Site-archief
Een andere kant
Laatste keer dichter van de maand mei
.
Voor de laatste keer is Alja Spaan vandaag dichter van de maand mei. Volgende week zondag een nieuwe dichter van de maand. Wie dat gaat worden weet ik nog niet maar ik heb een hele week om erover na te denken. Dit keer een gedicht van Alja uit haar laatste bundel uit 2017 ‘Misschien moet alles eerst op tekening hersteld’ en opnieuw een intiem portret in herinneringen van een vader en een dochter.
.
Een andere kant
.
Alle lengtes zijn ingehaald, behalve de mijne.
Alle portretten zijn levend geworden behalve
de zijne. Mijn vader tekende bij voorkeur paarden,
koeien, uitgemergelde exemplaren,
hazen in de kantlijn, fietsen, auto’s en een enkele
vrouw met aanmerkelijk betere
knieën dan het blokje dat ik maakte tussen
ballonkuit en marmeren zuil. Ze bleven
bloot terwijl ik een plooirokje probeerde. Alle
schaduwen zijn weg.
Vogels stijgen opnieuw op, landen evenwel nu
in het natte gras tussen
zijn lijf en het hare, ze heeft haar rok keurig
tot over haar knieën getrokken.
.
Echt alleen voor hen
Dichter van de maand
.
Vandaag van de dichter van de maand mei Alja Spaan een gedicht van haar zeer leesbare en zeer goed gevulde blog http://aljaspaan.nl met de titel ‘echt alleen voor hen’. Dit is weer zo’n typisch Alja Spaan gedicht met verwijzingen naar haar familieleden, situaties uit haar leven en hoe zij het beleeft.
.
echt alleen voor hen
.
Hetzelfde boek, dezelfde lezer, andere markeringen in tijd en
plaats, andere aanduidingen, dezelfde
gretigheid, dezelfde moeite de enorme omvang in de hand te
houden, wisselen van het linker naar de
rechter. Een opdracht in potlood, twee briefjes halverwege, het
een van een kind uit de beginjaren, het gezin uit
het tweede deel, de ander een rijmpje voor de Sint, overgebleven
snoepgoed, waarschuwingen kinderlijk lachend
en niets van de man uit het eerste deel. Andere zegswijzen, een
nieuwe conclusie, een samenvatting die eerst
nog niet gegeven kon worden, een dode moeder, een overspelig
feit, een kind zo trouw, een beheersbaarheid,
ballen in de lucht, nog altijd het idee dat de act een andere is als
die van haar, nochtans dezelfde.
.
Bukowski
Vrijheid
.
Op de website van Manu Bruynseraede vond ik het gedicht ‘freedom’ van Charles Bukowski in een vertaling. Waarschijnlijk van Manu. En zeer de moeite waard.
.
vrijheid
.
Ze zat in het raam
van kamer 1010 in het Chelsea-hotel
in New York,
de kamer van Janis Joplin.
Het was 40 graden,
ze zat op speed
en één van haar benen hing over
de vensterbank en ze leunde naar buiten
en zei: “God, dit is machtig!”
en toen gleed ze uit
en viel bijna
en kon zich nog net tegenhouden.
Het scheelde maar net.
Ze kwam terug binnen,
liep naar het bed en strekte zich
erop uit.
Ik heb veel vrouwen verloren
op vele verschillende manieren
maar op deze manier
zou de eerste keer geweest zijn.
Toen rolde ze van het bed
landde neer op haar rug
en toen ik naar haar toe kwam
sliep ze.
De hele dag had ze naar het Vrijheidsbeeld
willen gaan kijken.
Voorlopig
zou ze me daarover
niet meer lastig vallen.
.
Dichter van de maand mei
Alja Spaan
.
Ik ken Alja Spaan al jaren, sinds ik ooit haar weblog ging lezen, daar met enige regelmaat reacties op achterliet, zij mij haar vriendelijke lezer noemde en we uiteindelijk in 2010 samen een dichtbundel publiceerden ‘Je hebt me gemaakt met je kus’. Daarna bleven we elkaar volgen en zien bij optredens, bij Reuring in Alkmaar, bij Ongehoord! in Rotterdam en Maassluis. Tegenwoordig schrijft ze nog altijd dagelijks een gedicht op haar website http://aljaspaan.nl
Binnenkort, op 26 mei, mag ik weer bij haar komen voordragen op haar onvolprezen podium Reuring, in de Alkemazaal van Koekenbier aan de Kennemerstraatweg16, aanvang 16.00 uur. Maar tot zover de dienstmededelingen.
Alja is dus in mei dichter van de maand. Zolang ik haar ken weet ze me al te raken en plezieren, te verwonderen en te inspireren met haar taal. Ze schrijft op haar heel eigen wijze, in gedichten van steeds twee zinnen die achter elkaar door het best gelezen worden want de zinnen lopen door, daar waar je het meestal niet verwacht en toch weer wel.
Ze schrijft met compassie, haar onderwerpen zijn van dichtbij haar, haar moeder, haar kinderen, kleinkind, haar omgeving. En in 2011 publiceerde ze de bundel ‘de hand de beweging laten maken’ brieven en gedichten over W. Deze W. was haar vriend en al de gedichten die over hem gaan heeft ze samen gebracht in deze mooie bundel.
