Site-archief
Vrijdag
Miriam Van hee
.
In 1996 publiceerde Mirjam Van hee de bundel ‘Achter de bergen’. Haar dichterlijke stem ligt dichtbij de spreektaal. Haar poëzie is, zoals ik achter op deze bundel lees, de poëzie van iemand die stamelend haar eigen kwetsbaarheid verwoordt om daardoor sterker te worden, iemand die tracht met zichzelf in het reine te kome, die zich oefent in weerbaarheid tegen de grote onverkwikkelijkheden van het leven: de onwetendheid, het verraad, de vergankelijkheid.
Ronkende taal van de uitgever en zeker ik lees in deze bundel gedichten die bij deze beschrijvingen aansluiten maar ook gewoon mooie gedichten. Zoals de gedichten die de dagen van de week als titel hebben. En omdat het vandaag vrijdag is hier het gedicht ‘vrijdag’ uit deze bundel.
.
vrijdag
.
de nacht was al over de helft
op de radio werd bach
op piano gespeeld
.
ik wilde niet slapen
maar waken opdat je zou komen
en zien maar misschien
wilde jij net hetzelfde en zo
.
werd het ochtend met sneeuw
op de daken die
tegen de middag
verdween
.
C.B. Vaandrager
Martin, waarom hebbe de giraffe…
.
In een tweedehandsboekenzaak vond ik, na daar lang gezocht naar te hebben, voor het eerst een bundel van de Rotterdamse dichter C.B. Vaandrager (1935 – 1992) met de bijzondere titel ‘Martin, waarom hebbe de giraffe…’. In deze derde dichtbundel van Vaandrager staan 49 gedichten over voorwerpen. Hij ‘behandelt’ daarbij allerhande objecten, variërend van een kurketrekker tot een stuiver en van een verkeersagent tot meeuwen en een bloemkool. De, vaak fonetisch getypte, gedichten zijn geïnspireerd en gekopieerd uit een onderzoeksrapport uit 1938 naar de woordenschat van Nederlandse kinderen.
Het lijken wel lemma’s uit een encyclopedie of woordenboek maar dan in (Rotterdamse) spreektaal. Deze bundel uit 1973 werd uitgegeven in de Sonde-reeks door de Rotterdamse Kunststichting waarin ook Jules Deelder, Rien Vroegindeweij en Wim de Vries poëzie publiceerden. De titel van deze bundel verwijst naar Martin Mooij en de speelgoedgiraf van dochter Isis Vaandrager.
Ik wil hier twee voorbeelden van deze wat absurdistische poëzie met jullie delen ‘ 41 Naaimachine’ en ’23 Plafond’.
.
41 Naaimachine
.
Naaivliegmachine.
Moeje goed mee naaie, heb manke Wim ook.
Koffiemole, mole, naaimole, wringer:
naasliggende bekende gezien.
Naaidinges.
Zamole (Zaagmolestraat? Snijbonemole?)
Nie te weinig:
handmachine om te stikke.
.
23 Plafond
.
Muur, 15x, kalkmuur, bovemuur,
muur in hoogte.
Zolder, dak, waartoe verleid door
plafondplaats kamer.
Zelfs: 10x lucht is zo te verklaren.
Weer andere: kalk, 10x.
Weer ander (te veel): roukamer met
plafond.
.










