Site-archief
How do I love thee? Let me count the ways
Geplaatst door woutervanheiningen
Elisabeth Barrett Browning
.
Naar aanleiding van een berichtje van Bout Vercnocke ging ik op zoek naar het gedicht ‘How do I love Thee? Let me count the ways (Sonnet 43) van Elisabeth Barret Browning (1806 – 1861). Ik kwam erachter dat ik dit gedicht al eens genoemd heb in een post over een bundel van de BBC, waarin de vraag beantwoord werd wat volgens het Engelse volk het mooiste liefdesgedicht is. Dat is namelijk het gedicht ‘How do I love thee? Let me count the ways. Ik heb toen echter niet dat gedicht erbij geplaatst en daar komt nu verandering in.
Elizabeth Barrett Browning wordt beschouwd als een van de belangrijkste Engelse dichters van het Victoriaans tijdperk. Ze werd bewonderd door tijdgenoten als William Makepeace Thackeray, Edgar Allan Poe en Alfred Lord Tennyson, was een bekwaam vertaler van Griekse teksten en een gepassioneerd abolitionist (voorstander van het afschaffen van de slavernij) en feminist. Haar liefdessonnetten zijn nog steeds populair.
Op 14 jarige leeftijd schreef ze het gedicht ‘The Battle of Marathon’ dat door haar vader in eigen beheer werd gedrukt. In 1826 debuteerde ze met de poëziebundel ‘An Essay on Mind and Other Poems’. Na de publicatie van ‘Poems’ in 1844 ontving ze een brief van de zes jaar jongere dichter en toneelschrijver Robert Browning (1812-1889), die toen nog vrij onbekend was. Ze ontmoetten elkaar, werden verliefd en trouwden in het geheim in 1846, omdat haar strenge vader zijn kinderen niet toestond om te trouwen. Het stel vertrok naar Italië en ging in Florence wonen. In die jaren schreef ze ‘Sonnets from the Portuguese’. Sonnet nummer 43 werd dus in 1997 door het Engelse volk gekozen als mooiste liefdesgedicht ooit.
.
Sonnet 43
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters, Liefdespoëzie
Tags: 1806, 1812, 1826, 1844, 1846, 1861, 1889, 1997, abolitionist, Alfred Lord Tennyson, An essay on the mind and other poems, BBC, best love poem, Bout Vercnocke, bundel, dichter, Edgar Allan Poe, eigen beheer, Elisabeth Barret Browning, Engeland, feminist, Florence, gedicht, gedichten, griekse teksten, How do I love thee?, Let me count the ways, Liefdesgedicht, liefdessonnet, liefdessonnetten, Love Poem, mooiste liefdesgedicht, nummer 43, poëzie, poems, poet, poetry, poetrybook, poets, Robert Brwoning, Sonnets from the Portugese, The Battle of Marathon, vertaler, Victoriaanse tijdperk, William Makepeace Thackeray
De Zeehond
Geplaatst door woutervanheiningen
Jos De Haes
.
Via Facebook kreeg ik van Bout Vercnocke een tip over de Vlaamse dichter Jos De Haes (1920 – 1974). De Haes was behalve dichter ook essayist en radiomaker. Hij publiceerde gedichten in het tijdschrift ‘Podium’ (1943-1944), waarvan hij hoofdredacteur was. Hij ontmoette er Frank Meyland, Anton van Wilderode, Hubert Van Herreweghen, en Christine D’Haen.
Daarna publiceerde hij in ‘Poëziespiegel’ waar hij Paul De Rijck, Hubert Van Herreweghen, André Demedts en Albert Westerlinck ontmoette. In 1950 werd hij recensent bij ‘Dietsche Warande en Belfort’ en werd in 1960 redactielid.
In 1961 werd hij diensthoofd van de literaire en dramatische uitzendingen van de BRT en werkte hij aan het programma ‘Vergeet niet te lezen’. Hij publiceerde 4 dichtbundels en gedichten in verzamelbundels. Hij ontving onder andere voor zijn werk de Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse provincies, de driejaarlijkse staatsprijs voor poëzie en Guido Gezelle-prijs van de Koninklijke Vlaamse Academie.
Het gedicht ‘De Zeehond’ komt uit de cyclus ‘De Pool’ in de bundel ‘Gedaanten’ van 1954. De gedichten uit die cyclus zitten vol symboliek. Zo ook ‘De Zeehond’ waarin, kort gesteld, de mens vecht tegen de dood met de moed der wanhoop, als een zeehond die onder de ijskorst zwemt maar uiteindelijk toch het ademwak, het leven vindt.
De YouTube opname van Jo De Meyere komt uit een tv-uitzending van rond 1970.
.
De Zeehond
.
Het is te vinden in ’t ademwak
het ijsgat met de smalle schacht,
waardoor ik aan het oppervlak,
liggend in reukzout en koud water,
leven zuig uit sneeuwlichte nacht.
.
IJspegels brekend met mijn tand
zoek ik in ’t licht der sneeuw rondom
en vind haar Engel aan de rand
de vogel keizerpinguin staat er,
een kegel als Haar wijsheid stom
en als Haar eeuwig willen strak
.
Het is te vinden in ’t ademwak,
longpijp in ’t rustigste der vlezen,
diep ademhalen en genezen.
.
Geplaatst in (bijna) vergeten dichters, Social media, Vlaamse dichters, Youtube
Tags: 1920, 1943, 1944, 1954, 1960, 1974, Albert Westerlinck, André Demedts, Anton van Wilderode, België, Bout Vercnocke, BRT, Christine D'haen, cyclus, de driejaarlijkse staatsprijs voor poëzie, de Pool, dichter, Dietsche Warande en Belfort, essayist, Facebook, Frank Meyland, Gedaanten, gedicht, gedichten, Guido Gezelle-prijs van de Koninklijke Vlaamse Academie, hoofdredacteur, Hubert van Herreweghen, Jo De Meyere, Jos De Haes, literaire uitzendingen, Paul De Rijck, poëzie, Poëziespiegel, podium, Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse provincies, radiomaker, symboliek, tv-uitzending, Vergeet niet te lezen, Vlaams dichter, Vlaanderen





