Site-archief

Opruiming

Seamus Heaney

.

De beroemde Ierse dichter, toneelschrijver, vertaler en winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur in 1995,  Seamus Heaney (1939-2013) heeft vele zogenaamde ‘ding-gedichten’ geschreven. Uitgaand van concrete, vaak agrarische instrumenten uit een ver verleden, werkt de dichter in deze bonkige, aardse teksten toe naar een meer metafysische overweging of historische implicatie. Maar niet uitsluitend agrarische instrumenten, ook het instrument van de dichter, de pen, verwerkte hij in een prachtig gedicht met de titel ‘Digging’ waarin hij zijn pen met (toch weer) de spade van zijn vader vergelijkt.

Maar Heaney schreef ook andere poëzie, zoals sonnetten cycli. In literair tijdschrift Bzzlletin jaargang 30 (2000-2001) zijn een paar gedichten uit sonnettencycli opgenomen in het Engels en in vertaling. De vertalingen zijn het resultaat van de gezamenlijke inspanningen van dichter Frans Hoppenbrouwers, taalwetenschapper Stijn Hoppenbrouwers en literatuurwetenschappers Perro de Jong en Jan Frans van Dijkhuizen. De vertalers schrijven erbij dat de in Bzzlletin gepubliceerde vertalingen niet als een eindproduct beschouwd moeten worden, maar dat het een work in progress is.

Specifieke problemen bij het vertalen, zoals Heaneys Noord-Ierse achtergrond, met z’n talloze dialectwoorden, subtiele halfrijmen (en deze dan omzetten naar gangbaar Nederlands eindrijm) leveren soms grote problemen op, zo schrijven de vertalers en verwijzen hierbij naar andere vertalingen waar dit (in hun ogen) nogal eens mis is gegaan.

Van de twee voorbeelden koos ik het meest toegankelijke gedicht ‘Clearanses 3’ waarbij de titel vreemd genoeg niet is vertaald (opruiming). Hier te lezen in het Engels en in de Nederlandse vertaling.

.

Clearanses 3

.

Als verder iedereen weg was naar de mis
Was ik met aardappels schillen helemaal de hare.
Het verbrak de stilte, één voor één gelost
Zoals soldeer dat loskomt van de bout.
Het water in de emmer deed ze glanzen.
En zo een ochtend lang: het zachte plonzen
Van elkanders werk was schrale troost,
Iets dat ons bijeen bracht, en bij zinnen.
.
Dus, terwijl de dorpspastoor aan haar bed
Uit alle macht de gebeden der stervenden inzette
En sommigen meebaden en anderen huilden,
Dacht ik aan haar hoofd geneigd naar mijn hoofd,
Haar adem in de mijne, het spel van onze messen –
Nooit dichter bijeen heel de rest van ons leven.
.
.
Clearanses 3
.
When all the others were away at Mass
I was all hers as we peeled potatoes.
They broke the silence, let fall one by one
Like solder weeping off the soldering iron:
Cold comforts set between us, things to share
Gleaming in a bucket of clean water.
And again let fall. Little pleasant splashes
From each other’s work would bring us to our senses.
.
So while the parish priest at her bedside
Went hammer and tongs at the prayers for the dying
And some were responding and some crying
I remembered her head bent towards my head,
Her breath in mine, our fluent dipping knives –
Never closer the whole rest of our lives.