Site-archief
Alles is ijdelheid maar dat geeft niet
Nieuwe bundel van Pieter Drift
.
Kunstenaar en dichter Pieter Drift heeft een nieuw bundeltje gedichten doen laten verschijnen. De titel: ‘Alles is ijdelheid maar dat geeft niet’. En zo is het maar net. Tien gedichten in een prachtig vormgegeven bundeltje. Het colofon meldt: ‘De tekst van deze bundel is met de hand gezet uit de Lectura en De Roos (Naar de ontwerper van de letter Sjoerd de Roos) door Dick Ronner. De hoogdrukets op het omslag is vervaardigd door de dichter. De oplage van 66 exemplaren werd op een Korrex proefpers gedrukt.’
Uit alles blijkt dat Pieter zich met deze uitgave heeft bemoeit, de bundel is in feite een klein kunstwerkje. Het papier, de druk, het feit dat de bundel is ingenaaid, de nummering van elk deel (ik heb nummer 2 van 66), de ondertekening, het is een feest om het boekje te voelen en te bekijken. Uit alles blijkt met hoeveel liefde en aandacht dit bundeltje is uitgegeven.
Dan de inhoud. Met ironie en een knipoog dicht Pieter korte puntige gedichten. Maar ook serieuze onderwerpen schuwt hij niet zoals in het gedicht ‘Als ik dood’ met de beginzinnen ‘Als ik dood ben wil ik / nog een beetje nagalmen’. In het hart van dit bundeltje staat het gedicht ‘Spiegel’ waar ik me wel wat in herken (Pieter is een paar jaar jonger dan ik) en waar de titel van de bundel uit is genomen. Een bundel voor de liefhebber van mooie boekjes en poëzie. Ik ben blij dat ik een exemplaar heb.
.
Spiegel
.
Ogen worden nooit ouder
kijken gulzig om zich heen
maar in de spiegel
valt het zwaar
.
Graag zien ze het lijf
strak getekend
.
niet deze omtrek
De ontkenning
van een Spartaans bestaan
.
Zou het lukken om mezelf
weer in vorm te gunnen?
.
Alles is ijdelheid
maar dat geeft niet
.
Lasso’s van woorden
De lenige liefde
.
In 1966 debuteerde Herman de Coninck met de bundel ‘De lenige liefde’. Hij zette daarmee een toon van ironie, lichtheid en speelsheid in de Nederlandse poëzie die daarna door veel dichters is opgepikt en gekopieerd.
Van deze bundel zijn inmiddels meer dan 10 drukken verschenen en de bundel is integraal opgenomen in ‘De gedichten’ waarvan meer dan 50.000 exemplaren zijn verkocht (en dan reken ik het gesproken boek van de lenige liefde nog niet eens mee).
Een enorm succesvolle dichtbundel kortom. Uit deze debuutbundel heb ik gekozen voor het gedicht nummer 11: ‘Denkend aan vroegere gedichten’.
.
Denkend aan vroegere gedichten
.
Wij waren jong, wij sprongen
te paard op de taal en reden
heersend de velden door,
slingerende lasso’s van woorden
naar alles wat we wilden veroveren. ,
het waren dolle roekeloze tochten, pas toch
een beetje op, riep Kees Fens ons nog na.
.
En ’s avonds stond de taal nog na te trillen,
op stal in een gedicht, hinnikend
van heimwee naar de maan
en naar de verste betekenissen.
.
Bijna om niets
Ellen Warmond
.
Vandaag een gedicht van de dichter Ellen Warmond (1930 – 2011). Ellen Warmond publiceerde vele dichtbundels en zij werkte samen met anderen mee aan de serie ‘Schrijvers Prentenboek’ van het Letterkundig Museum. Voor haar werk ontving zij de Reina Prinsen Geerligsprijs (1953), de Jan Campertprijs (1961) en de Anna Bijns Prijs (1987).
In haar overwegend sombere poëzie, met een ingetogen taalgebruik vol personificaties, is ook plaats voor afstandelijkheid en ironie.
Centraal staat de existentialistische confrontatie met de tijd, die bij de mens gevoelens van vervreemding, leegte, eenzaamheid en angst veroorzaakt. Sommigen herkennen in haar werk de melancholie van vrouwen voor wie de grote feministische doorbraak nooit gekomen is.
Ook in het volgende gedicht over de liefde herken je deze kenmerken. Uit: ‘Mens: een inventaris’ uit 1969.
