Site-archief
Buddingh’ en Rawie
Dubbelgedicht over roken
.
Over heel veel onderwerpen zijn themabundels verschenen. Over bepaalde thema’s en onderwerpen wat meer dan over andere. Zo zijn er over de dood en de liefde, grote thema’s uit de wereldliteratuur, meer bundels verschenen dan laten we zeggen over onderwerpen als muziek en roken. Toch ook geen kleine onderwerpen.
Maar in 2014 verscheen van de hand van Henny Vrienten (samensteller) en Peter van Straaten (tekeningen) de bundel ‘Aan de laatste roker’. Een zeer vermakelijke bundel over roken en rokers. Vermakelijk omdat de poëzie die Vrienten uitzocht vaak grappig en schrijnend is en de tekeningen van Peter van Straaten over (vooral) stiekeme rokers en post-coïtale sigaretten erg hilarisch zijn.
Voor het dubbelgedicht koos ik voor twee totaal verschillende dichters die in de bundel staan, te weten C. Buddingh’ en Jean Pierre Rawie.
In het eerste gedicht ‘Rechts, links’ van C. Buddingh’ geeft de dichter in een ogenschijnlijk weinig opvallend gedicht nog snel even een (politieke) mening. Het gedicht verscheen in de bundel ‘Gedichten 1974-1985’ uit 1986.
Het tweede gedicht van Jean Pierre Rawie is dit keer geen sonnet maar een rijmend gedicht dat op een heerlijke manier neerslachtig klinkt. Het gedicht ‘Rook’ verscheen oorspronkelijk in de dichtbundel ‘Woelig stof’ uit 1990.
.
Rechts, links
.
Van mijn rechterlong
werkt, sinds drieëndertig jaar,
nog maar ongeveer een kwart.
.
Maar mijn linkerlong, hoorde ik laatst weer
is nog altijd puntgaaf.
.
Ach, ja: rechts is ook niks,
van links moeten we ’t hebben.
.
Rook
.
Wij zitten en roken en praten alsof
dit leven niet ons maar een ander betrof,
.
alsof wat de wereld zo vreselijk maakt,
de dood en de liefde, ons beide niet raakt.
.
De rook vult de kamer, het regent gestaag,
en morgen en gisteren zijn als vandaag.
.
Wij zitten en roken en zeggen niet veel,
wij hebben geen deel aan het grote geheel,
.
wij hebben geen weet van het reddeloos leed
dat eindeloos omgaat op deze planeet.
.
Wij zien langs het venster de tijd die verglijdt.
Men is ons daar buiten al eeuwenlang kwijt.
.
Olympische spelen
Veldloop
.
Zeer binnenkort gaan de Olympische Spelen van Tokyo van start. De veldloop voor vrouwen zal daar niet te zien zijn, de veldloop is geen officiële olympische sport. Er zijn krachten bezig om de veldloop weer een olympische sport te maken. In de aanloop daarnaar toe (men hoopt in 2024 de sport weer op het programma te krijgen van de OS) een gedicht uit de light verse bundel ‘Atletische verzen’ uit 2007, geschreven door Ivo de Wijs en Theo Danes.
Het betreft hier het gedicht ‘Veldloop (vrouwen) van Ivo de Wijs. Het gedicht gaat over Lornah Kiplagat (1974), van oorsprong Keniaanse atlete die sinds 2003 voor Nederland uitkomt op dit onderdeel.
.
Veldloop (vrouwen)
.
Wat zie je als je onverhoopt
De hele race als tweede loopt?
Dan zie je voor je op het pad
Het gat van Lornah Kiplagat.
.
Waarna de pers nog ‘ns komt vragen:
‘Had Lornah weer een gat geslagen?’
.
Tegen het krakende hek
Rutger Kopland
.
In de bundel ‘Ik heb de liefde lief’ de mooiste liefdesgedichten uit de Nederlandse en Vlaamse poëzie staan heel veel prachtige, ontnuchterende en romantische liefdesgedichten. Willem Wilmink, samenst4eller en inleider heeft destijds in 1993 goed werk verricht. Wat ik wel altijd jammer vind aan themabundels is dat ze zo tijdgebonden zijn. Natuurlijk heeft Wilmink zich goed ingelezen en komen de gedichten van dichters die leefden van de 15e eeuw tot nu, maar na 1993 staan er natuurlijk geen nieuwe liefdesgedichten meer in.
Als je, zoals ik, heel veel poëziebundels bezit en een groot deel daarvan zijn themabundels (bijvoorbeeld over liefdespoëzie) kom je dus regelmatig dezelfde gedichten tegen. En ik maak me toch sterk dat er ook na 1993 heel veel prachtige liefdesgedichten geschreven zijn. In ieder geval door mijzelf in de bundel XX-XY, liefdespoëzie https://woutervanheiningen.wordpress.com/2016/01/23/mijn-cadeau-voor-jou/ .
