Site-archief

Aan een klein meisje

Annie M.G.Schmidt

.

Ons aller Annie M.G. Schmidt (1911-1995) kent iedereen. Als het niet van naam is dan toch zeker van een van haar vele versjes, liedjes, boeken, musicals, toneelstukken of televisiedrama’s. Dat Annie ooit begon als bibliothecaresse ( we hebben beide dezelfde opleiding gedaan, alleen was de naam van de opleiding in haar tijd anders) is minder bekend. Dat ze ook gedichten voor volwassenen schreef is ook minder bekend. Maar de beginzin ‘Ik ben een god in het diepst van mijn gedachten’ van haar gedicht ‘Leeszaal’ zullen veel mensen dan weer wel (her)kennen.

In 1993 verscheen bij uitgeverij Querido de bundel ‘Tot hier toe’ gedichten en liedjes voor toneel, radio en televisie 1938-1985. In deze zeer rijke bundel las ik het gedicht ‘Aan een klein meisje’ en in eerste instantie dacht ik dat dit een van haar vele gedichten voor kinderen was. Maar eigenlijk is dit een gedicht voor kinderen en volwassenen waarin een klein  meisje wordt toegesproken en wordt gewaarschuwd voor de grote mensen wereld waar het allemaal zo leuk niet is. In een aantal observaties wordt de wereld van de volwassenen neergezet op niet mis te verstane wijze. Vooral de fantasie van de kinderwereld lijkt verdwenen in de grote mensen wereld. Op een typische Annie M.G. Schmidt manier spreekt ze zich uit, het ontbreken van de onschuld van een kind in een volwassenen wereld.

Dit gedicht verscheen voor het eerst in de bundel ‘En wat dan nog?’ uit 1950.

.

Aan een klein meisje

.

Dit is het land, waar grote mensen wonen.
Je hoeft er nog niet in: het is er boos.
Er zijn geen feeën meer, er zijn hormonen,
en altijd is er weer wat anders loos.

En in dit land zijn alle avonturen
hetzelfde, van een man en van een vrouw.
En achter elke muur zijn an’dre muren
en nooit een eenhoorn of een bietebauw.

En alle dingen hebben hier twee kanten
en alle teddyberen zijn hier dood.
En boze stukken staan in boze kranten
en dat doen boze mannen voor hun brood.

Een bos is hier alleen maar een boel bomen
en de soldaten zijn niet meer van tin.
Dit is het land waar grote mensen wonen …
Wees maar niet bang. Je hoeft er nog niet in.

.

En wat dan nog?

Annie M.G.Schmidt

.

Hoewel Annie M.G. Schmidt (1911-1995) vooral bekend is van haar kinderboeken,  musicalteksten, hoorspelen en series was ze bovenal dichter. In 1950 debuteerde ze met ‘Het fluitketeltje en andere versjes’ met daarin klassiek geworden versjes als Dikkertje Dap en het beertje Pippeloentje.

In 1951 verscheen van haar hand haar eerste bundel met gedichten voor volwassenen getiteld ‘En wat dan nog!’. Een tweede bundel gedichten voor volwassenen ‘Weer of geen weer’ volgde in 1954. Beide bundels heb ik op de kop getikt in een kringloopwinkel en ik ben er erg blij mee.

In deze bundels zijn de verzen rijmend zoals we gewend zijn van Annie M.G. Schmidt maar hebben de verzen volwassen onderwerpen.  Een bekend gedicht, dat ze al in 1938 schreef is het gedicht ‘Leeszaal’ waar ik al eerder over schreef in 2017 https://woutervanheiningen.wordpress.com/2017/07/14/ik-ben-een-god/

Een ander mooi en herkenbaar gedicht, nog steeds, is het gedicht ‘Ondergang van een illusie’ over dromen die niet uitkomen.

.

Ondergang van een illusie

.

Je bent dus geen diep water, Jan Willem,

je bent maar een meneer op een fiets.

Je hebt wel een gezicht voor de film,

maar achter dat gezicht is – niets.

.

Je kon soms in het vuur zitten staren,

je ogen werden dieper en dieper…

Ik voelde, dat het zielsconflicten waren!

– Maar nee, je zat te denken aan de keeper.

.

Ik dacht zo, dat we samen zouden dromen

over gedichten, kleur en klank en rijm…

Maar litterair kon je niet hoger komen

dan bij de werken van E. Philips Oppenheim.

.

’t Is niet zo erg belangrijk. ‘t Wordt geen ruzie!

Je moet niet denken, dat mijn hart nu breekt!
Alleen – wat vang ik aan met mijn illusie

die ik met zoveel zorg heb opgekweekt.

.

Die ik gekoesterd heb in al die jaren…

Weggooien maar? Was het alleen maar kolder?

Ik zal haar in een oude doos bewaren

bij andre malle dromen, op de zolder

.