Als eerste gedicht van de nieuwe dichter van de maand heb ik gekozen voor het slotgedicht in deze bundel ‘epiloog, a performance’.
.
epiloog
.
a performance
.
Als het daar zou staan, ik zou willen dat het
Weg ging
.
Als het daar zou liggen, ik zou het wegduwen
Of gewoon hoog
.
Daarover heen stappen, de lucht van
Zilveren druppels
.
De grond zwaar van dat zilver en dat nat en
Dan, ik zou
.
Niet omkijken, grote stappen zou ik maken
En het zou niets
.
Uitmaken, wel? het zou niets schelen, het zou
Eindeloos
.
Duren voordat het bladerdek droog geworden
Wegwaaien zou
.
En als goud weer voor je voeten zou dwarrelen
En eindeloos
.
Voordat ik het lezen kon, als het daar zou staan
Liggend in de
.
Stap van mij hoge benen, dat je van me hield
Dat je van me hield
.
Lijsterbessen
Over de dichtkunst
.
Over poëzie en de dichtkunst zijn vele gedichten geschreven, er zijn zelfs bloemlezingen over verschenen. Ook ik heb er enkele gedichten over geschreven. In de bundel ‘Herinneringen aan het onbekende’ een keuze uit eigen werk van Rutger Kopland uit 1966 staat het prachtige korte gedicht ‘Lijsterbessen’ met precies dit als thema.
.
Erger Lijsterbessen
.
De dichtkunst beoefenen is
met de grootst mogelijke zorgvuldigheid
constateren dat bijvoorbeeld
in de vroege morgen
de lijsterbessen duizenden tranen dragen
als een tekening uit de kindertijd
zo rood en zo veel.
.
het is de tijd die dringt
Dichter van de maand April
Den Haag
Remco Campert
.
Een van de dichters die ik al lang lees en waar ik altijd weer door geïnspireerd word is Remco Campert (1929). Een van de eerste dichtbundels (naast de bundels van Jules Deelder) was dan ook ‘Alle bundels gedichten; 1951 – 1970’ uit 1976. Daarna zouden nog vele bundels komen en ook daar heb ik er verschillende van.
Zo ook de verzamelbundel ‘Dichter’ uit 1995. Uit die bundel het gedicht ‘Den Haag’ niet alleen omdat dat mijn woonplaats is maar ook omdat ik aanstaande donderdag met een aantal andere Haagse dichters ga voordragen bij café ‘Mooie Woorden’ in Naaldwijk.
.
Den Haag
.
Overal bevuilde daken
groen koper van kerken
brakke lucht uitgebeten huizen
afgegraasd grasland verwaarloosde zee.
O en de trieste trage gele trams
en het kippevel van de verwaaide straten.
Heel Den Haag was één Panorama Mesdag
elke dag een verregende koninginnedag.
Mijn grootvader ongeschoren
dwaalde als Strindberg door het huis
gevangen in zijn eigen kamerjas.
En zo speelziek en verlegen als ik was
met mijn kleine rubberdolk
beheerste dolleman
pleegde ik sluipmoord op een schemerlamp
of op zolder het oude lila kussen.
.
Borg
Sabine Kars
Ik heb Goddank twee goede longen
Gerrit Komrij
.
Schreef ik afgelopen zaterdag nog over Bilderdijks’ hekel aan sigaretten en tabak, vandaag een tegengeluid van Gerrit Komrij. Lezend in zijn bundel ‘Ik heb Goddank twee goede longen’ (fijne titel ook, uit 1978, 2e druk) kwam ik het gedicht ‘Hoog op de gele wagen’ tegen. Dit is het eerste gedicht uit ‘Het derde stuk’ met de titel ‘Natuur ligt in dromen verzonken’. De bundel bestaat uit 6 stukken (of hoofdstukken zo je wil). De titel van het gedicht ontgaat me eerlijk gezegd (tenzij het geel een verwijzing is naar de zwaveldamp om je hoofd) maar dat maakt het gedicht er niet minder fraai op.
Niet alleen als tegenhanger van Bilderdijks’ ‘T nicotiaanse kruid’ maar ook als stille klacht tegen alles en iedereen die zo nodig heel gezond doet of vindt dat ie gezond moet doen.
.
Hoog op de gele wagen
.
Je hebt Goddank twee goede longen, want als je
Rookt dan piep je niet. Je hebt ook een goed hart
Daarbij, want dans je voor je bed een walsje
Dan voel je je dolgesprongen, niet benard.
.
Je hebt immers een zéér fijne neus voor vuile
Lucht, en slinks bespoten snijboontjes en sla.
Om het tarweloze kadetje kan je huilen,
En je grijpt zesmaal ‘daags naar de tandpasta.
.
Doch iedere avond laat hoor je, als verlamd,
Weer die stem die je zegt dat je in alles faalde,
En: ‘Beter een half uur gelukkig in de zwaveldamp
Dan tien jaar maf tussen de dennenaalden.’
.