.
Bijna om niets
.
Al mijn woorden heb ik al opgedeeld
tussen jij en jou en jouw
meer kan ik niet doen
.
ik leg mijn handen op
het hakblok van je argwaan
.
ik roep de vogels aan
om bijval
.
de wind houdt zich afzijdig
maar goedmoedige wolken zeggen
dat het verdriet voorbij is.
.
Smaak
Anton Korteweg
.
Anton Korteweg (1944) is dichter en neerlandicus en was directeur van het Letterkundig museum en Documentatiecentrum in Den Haag. Toen in 2009 het Nationaal Documentatiecentrum Maarten ’t Hart werd opgezet in de bibliotheek van Maassluis was hij één van de leden van het comité van aanbeveling.
Sinds zijn debuut in Tirade in 1968 heeft Anton Korteweg met regelmaat dichtbundels gepubliceerd. Zijn poëzie kenmerkt zich door de ironische beschrijving van kleine gebeurtenissen, die gevoelens van melancholie oproepen. In zijn enigszins afstandelijke stijl bedient hij zich van woordspelingen en archaïsmen en maakt hij gebruik van alledaagse woorden voor verheven onderwerpen. In 1986 ontving hij de A. Roland Holst-Penning.
.
Uit de bundel ‘Voortgangsverslag’ uit 2005 het gedicht ‘Smaak’.
.
Smaak
.
De liefste muziek blijft toch die
waarbij je afwassen kan,
ouderwets, zonder machine,
met teiltje en afwaskwast.
.
Lepels tegen een kopje,
geplop, gerinkel van glaswerk,
een botsend bord, vallende vorken
doen er geen afbreuk aan.
.
Ik kom dan al snel terecht
bij Carmen, Bolero, Liszt,
Traviata, Eroica,
maar Mahler gaat me te ver.
.
Dik bovenop, vettig, tering,
let niet op een haaltje extra,
luid, schmierend, duidelijk.
.
Lekkere, hoerige ordi’s
niet om aan te horen zo plat,
die doen het bij mij altijd wel.
.
Zij hebben mij gekweld
Heinrich Heine
.
De Duitse dichter van Joodse afkomst Christian Johann Heinrich Heine (geboren Harry Heine, ik verzin dit niet) leefde van 1797 tot 1856 en behoorde tot de Romantische dichters. Heine schreef veel ironische en spitsvondige gedichten (waarbij hij zelfs soms met Karl Marx samenwerkte) die nog steeds gelezen en gewaardeerd worden.
Zijn bekendste werk is ‘Das Buch der Lieder’ waarin onder andere de gedichten ‘Die Lorelei’ en onderstaand gedicht ‘Sie haben mich gequälet’. Van Heine is de uitspraak “Waar men boeken verbrandt, verbrandt men uiteindelijk ook mensen” wat als een profetische uitspraak mag gelden gezien wat er onder de heerschap van Hitler gebeurde.
Omdat Heine van Joodse komaf was en als progressief vrijdenker te boek stond was hij in het Derde Rijk taboe. Zijn gedicht over de Lorelei was echter zo populair onder de Duitsers dat het gedicht in lied- en dichtboeken gewoon vermeld bleef maar dan met de toevoeging Dichter onbekend.
Hieronder het gedicht ‘Sie haben mich gequälet’ in het Duits en in een vertaling van Lepus.
.
Sie haben mich gequälet
Sie haben mich gequälet,
Geërgert blau und blaß,
Die Einen mit ihrer Liebe,
Die Abdern mit ihrem Haß.
Sie haben das Brod mir vergiftet,
Sie gossen mir Gift in’s Glas,
Die Einen mit ihrer Liebe,
Die Andern mit ihrem Haß.
Doch sie, die mich am meisten
Gequält, geärgert, betrübt,
Die hat mich nie gehasset,
Und hat mich nie geliebt.
.
Zij hebben mij gekweld
Zij hebben mij gekweld,
Geërgerd tot overmaat,
De enen met hun liefde,
De anderen met hun haat.
Zij hebben mijn brood vergiftigd,
Zij vulden mijn glas met smaad,
De enen met hun liefde,
De anderen met hun haat.
Maar hij die mij tot overmaat
Heeft gekweld, geërgerd, gegriefd,
Die heeft mij nooit gehaat
En heeft mij nooit geliefd.
.









