Site-archief
Dag eenentwintig
Vakantiegedicht
.
Wanneer je op vakantie bent in een ver en vreemd land waar men een taal spreekt die je niet kent kun je soms denken ‘Waar gaat dit over?’ Er zijn ook gedichten waarbij je dit zou kunnen denken. Zoals het gedicht ‘Coracias garrulus’ van Anneke Brassinga (1948) uit haar bundel ‘Het wederkerige’ uit 2014. Een Coracias garrulus is overigens een vogel, in het Nederlands een Scharrelaar.
.
Coracias garrulus
.
Mijn vriend de scharrelaar speelt feuille morte
in de baltsvlucht, dwarrelt blauwzefirisch serafijns
van aanschijn, zwierend met turquoise vederqueue
braakt hij de finesses van zijn arioso uit:
‘KRAK-AK… KR-R-R-R-AK…’
alsof de hemel op je neerstort,
de engel met het vlammend zwaard.
.
Eik
Anneke Brassinga
.
In mijn tuin staan twee enorme eikenbomen. Of eigenlijk staat 1 in mijn tuin en 1 in de tuin van de buurman. Maar hun eikels en bladeren die ze in deze herfst afschudden zorgen ervoor dat ik een hele dag bezig ben met het ruimen van bladeren, takken en eikels om het pad en de directe omgeving een beetje bereikbaar te houden. Dichter Anneke Brassinga (1948) heeft in haar bundel ‘Het wederkerige’ uit 2014 een mooi gedicht gepubliceerd over de Eik. Toen ik dat gedicht las wist ik meteen dat ik dat hier wilde plaatsen in dit seizoen waar ik, maar jullie ongetwijfeld ook, genieten van de prachtige kleuren en af en toe zuchten onder de enorme hoeveelheid bladeren die deze majestueuze bomen laten vallen in de herfst.
.
Eik
.
Stug loof uit kromme takken barstend, quercus robur,
wát u zegt! – meer heb ik niet te geef behalve schaduw,
als wolkendek ontbreekt. Dus hou uw mond,
.
tenzij u eikels vreten wou; ze vallen
straks na eerste kou. Mijn jas? Ik zou beschaamd zijn
u zo ruig doorgroeid te zien, vol mos.
.
En blijf ook af van al dat tere schemerweefsel
ondergronds, het treurt nog om Dodona
waar ik op rotsen stond en ruisend met mijn
.
doorwaaid blad uw god het woord gaf.
Licht was daar lavend vuur. Wat komt is duister:
ik voorspel mijzelf een stomme boom in windstille
.
verstuiving.
.
De duinen door
Anneke Brassinga
.
Soms kun je door het lezen van een gedicht op ideeën gebracht worden. Als lezer of als dichter. Het kan de toon zijn van een gedicht, het woordgebruik, het thema of de manier van verwoorden die je als dichter kan inspireren. Maar het lezen van een gedicht kan je ook de inspiratie geven als lezer, of als persoon om iets met de leeservaring te doen.
Dat laatste had ik na het lezen van het gedicht ‘De duinen door’ van Anneke Brassinga, in haar bundel ‘Het wederkerige’ uit 2014. In dit gedicht staan verschillende zaken genoemd die ik herken wanneer ik door de duinen loop of (meestal) fiets. De duinen bevinden zich op een paar minuten fietsen van mijn huis en de manier waarop Anneke Brassinga heeft geschreven, en waarop ik het las, maakte dat ik meteen erop uit wilde gaan met de fiets. En hoewel er geen sprake was van hoogstaand lentezonlicht maar wel van laagstaand herfstzonlicht, heb ik meteen de daad maar bij het woord gevoegd.
.
De duinen door
.
Waar hoogstaand lentezonlicht wordt gekelderd
naar het van droogte knisperende wortelbroed
langs kronk’lend asfaltlint, raast beschonken
rijwiel over messcherp priemende spooktakken
die satanisch springen vanuit huivend kruinendak-
in het voorbijgaan giechelvonkt hun hoon: lek
is de liefdesband en nimmermeer plakken.
.
Wacht … woorden
Anneke Brassinga
.
De kern van het werk van dichter, prozaïst, essayist en literair vertaler Anneke Brassinga (1948) bestaat volgens Piet Gerbrandy (uit een bericht uit 2015) uit (v)echtlust, geestige dwarsheid en grondeloze melancholie. Paul Demets schrijft over haar in ‘Awater’ uit 2011 dat ze allerlei onheil raakt dat met vergankelijkheid gemoeid is in haar poëzie, maar dat dat bij haar een soort dragelijke lichtheid krijgt. Anneke Brassinga wordt gezien als postmodernistisch dichter maar zelf rekent ze zich tot de surrealisten. Hoe het ook zij, haar werk wordt breed gewaardeerd. Zo kreeg ze voor haar werk de Martinus Nijhoff Vertaalprijs (1978, niet door haar geaccepteerd), de VSB Poëzieprijs 2002 voor de bundel ‘verschiet’), de Constantijn Huygens-prijs (2008) en de P.C. Hooft-prijs (2015), voor haar poëtisch oeuvre.
In 1987 debuteerde Brassinga met de bundel ‘Aurora’ en haar laatste bundel ‘Het wederkerige’ dateert alweer van 2014 . In 1991 verscheen van haar hand de bundel ‘Thule’, uit deze bundel het gedicht ‘wachtwoorden’.
.
Wachtwoorden
.
Ik had me zo geoefend in het wachten
dat ik schrok toen er iemand kwam;
ik had nog nooit van hem gehoord
herkende hem op het eerste woord
zodat ik aan geen wachten dacht.
Twee gorilla’s, Lust en Vraatzucht,
bewaakten van bovenaf de poort;
in een schip gecamoufleerd met lakens
voeren wij de stad in, onder hen door.
Gesloten bleef de tas met taarten,
al jaren uit mijn mond gespaard,
nooit was er tijd, nooit tijd te over
om aan uitstel te ontkomen.
Wij zijn nu zo geoefend in het wachten
dat als een kind het bij ons hoort.
.
Foto: Serge Ligtenberg







