Site-archief

Waarom zijn veel dichters ook kunstenaar

Maggie Millner

.

Op de website https://lithub.com las ik een interessant artikel van Maggie Millner over de combinatie van functies of rollen die veel voorkomt namelijk die van dichter én kunstenaar. En kunstenaar is een ruim begrip in deze. Dat kan gaan van danser, illustrator, filmmaker, zanger, fotograaf, multimedia ontwerper etc.

Ze begint haar artikel met: “Hoe meer poëzie ik lees, hoe meer ik ontdek dat een onwaarschijnlijk aantal goede dichters in feite multidisciplinaire kunstenaars zijn. Ik zeg onwaarschijnlijk omdat poëzie op zichzelf al een moeilijk genoeg beroep is; de zwakke relatie met zowel kapitaal als lezerspubliek betekent dat dichters hun schrijfwerk vaak aanvullen met redactionele of onderwijsopdrachten, waardoor er relatief weinig ruimte overblijft voor andere bezigheden. Toch is schrijven voor veel dichters slechts een van de vele creatieve praktijken, en blijkt het een van de meest geciteerde poëtische regels aller tijden te zijn: van Horatius ‘ut pictura poesis’, of vertaald ‘zoals schilderen is, zo is poëzie ook’.”

Ze correspondeerde vervolgens met verschillende dichters in verschillende stadia van hun carrière waarbij ze vragen stelde over de druk om te specialiseren, of er keuzes werden gemaakt om zich uit te drukken per discipline en of er makkelijk gewisseld werd tussen de verschillende disciplines. Een conclusie die  Zachary Schomburg, dichter en illustrator in één van de interviews trekt is dat het maken van kunst op zijn best dezelfde ervaring is als het ervaren van kunst. Of zoals hij het zegt: “Ik wil het zoals ik wil eten, en ik eet niet slechts één soort voedsel. Soms maak ik wat ik eet, en soms eet ik wat andere mensen maken.”

Valerie Hsiung, dichter en zangeres zegt: “Om dezelfde reden dat ik geloof dat vertalen een andere dimensie aan de stem van een dichter toevoegt – wat in de basis het enige is dat er toe doet bij poëzie of zang – geloof ik dat een diepgaande betrokkenheid bij welke andere discipline dan ook de schrijfpraktijk kan verdiepen.”

Matthea Harvey, dichter en multimedia beeldend kunstenaar benadert het vanuit een andere hoek: “Ik denk dat zoveel dichters interdisciplinaire kunstenaars zijn, omdat dichter zijn draait om aandacht, en die aandacht vertaalt zich niet alleen in woorden.”

Paige Taggart, dichter en juwelier bekijkt het meer vanuit haar gevoel: “Ik denk dat een grote meerderheid van de dichters en kunstenaars van nature gevoeliger zijn voor de wereld en dus gebonden zijn aan overvloedige bronnen van interpretatie.”

Heel interessante bespiegelingen en ook wij in Nederland (en eigenlijk in alle culturen en landen waarschijnlijk) kennen dichters die ook andere disciplines beoefenen. Denk aan Armando (die vele andere disciplines beoefende), Frans Vogel, Maarten Inghels, Hans Wap, Jan Elburg, Hugo Claus, Rogi Wieg en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Een gedicht kiezen uit al deze multidisciplinaire dichters is niet eenvoudig en tegelijkertijd juist makkelijk (het zijn er zoveel). Ik heb voor het gedicht ‘Het laatste gesprek’ van Armando (1929-2018) gekozen uit de bundel ‘Dagboek van een dader’ uit 1973.

.

Het laatste gesprek

.

‘Heer, herken ik u? Zijn wij niet dezelfde van weleer?’
‘Wie riep mij dan? Zijn uw wapens niet de mijne?’
‘Ik wacht op woorden, heer.’
‘Ik was de Dader, u het Offer. De medemens is leeg.’
‘Sterven Daders niet?’
‘Neen. Zij kunnen niet. Zij verwoorden.’
‘Heeft u ginds gesproken, heer?’
‘De dagen zijn beschreven.’
‘Heeft de Tijd nog kwaad gewild?’
‘Ja, het slagveld is begroeid.’
‘Geen spoor van oorlog meer?’
‘Geen. Maar ik doorzie de stilte. Oog en oor vergaan.’
‘Nadert weer de Dood, o heer?’
‘Neen. Hij was er al.’

.

 

 

Croix de vache

Frans Vogel

.

Frans Vogel (1935 – 2016) was copywriter, fotomodel, columnist, beeldend kunstenaar, schrijver, provocateur, bon vivant en vooral: dichter. Als beginnend dichter kwam hij in contact met Cornelis Bastiaan Vaandrager en Hans Sleutelaar, die in die tijd samen met Armando en Hans Verhagen de Nederlandse poot van het literaire tijdschrift Gard Sivik hadden opgezet.

