan zee’ van A. Roland Holst. Van Roland Holst hoor je niet meer zoveel maar ik weet dat hij nog steeds veel bewonderaars heeft. Roland Holst (1888 – 1976) heeft een omvangrijk oeuvre nagelaten wat zich kenmerkt door een eigen, plechtige stijl vol symboliek. Roland Holst komt uit een beroemde familie, zo was zijn oom Richard Roland Holst een belangrijk beeldend kunstenaar en zijn tante (de vrouw van Richard) de nog veel bekendere dichteres en schrijfster Henriette Roland Holst.
Adriaan Roland Holst ontving voor zijn werk vele literaire prijzen waaronder de Prijs der Nederlandse letteren, de Constantijn Huygensprijs, de P.C. Hooft-prijs en de poëzieprijs van de gemeente Amsterdam (tweemaal). Hij publiceerde bij leven meer dan 40 bundels waarvan ‘Een winter aan zee’ in mijn bezit is. Deze bundel werd gepubliceerd in 1975 bij uitgeverij Bert Bakker in Den Haag. Uit deze bundel twee gedichten zonder titel.
.
Soms heerst in een duinkom
omtrent vroeg vallend donker
een zwijge’ als van rondom
daar wachtenden. De eenzame
die, in zichzelf verzonken,
daar binnenkomt, vertraagt
zijn pas, door wat geen namen
benoemen thans belaagd.
.
Dit is de plek: wantrouwen
ontzenuwt hier den moed
tot inkeer: in dit nauwe
duindal komt het wel voor,
dat men zichzelf ontmoet,
en aanziet, en moet lezen
in de andre blik. Dit oord
suizelt van angst en vrezen.
.
Uit een oud dorp
Uit mijn boekenkast
.
In mijn boekenkast staan naast de vele dichtbundels die de meesten van ons wel zullen (her)kennen ook een aantal uiterst obscure bundeltjes. Zo ook het bundeltje ‘Uit een oud dorp’ van A. Roland Holst. Onder de naam Kort en goed en onder redactie van Kees Fens en Rob Nieuwenhuis werd bij uitgeverij Em. Querido in 1976 dit curieuze bundeltje uitgegeven. Curieus door zijn vorm; een slap kartonnen kaft in blauwe kleur waarin leven en werk in 7 bladzijden worden geschetst (twee pagina’s aan het begin en twee pagina’s aan het eind van het bundeltje inclusief voor- en achterkaft). Wat dit bundeltje voor mij extra interessant maakt is dat in de verhandeling over A. Roland Holst de naam van Prof. dr. H. C. Rümke valt. Hier wordt prof. Rümke opgevoerd als de auteur van het ‘beroem geworden boekje’ Levenstijdperken van de man, ik ken prof. Rümke van een gedicht dat ik aan hem wijdde naar aanleiding van een uitspraak van hem, die ik las in het Dolhuis in Haarlem (museum van de psychiatrie). (zie hiervoor mijn blogberichten uit 2010 en 2011, zoek onder Rümke).
.
In dit bundeltje een kleine bloemlezing van gedichten van A. Roland Holst en hieruit gekozen het gedicht ‘De vagebond’ uit ‘Verzamelde gedichten’ uit 1971.
.
De vagebond
.
Zij wikken en wegen
hun geld en hun god,
en kanten zich tegen
mijn vluchtiger lot,
omdat ik mijn handen
en ogen leeg
door hunne landen
omdroeg, en zweeg
in hun geschillen,
en ging als blind
om der eenzame wille
van sterren en wind.
.















