Site-archief

Blauwe magie

Ineke Riem

.

In de nieuwe bundel van Ineke Riem (1980) ‘Fantasii’ (haar tweede dichtbundel) doet de dichter verslag van een crisis die haar verlamt en haar werkelijkheid uiteen laat spatten, momenten uit haar vroege jeugd drijven boven. Ze neemt je mee in de wereld van een meisje dat een levendige fantasie heeft. Ineke Riem is schrijfster, dichter en illustrator. Voor het gedicht ‘Pegasus in galop’ ontving ze de juryprijs van de Melopee poëzieprijs Laarne (die sinds 2009 elk jaar wordt uitgereikt). Het gedicht verscheen eerder in de Poëziekrant. Ik koos echter voor een ander gedicht uit deze bundel getiteld ‘Blauwe magie’.

.

Blauwe magie

.

Onderschat de magische kwaliteiten van je balpen niet. Alles

wat je schrijft wordt waar.

.

Momenten zijn gemaakt van dunne lagen inkt op luchtpostpapier,

de potloodlijnen in je notitieboekje schetsen de dag.

.

Deze wereld hangt van paperclips en losse velletjes aan elkaar.

In den beginne was er de typemachine.

.

Wees heel voorzichtig met verhalen, schrijf niet over het verdriet

van Tristan, over de zeeën tussen hem en Isolde, het tovergif

in zijn bloed, in haar bloed, de wond die niet heelt.

.

(Schrijf niet: ‘onmogelijke liefde’ als je liever een mogelijke wilt.)

.

 

Postindustrieel wonen (Oostblok)

Geert Buelens

.

De Vlaamse dichter Geert Buelens (1971) is tevens essayist, columnist en als hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde verbonden aan de Universiteit Utrecht en als gasthoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Stellenbosch in Zuid-Afrika. Zijn onderzoek richt zich vooral over de omgang van schrijvers en andere kunstenaars met momenten van crisis.

In 2002 debuteerde Buelens met de bundel ‘Het is’ waarvoor hij in 2003 de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs kreeg. In 2005 verscheen ‘Verzeker u’ en in 2014 ‘Thuis’.

In 2020 verscheen zijn dichtbundel ‘Ofwa’. De gedichten van Buelens gaan over de problemen waar de mensheid vandaag de dag mee te kampen heeft, specifiek op sociale media en in de vorm van de klimaatcrisis. Of zoals de uitgever het op de bundel beschrijft: “De samenleving staat onder hoogspanning. De planeet is vergiftigd. De dichter probeert homeopathie door verongelijkt, woedend, al te zeker van zichzelf de tegenstellingen op scherp te zetten. Hoe de achterkleinkinderen van de Verlichting zachtjes indutten.”

Buelens schreef voor ‘De Morgen’ en was jarenlang redacteur van het literaire tijdschrift ‘Yang’, waarin hij gedichten en essays publiceerde. Dit was ook het geval voor onder meer ‘Bzzlletin’ en ‘Het liegend konijn’. Sinds 2012 is hij lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en sinds 2013 van de Academia Europaea.

Uit zijn bundel ‘Thuis’ komt het gedicht ‘Postindustrieel wonen (Oostblok)’.

.

Postindustrieel wonen (Oostblok)

.

Alles wat van het vijfjarenplan kwam
ligt hier verloren

.

Stilgevallen wat hydraulisch
werd aangedreven
wat mechanisch

.

Het valt niet mee
de overgang te verlichten
het staal te plooien als weleer

.

Zou dat kunnen
beton afgrazen
de koepel opengooien en
de was drogen in het neon?

.

Liederen van de zelfkant

Willem van Iependaal (1891 – 1970)

.

Vandaag vond ik een bundeltje van Willem van Iependaal uit 1975, in een winkel met tweedehands goederen. Vooral de kaft trok me meteen aan. Na lezing van enkele gedichten en de achterflap kocht ik het. Het betreft hier de eerste poëziebundel van de Rotterdamse schrijver en dichter Willem van Iependaal. De tekst op de achterflap luidt:

Als iemand in Nederland recht voor zijn raap heeft gedicht, dan is het Willem van Iependaal wel. Hij bezong in de jaren dertig met geestelijke werkelijkheidszin en vaak zeer bewogen de crisis met haar werkeloosheid, armoede en misdaad-uit-nood en getuigde ook lang erna in liedvorm van zijn kritiek op maatschappelijke misstanden.

In zijn gedichten maakt Willen Iependaal veel gebruik van (Rotterdamse) straattaal uit het begin van de 20ste eeuw. Hier een mooi voorbeeld.

.

Jou, Joekel, Nabij

.

Zeg, joekel, jij schrokt en jij schranst zonder schroom

De piepers en prak uit een krant aan de boom

Fortuin was je gunstig, zoals haar betaamt

Ze liet je de schurft en onthield je de schaamt

.

‘k Heb honger, een dakloze ben ik als jij,

Een smetzieke zwerver, jou, straathond, nabij

Die prak aan mijn voet… Zal ik grijpen? Nee stop!

De mens zoekt het hoger: de mens hangt zich op…

.

Joekel=hond, prak=kliekje

.

foto (12)