Hij publiceerde de dichtbundels ‘Te gek moment & andere gedichten’ (1996), ‘Het onaandoenlijk hart (72 bpm)’ (2000) en ‘Gelukkig maar’ (2008) en deed die zelf in de kroeg van de hand. Het rauwe grotestadsleven, en dat van Rotterdam in het bijzonder, was bij alles wat hij produceerde zijn voornaamste inspiratiebron. Wim Brands noemde hem dan ook in 2015 de enige echte stadsdichter van Nederland.

In 2017 werd de tweejaarlijkse Frans Vogel Poëzieprijs in het leven geroepen, bestemd voor een jonge dichter die getuigt van verwantschap – bewust of onbewust – met Vogels dichterschap. Het prijzengeld bedraagt 1.500 euro plus een beeldje van kunstenaar Cor Kraat. Winnaars van de Frans Vogel Poëzieprijs zijn Lillian Zielstra, Dominique de Groen en Daniël Vis. Zeer binnenkort wordt de prijs opnieuw uitgereikt. De jury van de prijs bestaat dit jaar uit Alek Dabrowski, Arjen Duinker en Leonor Faber-Jonker.

In literair tijdschrift Passionate, jaargang 3 uit 1996 stond het gedicht ‘Croix de vache’ wat een mooi voorbeeld is van de poëzie van Vogel.

.

Croix de vache

.

Een vaste hand,
een scheermesje,
een scheutje Chinese inkt
en het voorhoofd van een
weerspannig wicht:
meer kwam d’r niet
voor kijken, mocht ik
die pooier toen geloven.
.
Of het moest zijn
[‘Heb anders altijd nog
in een kapsalon gestaan!]
wat vervolgens zijn incisies
weer aan het zicht onttrok:
ponyhaar.
.
In middels alweer jaren
in peroxyde-zilvergrijs
sluik neervallend boven
het craquelé rond
de ogen   de mond
van een besje.
.
Incidenteel
te signaleren
aan een tafeltje
in een tearoom –
fragiel maar monter
achter haar cappuccino
met een Cointreau d’rbij.
.
.

Frederique Spigt tekent ervoor

Frans Vogel

.

In 2012 verscheen bij uitgeverij Douane een klein maar fijn bundeltje van de Rotterdamse singer/songwriter Frederique Spigt (1957) en de minstens zo Rotterdams geworden dichter, kunstenaar en collagist Frans Vogel (1935 – 2016) getiteld ‘Frederique Spigt tekent ervoor’ een mini-bloemlezing uit de gedichten van Frans Vogel. De twee waren elkaar na een optreden in de Schouwburg tegen gekomen waarop Spigt aan Vogel haar plan om tekeningen bij gedichten van Vogel te maken onthulde. Spicht, die van 1975 tot 1980 Grafisch Ontwerpen aan de Rotterdamse kunstacademie studeerde maakte vroeger al onconventioneel werk (aldus Willem van Drunen, beeldend kunstenaar) en dat paste uitstekend bij de aard van het werk van Vogel. Uit het uitgegeven werk van Vogel selecteerde zij 11 gedichten en tekende daarbij in Oost-Indische inkt 11 visuals met oog voor de woordelijke inhoud van het gedicht. Op de voorkant een ‘sticker’ in geel met de woorden ‘Must have’. Of zoals Vogel op de achterkant zegt: “met dit boekje hebbie onmiskenbaar een must have in handen”.

.

Beknopte ornti(h)opografie van Het Ouwe Noorden

.

Hier is men aardig

in de buurt:

Vinkenstraat en

(ik noem maar

een zijstraat)

Vinkendwarsstraat.

.

Op loopafstand

voor kievit die kuiert:

Rietvinkstraat.

Goed gezien.

.

Nabij gelegen (‘Rust zacht,

dappere dode Dodo!’)

op Crooswijk:

café Vogel, hoek Crooswijk-

sestraat/Linker Rottekade.

Neit al te ver van café

De Kraaienpoot, hoek Crooswijk-

seweg/Isaäc Huberstraat.

.

terwijl café Vink

weer ligt op de hoek van

Noordplein en het Zwaanshals,

op nr. 274 waarvan

(schuin tegenover Witte Zwaanhof

en Ooievaarstraat)

café De Lijster-

met die brutale beo!

.

En de korte Kipstraat?

Eervorige eeuw al gevlogen.

.

Levensinkt

Een recensie

.

Op 27 oktober presenteerde uitgeverij Douane in Rotterdam de eerste solobundel van dichter Mark Boninsegna. Ik was daarbij aanwezig en de presentatie deed recht aan de dichter Boninsegna, druk, gezellig, onbevangen en recht uit het hart. Ik ken Mark al langer, stond regelmatig samen met hem op podia en samen met een aantal andere Rotterdamse dichters werd zijn werk (op zijn initiatief) gepubliceerd in de zeer succesvolle bundel ‘Wij dragen Rotterdam’ de eerste papieren uitgave van MUG books.

