Site-archief
Mijn promiscuïteit
Geplaatst door woutervanheiningen
Herman Finkers
.
Dat Herman Finkers (1954) naast cabaretier en zanger ook poëzie schrijft dat wist ik al, ik schreef er al over in mijn bericht op de vrolijke vrijdag en plaatste daar zijn gedicht ‘Vinger in de bibs’. Finkers is vooral een plezierdichter of dichter van light verse. In 2012 verscheen bij uitgeverij Thomas Rap van zijn hand de bundel ‘Poëzie, zo moeilijk nie’ verzamelde verzen, waarvan de titel al veel weggeeft over de inhoud.
Naast een aantal verzen die hij ook op muziek heeft gezet, zoals ‘Duet (we staan samen sterk)’ met Brigitte Kaandorp, en een flauwiteit hier en daar zoals het vers ‘Ik moet poepen’ waarvan de volledige tekst luidt: “(Hier zijn helaas een paar bladzijden uitgescheurd.)” zijn er ook vele verzen waaruit de taalvirtuositeit van Herman Finkers blijkt. Twee wat kortere gedichten wil ik hier dan ook graag delen want er is altijd tijd voor een lach, ook in de poëzie.
.
Vele handen maken licht werk
.
Ik stoei met jou de hele dag door, we kussen urenlang.
Uitgeput geef jij mij een laatste zoen en zegt:
‘Ik moet er niet aan denken dat ik dat
allemaal alleen had moeten doen.’
.
Mijn promiscuïteit
.
De een ligt liever links,
een ander liever rechts.
De een heeft tien orgasmes
een ander eentje slechts.
.
De een maakt veel kabaal,
een ander doet het stil.
Het is mijn éigen leven:
ik droom zoals ik wil.
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters, light verse
Tags: 1954, 2012, Brigitte Kaandorp, cabaretier, dichtbundel, Duet (Samen staan we sterk), gedeichtenbundel, gedicht, gedichten, Herman Finkers, Ik moet poepem, liedjes, light verse, Mijn promiscuïteit, plezierdichter, poëzie, poëzie zo moeilijk nie, poëziebundel, Vele handen maken licht werk, vers, Verzamelde verzen, zanger
Frietpoëzie
Geplaatst door woutervanheiningen
Paul Ilegems
.
De Brugse kunsthistoricus, schrijver en plezierdichter Paul Ilegems (1946) is samen met uitgever Jef Meert oprichter van het Frietkotmuseum, een reizende collectie van allerlei materialen, schilderijen, sculpturen en foto’s die in 2008 werden opgenomen in het Frietmuseum te Brugge. Inmiddels heeft Ilegems 7 naslagwerken over Friet en de frietcultuur geschreven en 2 dichtbundels.
Zijn eerste frietgedichten verschenen in 1981 in het bundeltje ‘Frieten bakken’, geheel volgens de strakke richtlijnen van het plezierdichten in vaste versvormen van Drs. P. Maar het onderwerp friet was voor Ilegems niet voldoende en hij begon ook over andere onderwerpen te dichten als een voorhistorisch monster, sigaren, vrouwenondergoed, de strooiweide en Brigitte Bardot. En niet te vergeten het dichterschap zelve. Kortom, een onbepaald allegaartje. In de bundel ‘Eeuwig zingen de frieten’ uit 2015 zijn deze gedichten samengebracht onder de noemer Fritto misto.
Maar omdat Paul Ilegems zo bekend geworden is door zijn fascinatie met friet hier een gedicht uit deze bundel over een frietkot.
Frituur Marleen
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters, Gedichten in thema's, light verse, Versvormen, Vlaamse dichters
Tags: 1946, 1981, 2015, België, Brigitte Bardot, Brugge, collectie, dichtbundel, dichter, dichterschap, Drs. P., Eeuwig zingen de frieten, foto's, friet, Frieten bakken, frietkot, Frietmuseum, Fritto misto, Frituur Marleen, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, Jef Meert, kunsthistoricus, naslagwerken, objecten, Paul Ilegems, plezierdichten, plezierdichter, poëzie, poëziebundel, reizende tentoonstelling, richtlijnen, schilderijen, schrijver, sculpturen, sigaren, strooiweide, uitgever, vaste versvormen, Vlaams dichter, Vlaanderen, voorhistorisch monster, vrouwenondergoed





