Site-archief
Bijtgraag
Max Temmerman
.
Vandaag voor mijn boekenkast gaan staan (één van de vier met poëzie) en daar, met de ogen gesloten een bundel uit gepakt. Dit keer is dat het lijvige ‘Nieuw Groot Verzenboek’ 600 gedichten over leven, liefde en dood uit 2015, samengesteld door Jozef Deleu (1937).
Opnieuw dit boek op een willekeurige pagina opengeslagen en daar op pagina 378 staat het gedicht ‘Bijtgraag’ van Max Temmerman, uit de bundel ‘Vaderland’ uit 2011.
Max Temmerman (1975) debuteerde met deze bundel, welke hem meteen in 2012 een nominatie voor de C. Buddingh’-prijs opleverde. In 2013 verscheen de succesvolle opvolger ‘Bijna een Amerika’ waarvoor hij de Herman de Coninck Publieksprijs kreeg en werd genomineerd voor de Jo Peeters Poëzieprijs 2014 en de J.C. Bloemprijs 2015. Zijn laatste dichtbundel is alweer van 2019 getiteld ‘Huishoudkunde’.
Max Temmerman schrijft gedichten voor de Eenzame Uitvaart te Antwerpen, een initiatief (ook in Nederland bekend) waarbij een passend gedicht bij de uitvaart van eenzame overledenen wordt voorgedragen.
.
Bijtgraag
.
Er is een klare lijn die jou omspant.
Van de achterkant van je hoofd
over het profiel van je ogen
van je vingers de onderkant en
langs de rug van je hand.
Via de regelmaat van die handen
bovenop je armen die omarmen
tot aan je benen die spreiden en verdwijnen.
.
Als een draaiende as figureert je hals. Hij loopt over in je rug,
verkent je schouders en mondt uit in je borst.
.
Je lippen, je tanden en de optelsom van je volle mond,
je buik, van het zachte en je buik, van het harde.
.
En overal je huid van warmte en geur.
Daar eindigt alles: hoe je ruikt naar wat seizoenen voorspellen.
Van wat ’s winters trilt boven donker water
tot het stoffige en broeiende van withete zomers.
.
Ik stel voor: laten we beginnen bij het begin en laten we het daar
dan ook bij houden. Laten we met de rede van onze jaren duidelijk maken
waar het op staat. Hier komt geen einde aan. Wij zijn niet van gisteren
en we doen dit al langer dan vandaag. We hebben geen vergelijk
en als we in elkaar bijten dan doen we dat rakelings en schaamteloos
en zo gulzig als onze honger dat vraagt.
.
Vaderland
Francois Pauwels (1888-1966)
.
In het aardige bundeltje ‘De mooiste gedichten over verzet en bevrijding’ kwam ik een gedicht tegen van Francois Pauwels met als titel ‘Vaderland’. Pauwels was jurist en schrijver/ dichter en kreeg bekendheid als strafpleiter door zijn mensenkennis, zijn manier van vlijmscherp repliceren en zijn vermogen om in enkele bewoordingen een figuur of een situatie te schetsen. Als advocaat nam hij vaak zaken aan vanwege de in die zaken interessante en of intrigerende figuren en situaties teneinde deze te kunnen gebruiken in zijn romans.
In het gedicht Vaderland (uit de bundel ‘Dag van leugen’ uit 1952) snijdt Pauwels een thema aan dat later (in onze tijd) nog altijd bijzonder actueel is. Met name de derde strofe.
.
Vaderland Ik ben geen Hollander, ik ben een mens en alle mensen zijn mijn landgenoten, ik voel mij niet door band of boei omsloten dan door de Liefde wijd-getrokken grens, mijn oog verdraagt geen microscoop, geen lens die 't enge beeld onmatig zal vergroten en van de wentelende wereldkloten ken ik alleen de wereld van mijn wens! Er is geen kleur van huis, noch vreemde taal, wij sterven allen aan dezelfde kwaal die tussen dood en leven wordt gesponnen en waar het eenzaam hart in wanhoop slaat daar is het land waarin mijn vaandel staat en waar de strijd in vrede wordt gewonnen! .Meer informatie over Francois Pauwels op http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn1/pauwels