En dan is er nu zijn eerste solobundel ‘Levensinkt’. Eigenlijk zeggen de quote aan de binnenkant van de voorflap en de opdracht op de pagina na de titelpagina al heel veel over de inhoud van deze bundel;

Wereldseks / wanneer ik stiekem porno wil kijken / weet ik nooit wat te kiezen / de keuze is reuze (…)  en

Voor Ad Schouten  Weet dat God bij u is / -Hell no! / And if so… I’ll break its fucking neck

Twee stukjes tekst die veel  zeggen over deze zelfverklaarde Rock & Roll dichter. Aan de ene kant de directe toon, de onbeschaamdheid en bravoure en aan de andere kant het persoonlijke aspect. Want dat zijn twee rode draden die in deze bundel steeds weer boven komen. Wanneer mark Boninsegna poëzie schrijft over zijn zoontje Tony of zijn vrouw, over dichters en vrienden die zijn overleden, dan is hij heel persoonlijk in zijn woorden, en deelt hij een intimiteit die je op basis van de andere rode draad in zijn werk misschien niet meteen verwacht. En juist dat kenmerkt de dichter Boninsegna. Een ‘harde’ stoere kant vol bravoure gekoppeld aan een klein hartje en een lieve (ik durf het bijna niet te schrijven) zachte kant.

Uit het titelgedicht ‘Levensinkt’

.

Wanneer samen / schrijf ik woorden / op jouw lichaam

lezen wij poëzie / bewegend op ritmes / van jouw hart

.

En uit ‘Rotterdam street art’

.

waar anders dan op straat / in Rotterdam ken je op een Picasso /

abstractionisme creëren met je eigen zeik

.

En dan is er nog de stad Rotterdam, Italië, en zijn helden Jules Deelder en Frans Vogel. Aan de stad Rotterdam zijn meerdere gedichten gewijd (waaronder het geweldige gedicht ‘Port of Rotterdam’ nu volledig met ook de Watertorenhaven), in het hoofdstuk ‘Fortior Propter Proelium’ de wapenspreuk van Rotterdam (Sterker door strijd), staan gedichten over de Hef, Vreewijk, Delftsestraat en de lang in Rotterdam woonachtige en overleden dichter Frans Vogel. In het hoofdstuk ‘Il Teatro’ gedichten uit en over Italië, na Rotterdam Marks grote liefde en in het hoofdstuk ‘Grenzeloos’ onder andere gedichten over overleden vrienden en helden als Ad Schouten, Derrel Niemeijer en Menno Wigman. In deze laatste genoemde gedichten blijkt ook weer dat Mark Boninsegna niet alleen de recht voor zijn raap dichter is die hij graag op het podium laat zien maar juist ook de integere dichter van prachtige poëzie zoals in het gedicht ‘Adieu’ voor Menno Wigman.

.

Adieu

.

Voor Menno Wigman

.

het was koud en iedereen wou binnen

de laatste warmte van jou

.

waardoor ik buiten achter het raam stond

te kijken naar waar je voor altijd zal liggen

.

te luisteren naar muziek en poëzie

met duizenden die niets anders te doen hebben

.

dan de aarde waarin zij liggen vergeten

in de schoot van de moeder dekten wij je toe

.

Wie in deze donkere dagen voor kerst en Sinterklaas nog een persoonlijk cadeau zoekt waar je de ene keer om kunt (glim)lachen (61 aardkloten) en dan weer aan het denken wordt gezet, kan ik alleen maar zeggen: Schaf ‘Levensinkt’aan,een bundel die je niet zal teleurstellen.

.

Mark Boninsegna overhandigt het eerste exemplaar van zijn bundel ‘Levensinkt’ aan schrijfster/dichter Elfie Tromp.

.

 

Kruistocht in spijkerbroek

Frans Vogel

.

De Rotterdamse dichter Frans Vogel is 80 jaar en wordt in een uitgebreid artikel in de Volkskrant van gisteren besproken en aan het woord gelaten. Frans is columnist, copywriter en dichter. Rien Vroegindeweij noemde hem ooit ‘de Charles Bukowski van de Rotterdamse underground’. Hier een typerend gedicht uit zijn, in 2005 gepubliceerde, bundel ‘Gelukkig maar, laatstverzamelde werk’.

.

Kruistocht in spijkerbroek

(Met dank aan Thea Beckman)

’t Is hartje winter en bij de tramhalte
giert een venijnige oostenwind
mij frontaal tegemoet:
adembenemend.
Vanboven, in mijn vanbinnen
gewatteerde leren jack,
is het nog te harden.
Maar vanonder, in mijn
goeie, ouwe, versleten Wrangler,
sta ik rillerig op de tocht:
de ijzige stormwind doorwoelt
mijn kruis en vernikkelt
bijkans mijn scrotum.
Terwijl ik, besef ik,
daar geen bal, ja geen zak
aan kan doen.
Gelaten denk ik:
nou ja, laat maar waaien.
Maar gelukkig: daar hebbie
waratje de tram:
einde kruistocht.
(Zal godverdomme tijd worden.)
.
vogel
Voor wie nog meer van Frans Vogel wil horen en zien nog twee gedichten over de liefde.