Ondanks bovenstaande kom ik toch nog regelmatig oudere gedichten tegen die ik niet ken en die zeer de moeite waard zijn, ook van het delen op dit blog. Zo’n gedicht is ‘Tegen het krakende hek’ van Rutger Kopland. Het gedicht verscheen oorspronkelijk in de bundel ‘Wie wat vindt heeft slecht gezocht’ uit 1972.
.
Tegen het krakende hek
.
Zo stonden wij tegen het krakende hek,
zo buiten de wereld als paarden.
.
Het was weer aarde, gier en soir de
paris, een avond van waar en wanneer.
.
In mij kwamen vergeten regels omhoog,
zachte op nacht rijmende landerijen,
.
maar jij fluisterde: hier, hier is het
het fijnste, waar je nu bent, waar je nu
.
bent met je handen. Zo lagen we tegen
de aarde en tegen elkaar, terwijl het hek
.
kraakte tegen de opdringende paarden.
.
Verwey en van Eeden
Dichters over dichters
.
Vandaag in de rubriek ‘dichters over dichters’ een sonnet van dichter Albert Verwey (1865-1937) over de schrijver en dichter Frederik van Eeden (1860 – 1932). Van Eeden heeft veel geschreven en maar een heel klein deel van zijn productie is poëzie (bijvoorbeeld de bundel ‘Aan mijn engelbewaarder en andere gedichten’ uit 1922).
In zijn ‘Verzamelde gedichten’ in 3 delen uit 1911 werd het ‘Sonnet’ opgenomen dat als ondertitel heeft ‘aan Frederik van Eeden’.
Ik haalde het uit de bundel ‘De 200 bekendste, mooiste, tederste, leukste sonnetten’ samengesteld en ingeleid door Robert-Henk Zuidinga uit 1985.
.
Sonnet
.
aan Frederik van Eeden
.
Ik ben gestemd om een sonnet te maken,
Teêr-blauw als mij Japanse verzen lijken,
Zo vlak als water, dat geen rimpels strijken
Tot vloeiend matglas, waar zij d’oever raken.
.
Fijn porcelein met, voor verwende smaken,
Bleek-blauwe poppen die zo wijd uitwijken,
En zonder perspectief – de rijken kijken
Bij ‘t kopen, of de kleine barstjes kraken.
.
Zó is mijn stemming, bleek met wijde luchten,
’k Ben bang, dat zij zal breken onder te schrijven,
’k Schrijf fijne letters, in mijn teder duchten.:
.
Ik wil, dat ze ongebroken weg zal drijven
Zonder een lijn, als luchte wolken vluchten, –
Doch dit Sonnet zal voor U overblijven.
.
Dies Irae
Peter Coret
.
De Nederlandse dichter, schrijver, columnist en theaterman Cees van der Pluijm (1954 – 2014) publiceerde onder verschillende pseudoniemen als Peter Coret, Paul Lemmens, Steven Stalknecht en Liesbeth Porringa. Van der Pluijm was een zeer geleerd mens, hij studeerde Nederlandse taal- en letterkunde, Algemene Literatuurwetenschap en Zuid Afrikaanse taal- en Letterkunde. Hij debuteerde in 1984 samen met Robert Alquin als Peter Coret met de bundel ‘Het lustprieel’. Hij was van 1994 tot 2013 columnist van de Gay Krant en hij schreef light verse onder andere met Drs. P., Robert Long en Driek van Wissen.
In de bundel ‘De 200 bekendste, mooiste, tederste, leukste sonnetten’ samengesteld door Robert-Henk Zuidinga, uit 1985 is het sonnet ‘Dies Irae’ (Dag van Toorn) opgenomen van zijn hand.
.
Dies Irae
.
De laatste daad die zin gaf aan je leven
Was de ontkenning van een troosteloos bestaan
.
Je drift heeft je het leven uitgedreven
Nu is je lichaam langzaam aan ’t vergaan
En zul je nooit meer pronken als de haan
Wiens veren ik met liefde heb beschreven
.
On klein verbond werd bitter opgeheven
De rekening blijft immer onvoldaan
.
Je liet me vallen toen ik jou liet zweven
We leefden beiden in een wrede waan
Nu zal ik nimmer meer mijn handen slaan
Aan jouw genot, of naar verzoening streven
.
Je hebt jezelf en niet je medemens vergeven
Hoe wij ons redden gaat jou niets meer aan
.
Proost!
Om een bokaal van wijn
.
Poëzie kan werkelijk over elk onderwerp gaan. Vaak worden gedichten over een bepaald onderwerp bij elkaar gebundeld. Dit soort themabundels zijn populair bij liefhebbers van poëzie en van het desbetreffende thema. Zo zal uitgeverij van Lindonk in 1967 ook gedacht hebben toen ze ‘Om een bokaal vol wijn’ uitgaven met gedichten van dichters rondom het thema Wijn. De bundel met 24 verzen van ‘eigentijdse Nederlandse dichters’ is uitgegeven in het 125ste wijnjaar van Robbers & Van den Hoogen n.v. in Arnhem (en dus niet het 123ste zoals abusievelijk op de website https://www.nederlandsepoezie.org/jl/1967/zz_om_een_bokaal_vol_wijn.html staat te lezen).
