Site-archief
Lijfelijkheid
Alja Spaan
.
Het thema van de Poëzieweek 2025 is ‘lijfelijkheid’ en in de Volkskrant schrijft Geertjan de Vught vandaag een aardige column over dit thema. Ook doet hij een aantal aardige suggesties voor dichtbundels die je kan kopen om zo aan het Poëzieweekgeschenk ‘Plakboel’ te komen van Charlotte Van den Broeck. Ook een aanrader trouwens, ik heb de afgelopen dagen verschillende opnames van haar gezien waar ze de gedichten voordraagt en die zijn, meer dan zeer de moeite waard.
Nu zat ik nog even aan het thema te denken en kwam toen tot de conclusie dat de bundel ‘Je hebt me gemaakt met je kus’ die ik in 2011 samen schreef met dichter Alja Spaan (1957) eigenlijk heel veel raakvlakken heeft met dit thema. Deze bundel heeft de liefde in al haar verschijningsvormen als thema. Dus de romantische liefde, de hoofse liefde, maar ook de lichamelijke, lijfelijke en erotische liefde.
Daarom heb ik deze bundel nog maar weer eens ter hand genomen en al bladerend heb ik gekozen voor een toepasselijk gedicht bij het thema van deze Poëzieweek. Het betreft hier het gedicht ‘Sense’ van Alja Spaan.
.
Sense
.
morgen mag ik met mijn hoofd in jouw schoot
zeg je
en hoe vergaan de glorie was van deze hoofdstad
vuilnis op de straten
maar hoe aardig de mensen ook hier
en ik vertel je
hoe iemand binnenloopt en wijst en zegt
doe mij maar die
en die
en die
en me duizend contant betaalt
en je streelt mijn haar
ik knoop je broek los
.
Heks heks
Jan Elburg
.
Liefdesgedichten kom je in vele vormen tegen. Er zijn de hoofse, romantische liefdesgedichten, de meer expliciete, de rauwe liefdesverklaringen, fysieke liefdesgedichten maar ook de liefdesgedichten die gaan over voorbije liefdes, pijnlijke liefdes en de melancholische liefdes. Liefde is net het leven zelf.
Jan Elburg (1919-1992) ook bekend als Jan G. Elburg was een dichter en beeldend kunstenaar, die tot de Vijftigers wordt gerekend. Als beeldend kunstenaar was hij actief als graficus, schilder, tekenaar, beeldhouwer en collagist, en was jaren docent aan de Rietveld Academie. Hij debuteerde in 1943 met de bundel ‘Serenade voor Lena’ waarna nog vele bundels zouden volgen. Zoals de bundel ‘De vlag van de werkelijkheid’ uit 1956. In deze bundel is het ietwat vreemde maar bijzondere liefdesgedicht ‘Heks heks’ opgenomen.
.
Heks heks
.
Tover jij?
je leeft zo eenvoudig
als duizenden anderen
binnen een tent van frans katoen
met je borsten in twee kleine voorkamers
binnen een huisje van dunne kleren
zo klein zo klein
dat je benen de straat op moeten
.
je droomt zo bescheiden in je ogen
je werkt zo eenvoudig met je schouders
als duizend en een vrouwen
waarom moet mijn stem dan buigen
of een prinses voorbijkomt?
.
ik geef mij over
er komt een onmetelijke
vredige vluchtvloot over
.
bekèn het maar je
(heks heks)
doet het, nietwaar,
toveren.
.
Marie-Jeanne I
Jan Kal
.
Liefdesgedichten gaan vaak over de geweldige, hartstochtelijke of romantische liefde. Regels vol zoet en fluweel en warmte en licht. Liefdesgedichten kunnen echter ook gaan over onbeantwoorde liefde of over beantwoorde liefde waarin het antwoord niet is wat de vraagsteller ervan verwacht had.
Een voorbeeld van zo’n gedicht uit de laatste categorie schreef Jan Kal. Jan Pieter Kal (1946) debuteerde in 1974 met de bundel ‘Fietsen op de Mont Ventoux’ 74 sonnetten (later uitgebreid naar 222 sonnetten). Hij is vooral bekend van zijn vele sonnetten. Jan Kal kan van weinig poëzie maken. Hij heeft een eigen spontane, weemoedige toon, waarin ook zijn humor een plaats kan vinden.
Uit zijn debuutbundel komt het gedicht Marie-Jeanne 1, het liefdesgedicht in sonnetvorm waarin de liefde niet wordt ingelost.
.
Marie-Jeanne I
.
Wéér in 2a zitten was wel fijn
als ik rechts achterom keek naar dat liefje.
Maar zij keek steeds terug zo van wat blief je,
of helemaal niet. Wel de harde lijn.
.
Met Sinterklaas gaf ik mijn hartediefje
een hart van suikergoed en marsepein.
Zij deed de stille gever hartepijn,
want gaf hem via Joan het volgende briefje.
.
Daar stond geschreven: ‘Jan, ik heb gemerkt
dat je me aardig vindt. Ik vind jou niet
aardig. Zwijg daar dus over, Marie-Jeanne.’
.
Die doffe dreun heeft twee jaar doorgewerkt.
Nu kan ik lachen en ik zing een lied;
toen wou ik huilen maar ik had geen tranen.
.
Gek van liefde
Francine Oomen
.
De illustratrice, ontwerpster en schrijfster ( van vooral heel veel succesvolle) jeugdboeken voor pubers ( de ‘Hoe overleef ik..’ reeks) Eclaire Francine Marie Oomen ( 1959) ken ik beroepshalve al heel lang. groot was dan ook mijn verbazing toen ik een dichtbundel tegenkwam van haar hand.
De bundel ‘Gek van liefde’ uit 2008 heeft de liefde als onderwerp. In ‘Gek van liefde’ beschrijft Francine Oomen gevoelens van verlangen, verliefdheid en liefdesverdriet. Haar gedichten bieden troost aan wie afscheid moet nemen van een oude liefde en herkenning voor wie hunkert naar een nieuwe.
Het leuke aan deze bundel vind ik dat er niet slechts liefdesgedichten in staan in de romantische betekenis van het woord maar dat de liefde hier dus veel ruimer geïnterpreteerd moet worden, dus ook de donkere kant van de liefde. Een van die gedichten heb ik uitgekozen omdat iedereen zich hier wel iets bij voor kan stellen.
.
Uitgesteld afscheid
.
ik wil je graag nog een keer zien
op een afschuwelijke plek
op een grauwe dag
op een onmogelijk tijdstip
.
trek je meest onflatteuze kleren aan
zet een ongeïnteresseerde kop op
rook sigaret na sigaret
blaas de rook in mijn gezicht
(een beetje rochelen helpt ook)
.
Maak me niet aan het lachen
en boei me niet, met niks
vertel me hoe gelukkig je bent
opgebloeid, doorgegroeid
tevreden en voldaan
.
als je me nog een keer aan wilt raken
doe dat dan met klamme hand
zodat ik je eindelijk kan schrappen
uit mijn hart, mijn lijf
en mijn verstand
.








