Site-archief

Barack Obama

Pop

.

Deze week werd het eerste deel van de memoires van oud president van de Verenigde Staten, Barack Obama gepresenteerd getiteld ‘A Promised Land’. Woensdagavond was een bijzonder interview met Obama door schrijver Tommy Wieringa te zien bij Nieuwsuur en in het programma Op1, later die avond, werd over dat interview en het boek nagepraat. In die napraat werd terloops door Tommy Wieringa gemeld dat Obama niet alleen veel leest maar dat hij ook schrijver is en gedichten heeft geschreven. Tsja, dan weet je als lezer van dit Blog inmiddels genoeg. Daar wil ik dan meer over en van weten.

Op zoek naar de poëzie van Barack Obama kwam ik op de website van The New York Times terecht op een pagina uit 2008. Daar staat het volgende te lezen:

“Hieronder volgen twee gedichten van Barack Obama die werden gepubliceerd in het voorjaarsnummer van 1981 van ‘Feast’, een literair tijdschrift voor studenten van 51 pagina’s dat zichzelf omschreef als ‘een halfjaarlijks tijdschrift met korte poëzie en fictie verzameld door de Occidental College-gemeenschap’. Volgens een woordvoerder van de universiteit wordt het tijdschrift niet meer gepubliceerd. Twee gedichten waarvan ik het eerste (en wat mij betreft beste) gedicht hier plaats. Wil je meer lezen dan kun je hier terecht https://www.nytimes.com/2008/05/18/us/politics/18poems.html?ref=oembed

.

Pop

.

Sitting in his seat, a seat broad and broken
In, sprinkled with ashes
Pop switches channels, takes another
Shot of Seagrams, neat, and asks
What to do with me, a green young man
Who fails to consider the
Flim and flam of the world, since
Things have been easy for me;
I stare hard at his face, a stare
That deflects off his brow;
I’m sure he’s unaware of his
Dark, watery eyes, that
Glance in different directions,
And his slow, unwelcome twitches,
Fail to pass.
I listen, nod,
Listen, open, till I cling to his pale,
Beige T-shirt, yelling,
Yelling in his ears, that hang
With heavy lobes, but he’s still telling
His joke, so I ask why
He’s so unhappy, to which he replies…
But I don’t care anymore, cause
He took too damn long, and from
Under my seat, I pull out the
Mirror I’ve been saving; I’m laughing,
Laughing loud, the blood rushing from his face
To mine, as he grows small,
A spot in my brain, something
That may be squeezed out, like a
Watermelon seed between
Two fingers.
Pop takes another shot, neat,
Points out the same amber
Stain on his shorts that I’ve got on mine, and
Makes me smell his smell, coming
From me; he switches channels, recites an old poem
He wrote before his mother died,
Stands, shouts, and asks
For a hug, as I shrink, my
Arms barely reaching around
His thick, oily neck, and his broad back; ’cause
I see my face, framed within
Pop’s black-framed glasses
And know he’s laughing too.

.

Lozenges

Gedichten in vreemde vormen

.

In 1965 gaf Colleen Thibaudeau een alleraardigst boekje uit met de intrigerende titel ‘Lozenges’. Om daar maar mee te beginnen; een Lozenge () is een ruitvormig leesteken dat nog maar weinig gebruikt wordt.  De lozenge werd vroeger wel eens gebruikt om spaties aan te geven bij woorden waar onduidelijk was of deze aan elkaar hoorden of niet. In de huidige spelling is dit niet meer nodig.

Colleen Thibaudeau (1925 – 2012) was een Canadees dichteres en schrijfster van korte verhalen die in veel tijdschriften en magazines gedichten publiceerde. Behalve ‘Lozenges’ publiceerde ze nog de bundels ‘Ten Letters’ (1975), ‘My Granddaughters Are Combing Out Their Long Hair’ (1977), ‘The Martha Landscapes’ (1984), ‘The “Patricia” Album’ (1992) en ‘The Artemesia Book’ (1991).

Het boekje ‘Lozenges’ staat vol met gedichtjes in de vorm van een object en heeft dit ook als titel. Voorbeelden zijn een kroon, een trein, een hockeystick en een pop.

Hieronder twee voorbeelden van een ballongedicht en een kaarsgedicht.

.

ballon

kaars

lozenges

Voor het hele boekje on-line ga je naar http://colleenthibaudeau.com/lozenges-poems-in-the-shape-of-things/

Het Woordenrijk

Den Haag FM

.

Op dinsdag 4 september jongstleden was ik te gast bij het programma het Woordenrijk van Den Haag FM. Een programma over poëzie gepresenteerd door Harry Zevenbergen, dichter en Diann van Faassen, dichter.

In dit bijzonder onderhoudende programma wordt stilgestaan bij de actualiteit, pop en poëzie, wordt de agenda doorgenomen en is wekelijks een dichter te gast. Behalve over mijn poëzie hebben we het gehad over de bibliotheek, het belang van de bibliotheek (juist nu in deze tijd van digitalisering) en het belang van lezen. Ik heb het gedicht ‘Sotto Voce’ van M. Vasalis voorgelezen (zie de post van een week geleden) en mijn gedicht ‘Kerfstok’ voorgedragen.

Al met al een bijzonder leuke en interessante ervaring. Ik wil vanaf deze plek Harry en Diann bedanken, ze maken een programma dat zeer de moeite waard is om te beluisteren (wekelijk op dinsdag van 21.00 tot 22.00 op 92.0 FM of via de website van Den Haag FM) en voor de allerhartelijkste ontvangst.

                                                   Harry Zevenbergen en Diann van Faassen