Bekende en minder bekende dichters hebben hun medewerking verleend aan deze bundel; van A. Roland Holst, C. Buddingh’ en Hans Andreus tot Jan Engelman, Fem Rutke en Tom Naastepad. In een fraai uitgegeven bundel met fijne harde kaft en illustraties van Kurt Löb en van een voorwoord voorzien door Jan Wit is dit een fijne bundel voor poëzieliefhebbers en ook wijnliefhebbers.
Ik koos voor een gedicht van Ankie Peypers, één van de twee vrouwelijke dichters in deze bundel ( de ander is Ellen Warmond) getiteld ‘Verzoek aan wijn’. Ankie Peypers (1928-2008) debuteerde in 1946 met de bundel ‘Zeventien’, met daarin zeventien jeugdgedichten. In 1951 verscheen haar officiële debuut ‘October’. Sindsdien verschenen gedichtenbundels, vertalingen en enkele romans. In 1972 verscheen de verzamelbundel ‘Gedichten 1951 – 1971’. Als journalist werkte ze voor De Vlam en Het Vrije Volk. Daarnaast was ze medeoprichter van het feministisch-literaire tijdschrift Surplus en publiceerde ze regelmatig over de positie van vrouwen.
.
Verzoek aan wijn
.
Laat je drinken
wij zijn maar een gaarde
waarin dezelfde onrust groeit
die jou deed rijpen
toen je geboorte lange maanden
zomermaanden in de heuvels
werd verwacht
tot eindelijk de dorpelingen
op het dagen nachten durend
feest je loflied zongen
dat je goed was
als je voorgeslacht;
.
laat je drinken
wij zijn maar een gaarde
waarin dezelfde onrust groeit
die een oogstfeest verwacht.
.
Laat je drinken
wie dan jij
moet de verhalen
die ons denken
als in de heuvels
gevangen houdt
vertalen?
.
Het was voorspeld
De mooiste gedichten over weer of geen weer
.
In de loop der jaren zijn er veel, heel veel poëziebundels verschenen rondom een bepaald thema. Inmiddels bezit ik er al vele tientallen van. Zo zijn er bundels over muziek, voetbal, dieren, moeders, kinderen, tuinieren, seks, Europa, het geloof, de oorlog (wereldoorlog I en II), de vrede, katten en ga zo maar door. Het aardige van dit soort bundels vind ik de variëteit in dichters en vormen van poëzie die samenstellers bij elkaar weten te vinden. Pas geleden heb ik weer een nieuw exemplaar aan mijn verzameling kunnen toevoegen, dit keer met als thema ‘het weer’, Nederlandser kun je het bijna niet krijgen.
In 2004 gaf uitgeverij Mozaïek uit Zoetermeer, de bundel ‘Het was voorspeld’ uit met als ondertitel ‘de mooiste gedichten over weer of geen weer’. Deze zelfde uitgeverij gaf al eerder themabundels uit over koeien en rivieren en dijken. Deze bundel werd samengesteld door Rien van den Berg en Liesbeth Goedbloed en bestaat uit gedichten van bekende dichters (Gerrit Achterberg, Herman de Coninck, Anna Enquist,Judith HerzbergToon tellegen, Vasalis en Willem Wilmink) en minder bekende dichters (Peter van Lier, Lenze L. Brouwers, Koos Geerds en Rouke van der Hoek). Onderwerpen zijn vormen van neerslag, de maanden, de seizoenen, weermannen maar ook de wind, de wolken en de zon.
Ik koos voor en gedicht van dichter Menno Wigman getiteld ‘Stil maar, wacht maar’.
.
Stil maar, wacht maar
.
Wat een geluk dat Holland niet bestaat.
Alleen een tenger land van mist en klei,
alleen miljoenen doden zonder steen,
alleen het ultimatum van de zee.
.
En wat een troost dat er geen morgen is,
dat er nooit sprake was van sneeuw en hagel,
zon en voorjaarswind – helemaal niks.
.
Alleen het ultimatum van het licht.
.
Tot zover het weerbericht.
.
Haarspeld
Erotische gedicht van Paul Claes
.
Uit de niet te versmaden bundel ‘Seks, de daad in 69 gedichten’samengesteld door Vrouwkje Tuinman en Ingmar Heytze vandaag een gedicht van de dichter Paul Claes (1943). Dit gedicht werd gepubliceerd in de bundel ‘Rebis’ uit 1999.
.
Haarspeld
.
Soms speelt hij met de haarspeld in zijn hand.
Over de ribbels van haar ruggengraat
strelen zijn vingers, tot ze zich ontspant
en opengaat,
.
als hij zijn vingertop ertussen brengt,
en telkens weer kan hij er niet genoeg
van krijgen het te doen, terwijl hij denkt
aan wie haar droeg
.