Site-archief
Verbindingen
Geplaatst door woutervanheiningen
Sparrow
.
In de Volkskrant van donderdag jongstleden begint columnist Frank Heinen met een anekdote over een dichter Michael Gorelick genaamd, die dacht dat het aan zijn naam lag dat hij geen goede poëzie schreef. Vanaf dat moment ging hij als dichter door het leven als Sparrow. Vervolgens schrijft hij over de Barkley Marathon (naar aanleiding van een bericht in de krant waarin verslag werd gedaan van deze marathon die je ‘in een staat van een door uitputting vermenigvuldigde desoriëntatie brengt’) en hij koppelt dat weer aan het zien van afschuwelijke beelden op internet (over de marteling van de verdachten van de aanslag in Moskou) bewust en onbewust omdat je door social media er moeilijk aan kunt ontkomen. Een knap staaltje gebeurtenissen verbinden die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben. Tot zijn conclusie waarbij hij weer terugkeert bij de dichter.
Zijn conclusie is dat net als in een (Barkley) marathon iedereen in een oorlog op eigen houtje verdwaald raakt. In de feiten en de vooruitzichten, in de kwaadheid en het mededogen en de vrees die alles met zich meebrengt. Hij schrijft: “Om je te kunnen blijven oriënteren en waar mogelijk te ontdwalen, kun je die gruwelijke beelden volgens mij beter mijden. Niet opzoeken, niet aanklikken, niet doorsturen`. Van geweld dat bedoeld is voor consumptie word je weinig wijzer.”
Hierna verwijst hij naar een zin in een gedicht van Sparrow: ‘This poem / replaces all my / previous poems’. Je begrijpt dat dit mijn nieuwsgierigheid aan het werk zette. Sparrow (of Michael Gorelick dus) werd geboren in 1953 en is een Amerikaans dichter, activist en muzikant. Als lid van de in New York gevestigde literaire groep ‘The Unbearables’ heeft Sparrow verschillende poëziebundels gepubliceerd bij Soft Skull Press , evenals chapbooks in samenwerking met het St. Mark’s Poetry Project Ook was hij redacteur van het literaire tijdschrift Big Fish. Zijn gedichten werden gepubliceerd in onder andere ‘The New Yorker’, ‘The Quarterly’, en ‘The New York Times’.
De regels die Frank Heinen citeerde komen uit het gedicht ‘Poem’ en het is feitelijk het hele gedicht. Daarom wil ik hier graag een ander gedicht van Sparrow delen dat gepubliceerd werd in ‘The Sun’ literair magazine getiteld ‘Santa’.
.
santa
.
My daughter and I saw a black Santa Claus doll in the window of a store.
“Santa Claus isn’t black,” Sylvia said. “Santa Claus is white.”
I was in a terrible position. How could I deny the whiteness of Santa without denying the idea of a unique and singular Santa Claus? Should I say that Santa Claus is really black, but that the white elite has suppressed this information? Should I tell her that no one really knows what color Santa is, because he lives at the North Pole, and no one has ever met him? But why, then, do all those children’s books depict him as white?
“Yes, Santa is really white,” I said with a sigh, defeated by the sadistic racism of Christmas.
.
Geplaatst in Dichter in verzet, Favoriete dichters
Tags: 1953, aanslag in Moskou, activist, Amerikaans dichter, Barkeley Marathon, Big Fish, chapbooks, column, dichter in verzet, Frank Heinen, gedicht, gedichten, gruwelijke beelden, literair magazine, literaire groep, marteling, Michael Gorelick, muzikant, oorlog, poëzie, poem, poems, poet, poetry, redacteur, regels, Santa, social media, Sparrow, St. Mark's Poetry Project, The New Yorker, The Quarterly, The Sun, The unbearables, TYhe New York Times, Volkskrant
Mus / sparrow
Geplaatst door woutervanheiningen
Jan Hanlo
.
Ik denk dat er maar weinig mensen zijn die het gedicht ‘Mus’ van Jan Hanlo niet kennen. Jan Hanlo (1912-1969) was dichter en schrijver die tot de Vijftigers gerekend wordt maar binnen de Vijftigers was hij een buitenbeentje zoals hij eigenlijk op ieder gebied een buitenbeentje was.
Vanaf 1944 schreef hij gedichten, waarvan met name ‘Oote’ de aandacht trok. Dit klankgedicht (Hanlo sprak zelf van ‘kinderbrabbeltaal’) verscheen in 1952 in het door het rijk gesubsidieerde tijdschrift Roeping. Het blad Elsevier besteedde daar aandacht aan en het VVD-Eerste Kamerlid Wendelaar stelde vervolgens Eerste Kamervragen over de subsidie aan het blad dat Hanlo’s ‘infantiel gebazel’ publiceerde. Dat leverde de nodige publiciteit op.
De rest van Hanlo’s oevre is over het algemeen minder avant-gardistisch dan ‘Oote’. Schoonheid en (kinderlijke) onschuld zijn terugkerende thema’s. Een ander mooi voorbeeld hiervan is het gedicht ‘Mus’ uit 1954.
In 2009 was het thema van de Boekenweek Tsjielp-Tsjielp; de literaire zoo (naar aanleiding van dit gedicht).
Dat het gedicht wordt gewaardeerd blijkt uit het feit dat het niet alleen in Nederland in de openbare ruimte is aangebracht maar zelfs in het buitenland een muur verfraait. In de dierentuin van Dublin is het gedicht in vertaling aangebracht op de Family Farm Farmhouse. Deze tip kreeg ik door van Yvonne van der Haven, waarvoor dank.
Hieronder een aantal voorbeelden van het gedicht met de gemeente waar deze te vinden is.
Veenendaal
Leiden
Dublin
Gorinchem (basisschool)
Voor wie niet genoeg kan krijgen van Jan Hanlo: http://ilibrariana.wordpress.com/2012/12/29/herinneringen-aan-jan-hanlo-1912-1969/
Met dank aan Wikipedia
Geplaatst in Favoriete dichters, Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken, Poëzie en Kunst
Tags: 1912, 1944, 1954, 1969, 2009, avant-gardistisch, Boekenweek, buitenbeentje, Dublin, gedicht, gedichten, gedichten in de openbare ruimte, Gorinchem, Jan Hanlo, kamervragen, kinderbrabbeltaal, Leiden, literaire zoo, Mus, Oote, poëzie, Sparrow, The Family Farm Farmhouse, Tsjielp-Tsjielp, Veenendaal, vijftigers, Yvonne van der Haven, ZOO








